Het eerste facultair Onderzoeksfonds (cf. Raad van Bestuur van 28/10/1999)

De interfacultaire verdeling van dit onderzoeksfonds gebeurt op basis van een verdeelsleutel die bestaat uit enerzijds een vast bedrag en anderzijds een variabel deel a rato van de gemiddelde inkomsten uit overhead van de drie voorbije kalenderjaren.

Dit onderzoeksfonds wordt als volgt besteed binnen de FEA:

  • 2/3 van het jaarlijks budget wordt ter beschikking gesteld van de vakgroepen voor initiatieven die het onderzoek bevorderen. Een vakgroep heeft op jaarbasis recht op een budget dat de som is van twee componenten: de eerste component (die voor alle vakgroepen samen 1/3 van het jaarbudget van het eerste facultair onderzoeksfonds vertegenwoordigt) is voor alle vakgroepen gelijk en de tweede component (die eveneens 1/3 van het jaarbudget vertegenwoordigt) is evenredig met de overhead-inkomsten die een vakgroep genereert;
  • jaarlijkse bijdrage aan het facultair doctoraatssymposium;
  • het resterende bedrag wordt besteed aan (1) de uitrusting, werking of mandaten in het kader van onderzoeksinitiatieven die de samenwerking met een andere binnenlandse of buitenlandse onderwijs/onderzoeksinstelling bevorderen (minimumbedrag per aanvraag 25.000 euro), (2) financiële ondersteuning van het facultaire iTRACK-initiatief (2016-2017) en (3) tekorten op het facultair mobiliteitsfonds.