Zware onderzoeksinfrastructuur

Wat?

Deze oproep voor zware onderzoeksinfrastructuur stelt financiering ter beschikking voor investeringsprojecten voor zowel fundamenteel als strategisch basisonderzoek.

Onder onderzoeksapparatuur wordt verstaan: alle faciliteiten en bronnen die het verrichten van grensverleggend en strategisch basisonderzoek bevorderen. Naast wetenschappelijke infrastructuur omhelst dit ook collecties, natuurlijke habitats, corpora en databanken, met inbegrip van de digitale ontsluiting (licenties, databanken, ...) ervan. Deze ruime definitie laat toe dat onderzoeksgroepen uit zowel de alfa-, beta- en gamma-faculteiten voorstellen kunnen indienen.

Een belangrijk criterium is dat de nieuwe infrastructuur het onderzoek van de aanvragers op een substantieel hoger niveau kan brengen, het aanvraagdossier omvat dan ook een sterk onderzoeksplan voor de eerste jaren na de aanschaf van de infrastructuur.

Voor de oproep 2023-2024 is er 7.636.364 EUR beschikbaar (excl. overhead).

Voorwaarden

  • Totale subsidiekost (excl. cofinanciering) van meer dan 1.000.000 EUR (incl. niet-recupereerbare BTW)
  • Aanvragers: Vlaamse universiteiten, strategische onderzoekscentra en hogeronderwijsinstellingen die door de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 worden belast met wetenschappelijk onderzoek
  • UGent-promotoren: Behoren tot het ZAP of een daaraan gelijkgestelde personeelscategorie. Co-promotoren kunnen ook gastprofessor zijn of postdoctoraal onderzoeker.
  • Derde partijen (bedrijven, buitenlandse partners, ...) kunnen optreden als projectpartner, maar komen niet in aanmerking voor subsidie. Ze leveren als projectpartner een financieel waardeerbare inbreng in ruil voor toegang tot de infrastructuur.
  • Het subsidiepercentage is afhankelijk van de mate van samenwerking:
    • Het basis subsidiepercentage is 70%
    • Dit kan verhoogd worden tot 90% als er samenwerking is tussen partners uit twee verschillende instellingen die subsidies kunnen aanvragen en mits evenredige cofinanciering van alle aanvragers.
    Vanuit UGent wordt centrale cofinanciering voorzien: lees de voorwaarden in art. 7 van het betreffende reglement in de Codex UGent
    • Er kan 100% subsidie verkregen worden indien ten minste 25% van de investeringskosten betaald wordt door een andere instelling dan een universiteit of hogeschool
  • Looptijd projecten is 4 jaar

Welke kosten komen in aanmerking?

  • Uitrusting: Aanschaf van (onderdelen van) de beoogde onderzoeksinfrastructuur of het upgraden van reeds bestaande infrastructuur
  • Personeelskosten: Voor de constructie of de permanente bediening van de onderzoeksinfrastructuur, incl. kosten voor vorming en bijscholing
  • Werkingskosten: Onderhoudskosten, upgrades of herstellingskosten aan de onderzoeksinfrastructuur
Opgelet: werkingskosten voor het gebruik van de infrastructuur zijn niet subsidiabel! Deze kosten vallen ten laste van de onderzoeksprojecten die gebruik maken van de infrastructuur.

Procedure

  1. De promotor-woordvoerder dient het project in via het FWO e-loket
  2. Ontvankelijkheidsanalyse door FWO
  3. Externe peer review door niet in België werkzame referees
  4. Mogelijkheid tot feedback van de aanvragers op de adviezen van de referees
  5. Evaluatie door 2 commissies.
    Voor meer gedetailleerde info over de selectiecriteria van beide commissies: zie art. 13 van het reglement
    • Commissie Science: Evaluatie van het onderzoeksprogramma. De commissie Science krijgt daarvoor, naast de volledige aanvraag, ook de refereerapporten en eventuele feedback van de aanvragers te zien. De commissie stelt een lijst op van aanvragen waarvoor een hoorzitting zal georganiseerd worden.
      Tijdens de hoorzitting kunnen de aanvragers hun aanvraag toelichten en op verdere vragen van de commissie antwoorden.
      De commissie formuleert hierna een gemotiveerd advies met een rangschikking van de excellente aanvragen.
    • Commissie Invest: Evaluatie van het investeringsplan van de door de commissie Science als excellent gerangschikte aanvragen. De commissie bekijkt ook of er nog samenwerkingsmogelijkheden zijn met andere binnen- of buitenlandse partners. 
      Op basis hiervan formuleert de commissie een aanbeveling, die wordt toegevoegd aan het advies van de commissie Science.
  6. Eindbeslissing door de Raad van Bestuur FWO op basis van aanbeveling Commissie Invest en advies Commissie Science
  7. Project kan van start gaan

Meer informatie

Contact

Afdeling Onderzoekscoördinatie