Twee op drie zegt geen neen tegen insecten in veevoeder

(14-04-2015) Uit onderzoek van de UGent blijkt de meeste mensen een overwegend positieve houding hebben tegenover het gebruik van insecten in diervoeder.

Meer info:  info.crelanleerstoel@ugent.be

Landbouwers, betrokkenen bij de landbouwsector en consumenten hebben een overwegend positieve houding ten aanzien van het gebruik van insecten in diervoeder. Dat blijkt uit een bevraging van 415 bezoekers aan Agriflanders, de land- en tuinbouwbeurs in Gent, door onderzoekers van de UGent. De ondervraagden zagen de eindproducten van dieren gevoed met insecten als duurzamer, voedzamer en gezonder. Slechts één op zes wijst het idee om insecten als eiwitbron te verwerken in diervoeder af. Insecten in diervoeder wordt momenteel voorgesteld als één van de alternatieven in het streven naar een duurzamere intensieve veehouderij.

Een onderzoeksteam van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de UGent bevroeg 196 landbouwers, 137 betrokkenen bij de landbouwsector (onder meer uit de toeleverings- en dienstensector) en 82 consumenten tijdens Agriflanders 2015. Ze wilden nagaan hoe de betrokken partijen doorheen de keten staan tegenover het idee van insecten te verwerken in diervoeder. De deelnemers deelden hun algemene houding en perceptie over producten en productkenmerken en gaven hun mening over mogelijke voordelen, risico's en bezorgdheden, en de bereidheid tot aanvaarding van eindproducten zoals eieren, vlees of melk.

Positieve houding

Betrokkenen bij de landbouwsector bleken de meest positieve houding te hebben ten opzichte van het gebruik van insecten in diervoeder (4,2 op 5), gevolgd door consumenten (3,9) en landbouwers (3,8). Alle bevraagde groepen waren het meest enthousiast over het gebruik van insecten in voeders voor vis en pluimvee, in mindere mate voor varkens en het minst voor gezelschapsdieren en runderen. Veevoeder met insecten werd gepercipieerd als duurzamer en met een hogere voedingswaarde voor de dieren.

Andere belangrijke voordelen die werden aangehaald, waren onder meer de vermindering van de afhankelijkheid van buitenlandse eiwitbronnen voor dierlijke productie en een betere benutting van organisch afval. Als nadelen zagen de respondenten onder meer de mindere microbiologische veiligheid en de mogelijke gevolgen voor de biodiversiteit wanneer uitheemse insecten accidenteel zouden ontsnappen.

Voordelen overwinnen risico's

Ook de eindproducten in de voedselketen werden beschouwd als duurzamer, voedzamer en gezonder, maar er werden meer vraagtekens gezet. Er werd gevreesd voor risico's van geur- of smaakafwijkingen en mogelijke reacties op allergenen. Ook werden de eindproducten beschouwd als minder gemakkelijk verkoopbaar en aanvaardbaar door consumenten. Eieren en gevogelte afkomstig van dieren gevoederd met insectenmeel werden afgewezen door één op zes van de ondervraagden. Rundvlees en melk afkomstig van runderen gevoederd met insectenmeel werden afgewezen door één op vier deelnemers. Samengevat kwamen aanvaarding door de consument, wetgeving, communicatie en de houding van de grootdistributie naar voren als de belangrijkste bezorgdheden.

Bij de algehele afweging over het gebruik van insecten in veevoeder bij de bevraagde deelnemers wogen de gepercipieerde voordelen echter zwaarder door dan de eventuele risico's. Het resultaat van deze afweging kwam overeen met de persoonlijke bereidheid om voedingsmiddelen met insecten te eten. "Hoe sterker mensen overtuigd waren dat insecten geschikt en aanvaardbaar zijn voor menselijke consumptie, hoe groter hun overtuiging dat insecten in voeder ook moeten kunnen", aldus professor Wim Verbeke van de vakgroep Landbouweconomie.

Bespreekbaar en aanvaardbaar

"De inzichten uit deze studie geven aan dat er momenteel een algemeen positieve sfeer heerst rond het gebruik van insecten in diervoeder. Daardoor wordt de aanpassing van de wetgeving die het gebruik van alternatieve eiwitbronnen moet stimuleren, bespreekbaar en aanvaardbaar", concludeert Verbeke. Het debat over het gebruik van insecten in voeder moet zich volgens hem in de eerste plaats toespitsen op voeders voor vissen, gevogelte en varkens. "De lagere interesse en aanvaarding van melk, zuivelproducten en rundvlees afkomstig van runderen gevoederd met insectenmeel duidt erop dat het gebruik van insecten in rundveevoeder nog niet aan de orde is", klinkt het.