Rubberbomen in Afrika en Azië worden geboren in Gent

(05-05-2016) Gentse bio-ingenieurs onder leiding van professor Stefaan Werbrouck werken samen met plantagebedrijf Socfin aan om 'elite-rubberbomen' te klonen.

Meer info:  info.crelanleerstoel@ugent.be

Gentse azalea's zijn een belangrijk Vlaams exportproduct, maar wist je dat er in Gent ook planten worden gekweekt voor export naar landen buiten Europa? Gentse bio-ingenieurs onder leiding van professor Stefaan Werbrouck werken samen met plantagebedrijf Socfin aan in-vitrotechnieken om 'elite-rubberbomen' te klonen. Hogere rubberopbrengsten zijn het beoogde doel en de eerste resultaten zijn alvast veelbelovend, zo blijkt. 

 

 


De Gentse azalea kon onlangs nog op veel belangstelling rekenen op de vijfendertigste editie van de Gentse Floraliën, een bloem- en sierteeltfestival dat meer dan 100.000 bezoekers lokte. Sinds 2010 kreeg deze sierplant immers officiële erkenning als het eerste Europees erkende streekproduct binnen de sierteelt. Sindsdien exporteren de 160 azaleabedrijven die Vlaanderen rijk is jaarlijks zo'n 35 miljoen azalea's, voornamelijk naar Frankrijk, Italië en Nederland, maar ook een kleine 10 procent naar landen buiten Europa, zoals China.

Naast de Gentse azalea worden er in Gent ook andere planten gekweekt om te exporteren naar landen buiten Europa. Professor Stefaan Werbrouck, hoofd van het laboratorium voor Toegepaste In Vitro Plantenbiotechnologie aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent (UGent) licht zijn onderzoek over rubberbomen kort toe.

Enting

Tot op vandaag kunnen rubberbomen enkel vermenigvuldigd worden door te enten. Hierbij vergroeit de scheut of ent van een geselecteerde boom met de wortel van een zaailing. "De gebruikte enten zijn afkomstig van heel oude lijnen van rubberbomen, waarvan sommige nog ontwikkeld en veredeld werden in Belgisch Congo", vertelt professor Werbrouck.

Deze oude lijnen van rubberbomen worden vandaag gebruikt omdat ze veel latex produceren; het zijn dus eigenlijk 'elite-rubberbomen'. Het grote nadeel van geënte rubberbomen is echter dat er tussen de bomen nog veel variatie bestaat in de hoeveelheid latex die ze kunnen produceren. Commerciële bedrijven, zoals Socfin, mikken uiteraard op een zo hoog mogelijke latexproductie. Door bomen die de meeste latex opleveren te klonen in plaats van te enten, kan die variatie weggewerkt worden.

'Proefbuisbomen'

Daarom kwam Socfinco, de Belgische vestiging van Socfin, in 2006 aankloppen bij het labo met de vraag om rubberbomen in vitro te klonen. 'In vitro' betekent letterlijk in glas en wil dus zeggen dat de bomen in proefbuizen of bokalen opgroeien. Sinds enkele jaren levert het labo jonge gekloonde rubberplantjes aan Socfin, die deze plantjes gebruiken als basis voor de massaproductie van rubberbomen. Deze bomen worden dan uitgeplant op grote proefvelden in Ivoorkust. "Als binnen enkele jaren de resultaten van de veldproeven meevallen, staat hier in Gent de wieg van vele duizenden hectaren nieuwe rubberbomen", vertelt Werbrouck.

Om een rubberboom te kunnen klonen, moet de moederplant een verjongingskuur ondergaan. Daarom laten de onderzoekers nieuwe plantjes op het weefsel van de moederplant ontwikkelen, zonder bevruchting met pollen. Deze groeien vervolgens verder als een gewone zaailing, alleen zijn ze genetisch identiek aan de moederplant.

Massale vermenigvuldiging

Na ongeveer een jaar in vitro commando's op te volgen en te groeien, verhuizen de jonge rubberplantjes naar Ivoorkust of Indonesië. Ze worden daar in laboratoria massaal vermenigvuldigd tot vele duizenden planten. Dit proces wordt ook opgevolgd door de UGent. Onderzoekers reizen regelmatig naar Indonesië en Ivoorkust om de verdere ontwikkeling in de lokale filialen van Socfin te ondersteunen. Vanuit het labo in Ivoorkust en Indonesië worden de vermenigvuldigde rubberboompjes in proefvelden geplant.

De eerste proefvelden liggen er ondertussen ongeveer drie jaar, maar op de uiteindelijke resultaten van het onderzoek is het nog een viertal jaar wachten. Het duurt immers vijf tot zeven jaar voordat een rubberboom klaar is om te tappen en latex te produceren. "De eerste resultaten zijn veelbelovend. Er is alvast een duidelijk verschil te zien tussen de klassiek geënte planten en de gekloonde planten", besluit Werbrouck. Maar of de Gentse rubberbomen in de toekomst naar het voorbeeld van de azalea een Europese erkenning als streekproduct met beschermde geografische aanduiding zullen krijgen, is nog maar de vraag.