Staatssecretaris Nicole de Moor voor de klas

(05-12-2022)

Staatssecretaris Nicole de Moor voor de klasOp 5 december 2022 gaf Nicole de Moor, Staatssecretaris Migratie en Asiel les aan een dertigtal studenten Bestuurskunde en Publiek management aan Universiteit Gent. Op het einde van hun lessenreeks rond Publiek Management van Migratie konden de studenten hun inzichten uit de les toetsen bij de politicus die aan het roer staat van het Belgische immigratiebeleid. Gedurende een uur heeft de staatssecretaris in haar lezing “Knelpunten in het Belgisch en Europees asielbeleid” een heel breed panorama geschetst van het Belgische en Europese immigratiebeleid. We horen de Staatssecretaris in de media vooral over haar crisismanagement, maar in deze lezing kwam vooral haar langetermijnvisie op het beheer van de migratiestromen in België en in Europa aan bod. Ze schetst de immigratie naar België en hoe het beleid daarop een antwoord biedt, maar het onvoorspelbare van migratiestromen maakt dit geen eenvoudige oefening en de staatssecretaris stelt hervormingen voor die een snellere en betere respons zouden kunnen bieden. De regelgeving over immigratie is een vooral Europese bevoegdheid en op dit niveau zit het sinds 2015 strop daar de lidstaten geen gemeenschappelijk Europees belang meer zien. De tijdelijke bescherming verleend aan oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne begin 2022 overal in de EU toont dat de lidstaten van de EU toch solidair kunnen zijn, ook op het vlak van migratie. Sinds 2015 waren de Europese lidstaten nauwelijks in staat tot gemeenschappelijke oplossingen te komen op het vlak van migratie, maar nu zit er terug beweging in. België zal haar voorzitterschap vanaf januari 2024 gebruiken om onze buitengrenzen beter te beschermen, maar ook om op solidaire wijze bescherming te blijven verlenen aan vluchtelingen. Met deze lezing werd de kennis van de studenten heropgefrist en verdiept.


Na de lezing ging de staatssecretaris door de vele vragen van de studenten dieper in op haar beleidsvisie. Ook het crisismanagement is een bekommernis van de studenten bestuurskunde, zoals bleek uit de vraag: “U weigert asielzoekers op te nemen in hotelkamers omdat dit een pull effect zou hebben op de asielstromen, maar dat is toch beter dan ze op straat te laten slapen in deze koude?” De staatssecretaris antwoordt dat zij nooit gezegd heeft dat opvang in hotels een pull effect heeft. Toch biedt individuele opvang via hotels volgens haar geen antwoord op de opvangcrisis. We hebben nu meer dan het dubbel aantal personen op te vangen dan bij de vorige opvangcrisis in 2015. We hebben dit jaar bijna net zoveel asielzoekers als toen, maar daarbovenop moet er ook opvang zijn voor de iets meer dan 60.000 oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne. We moeten de opvangcapaciteiten met grote volumes opschalen, enkel zo bieden we een antwoord op de opvangnood. Daarenboven stelt de krappe arbeidsmarkt een probleem bij het vinden van personeel voor deze collectieve opvang. We hebben zelfs ambtenaren van het ministerie van Financiën gedetacheerd om nieuwe opvangcentra van Fedasil te kunnen openen. Het onderbrengen van asielzoekers in hotels is niet de oplossing:

“We hebben geen tekort van honderden opvang plaatsen maar duizenden. We hebben grote collectiviteiten nodig. Zelfs als ik nu zou beginnen hotels zoeken dan zouden we er nog niet raken.”

De staatssecretaris probeert ook het oneigenlijk gebruik van het asielsysteem te beperken door preventiecampagnes op te zetten waar zelfs ‘lokale influencers’ worden ingezet:

“We zeggen niet ‘don’t come to Belgium’ maar ‘gebruik de juiste immigratiekanalen’, zodat ze niet in gebroken dromen eindigen.”

De Staatssecretaris benadrukt dat het recht op asiel haar zeer dierbaar is en dat dit moet blijven gegarandeerd worden. Een grondige herdenking van ons gehele asielsysteem is evenwel nodig om ons asielsysteem voor de toekomst te vrijwaren. Waarom laten we het migratiebeleid in België niet beheren door een Federale Overheidsdienst Migratie? De onafhankelijkheid van de Commissaris Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen mag daarbij geen taboe zijn, maar bij de individuele erkenning van vluchtelingen hoort de verantwoordelijke instantie autonoom te kunnen werken, zonder politieke inmenging.
De studenten bestuurskunde zijn vooral geïnteresseerd in de institutionele vernieuwing die de staatssecretaris voorstelt. Zal het samensmelten van Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), het Commissariaat Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) en Fedasil leiden tot een betere beheersing van de asielketen? Zal de missie tot beschermen van vluchtelingen van het CGVS niet ondergesneeuwd geraken door de bredere taken die DVZ heeft? De staatssecretaris ontvouwt met veel enthousiasme haar visie op een institutionele hervorming. Waarom niet de asieladministraties losweken van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken en ze opnemen in een FOD Migratie? De FOD Binnenlandse Zaken heeft, naast migratie nog heel andere bekommernissen te behartigen. Een FOD Migratie kan het hele migratiebeleid ter harte nemen en zo betere beleidsprocessen opleveren dan de huidige versnippering over drie instanties binnen de FOD Binnenlandse Zaken.

“De migratiediensten zijn vandaag nog te weinig geconnecteerd. Mensen moete het gevoel hebben dat ze samen een beleid vormgeven.”

Een FOD Migratie zou ook een aangepast HR-beleid kunnen voeren voor de meer dan 5000 personeelsleden actief in dit federaal beleidsdomein en dit op maat van het beleidsdomein migratie. Volgens de staatssecretaris enkel maar winst.
Er komen nog veel vragen en de staatssecretaris die een half uur had uitgetrokken om de vragen te beantwoorden verdedigt uiteindelijk haar beleidsvisie gedurende een volledig uur. De studenten realiseren nu nog meer dat wat ze in de lessen hebben gezien een reële wereld is waar voortdurend beslissingen moeten worden genomen om migratie op een zo goed mogelijke wijze te beheren.