Historiek Het Pand
- Geïnteresseerden kunnen een historische rondleiding aanvragen in Het Pand.
- Congresorganisatoren kunnen van een diareeks over Het Pand bekomen via het Universiteitsarchief.
Verpand, maar niet verloren
Deze zeer jonge kloostergemeenschap werd in 1216 gesticht door de heilige Dominicus en vestigde zich in Gent op verzoek van Ferrand van Portugal en Johanna van Konstantinopel, graaf en gravin van Vlaanderen. De volgelingen van Dominicus bouwden hun kloosters hoofdzakelijk in steden en hielden zich er actief bezig met prediking en bekering. (Daar haalden zij ook hun naam van predikheren vandaan). Het vrijgekomen Utenhovehospitaal werd de kern van het nieuwe dominicanenklooster.
Omstreeks 1240 begonnen de paters met de bouw van een kerk, aan de zuidelijke zijde van het complex (waar zich momenteel de negentiende eeuwse huizenrij van de Jacobijnenstraat bevindt). Deze immense constructie was 52 meter lang, 22,5 meter breed en had geen zuilen om het gewelf te steunen.
Van alle plaatsen in de kerk kon men de preekstoel zien en de predikant beluisteren. Tussen deze twee gebouwen in werd, aan de Leie, geheel in natuursteen, een nieuwe vleugel opgetrokken (de huidige Leievleugel). Voor de overdekte kloostergang met de prachtige ramen in stenen maaswerk werd een beroep gedaan op sponsoring van Margareta van York, hertogin van Bourgondië.
In de muur van Het Pand ziet men nog de plaats van de gedenksteen die aan dit feit herinnerde.
Boeken in ketens
De steen is verdwenen, maar uit geschriften weten we dat de hertogin ook de bouw van de "librairie" of kloosterbibliotheek, die zich boven een deel van de kloostergang uitstrekte, heeft bekostigd. Volgens Albert Derolez, hoofd van de sectie handschriften en kostbare werken van de Centrale Bibliotheek, is dit trouwens de enige middeleeuwse bibliotheekzaal in België waarvan de stichtingsdatum vaststaat en waarvan de ruimte nagenoeg ongeschonden tot ons is gekomen.
"De ligging van de kloosterbibliotheek was volledig in overeenstemming met de traditionele middeleeuwse voorschriften inzake bibliotheekbouw: op de eerste verdieping, boven het kloosterpand, en met ramen die het licht van de ochtendzon ontvangen." De verzameling moet buitengewoon rijk geweest zijn, al was het nog maar door het 'recht van toezicht' dat de dominicanen hadden verkregen op alle boeken en geschriften die in Gent het licht zagen.
"Van de beroemde boekencollectie is echter weinig bewaard gebleven", aldus Albert Derolez. "De rijke verzameling boeken ging bij de Beeldenstorm op 22 augustus 1566 volledig verloren.
Niet alleen de door de dominicanen uitgeoefende inquisitie, maar ook hun predikingen maakten hen in de 16de eeuw bij de hervormingsgezinden bijzonder gehaat. "Bij het uitbreken van de godsdienstperikelen werden hun klooster en kerk dan ook het eerste slachtoffer van plundering en vernieling.
De kroniekschrijvers weten in dit verband te vertellen dat het gescheurde papier als sneeuw naar beneden dwarrelde en dat zo veel boeken in de Leie werden geworpen dat men de rivier droogvoets kon oversteken". Maar de predikheren waren niet zo vlug af te schrikken en trokken opnieuw hun gehavende klooster in.
In 1578 herhaalde zich bijna een identiek scenario. Opnieuw werden de predikheren uitgedreven, ditmaal door calvinisten. Tot 1584 was in Het Pand een calvinistische hogeschool ondergebracht en werd de kerk als tempel gebruikt.
Huurkazerne
Meer nog, hun kloostergemeenschap was aan het uitsterven. In 1822 bleven nog welgeteld vier paters en één broeder over. Paus Leo XVII gaf de toestemming de gebouwen te verkopen en Het Pand kreeg een nieuwe eigenaar, een zekere P.D. Velleman, die de kassa deed rinkelen. De refter werd een verkoopzaal voor meubelen , de sacristie en kapittelzaal opslagruimten voor wijn, op de binnenkoer verrezen loodsen, en overal, zelfs in de gangen, werden scheidingsmuren gemetseld om het aantal verhuurbare kamers in deze reusachtige huurkazerne te vergroten.
Deze situatie zou meer dan 130 jaar aanhouden. Het Pand vertoonde langzamerhand tekens van verval. De toenmalige eigenaar besloot een van de twee kerken, die erge sporen van ouderdom begonnen te vertonen, af te breken. De Sint-Michielskerk bleef staan, maar de andere ging onder de slopershamer. In 1860 verdween dit monument voorgoed uit het Gentse stadsbeeld.
De Gentse Boheme
Uit die tijd dateert ook de bijnaam van 'vlooienpaleis'. In 1953 vroeg de eigenaar de toelating om drie van de vier kloostergangen te slopen en ze te vervangen door moderne flatgebouwen. Zijn aanvraag leidde tot een studie van het complex en... tot klassering van het volledige gebouw (oktober 1956).
Dat kon niet verhinderen dat Het Pand ondertussen ook onbewoonbaar werd verklaard, zodat de eigenaar tot de verkoop besloot. Op 25 januari 1963 werd het Eigen Vermogen van de Rijksuniversiteit te Gent voor 18 miljoen frank de nieuwe eigenaar. Bij akte de dato 16 juni 1970 deed de Rijksuniversiteit te Gent kosteloos afstand van haar eigendomsrecht ten voordele van de Belgische Staat. Deze afstand gebeurde om reden van openbaar nut krachtens het Koninklijk Besluit van veertien april 1970, om ter beschikking gesteld te worden van de Rijksuniversiteit te Gent.
Vandaag de dag is de Universiteit Gent nog steeds gebruiker van Het Pand.
Congres- en cultuurcentrum
Sinds 1991 is Het Pand het congres- en cultuurcentrum van de Universiteit Gent. Diverse museumcollecties hebben er onderdak. Regelmatig vinden er in Het Pand vieringen, recepties, doctoraatsverdedigingen en internationale congressen plaats.
Ook Club Het Pand, een klasse-restaurant en loungebar, is gehuisvest in dit prachtig gerestaureerde dominicanenklooster in het hart van de stad Gent.