Historiek Het Pand
Verpand, maar niet verloren
De geschiedenis van Het Pand gaat terug tot 1201. Naast het kapelletje van Sint-Michiels werd toen in Onderbergen een hospitaal opgericht met de naam "Uten Hove Hospitaal", zo genoemd naar de stichter, kanunnik van Utenhove. Reeds in 1228 was dit hospitaal te klein geworden en verhuisde het naar de (Oude) Bijloke. Het leeg gekomen gebouw werd geschonken aan de dominicanen.
Deze zeer jonge kloostergemeenschap werd in 1216 gesticht door de heilige Dominicus en vestigde zich in Gent op verzoek van Ferrand van Portugal en Johanna van Konstantinopel, graaf en gravin van Vlaanderen. De volgelingen van Dominicus bouwden hun kloosters hoofdzakelijk in steden en hielden zich er actief bezig met prediking en bekering. (Daar haalden zij ook hun naam van predikheren vandaan). Het vrijgekomen Utenhovehospitaal werd de kern van het nieuwe dominicanenklooster.
Omstreeks 1240 begonnen de paters met de bouw van een kerk, aan de zuidelijke zijde van het complex (waar zich momenteel de negentiende eeuwse huizenrij van de Jacobijnenstraat bevindt). Deze immense constructie was 52 meter lang, 22,5 meter breed en had geen zuilen om het gewelf te steunen.
Van alle plaatsen in de kerk kon men de preekstoel zien en de predikant beluisteren. Tussen deze twee gebouwen in werd, aan de Leie, geheel in natuursteen, een nieuwe vleugel opgetrokken (de huidige Leievleugel). Voor de overdekte kloostergang met de prachtige ramen in stenen maaswerk werd een beroep gedaan op sponsoring van Margareta van York, hertogin van Bourgondië.
In de muur van Het Pand ziet men nog de plaats van de gedenksteen die aan dit feit herinnerde.
Boeken in ketens
De steen is verdwenen, maar uit geschriften weten we dat de hertogin ook de bouw van de "librairie" of kloosterbibliotheek, die zich boven een deel van de kloostergang uitstrekte, heeft bekostigd. Volgens Albert Derolez, hoofd van de sectie handschriften en kostbare werken van de Centrale Bibliotheek, is dit trouwens de enige middeleeuwse bibliotheekzaal in België waarvan de stichtingsdatum vaststaat en waarvan de ruimte nagenoeg ongeschonden tot ons is gekomen.
"Hoewel de oorspronkelijke inplanting van de vensters gewijzigd werd, kunnen we ons toch een goed idee vormen van de inrichting van deze wetenschappelijke bibliotheek met haar geketende boeken op lessenaars."
"De ligging van de kloosterbibliotheek was volledig in overeenstemming met de traditionele middeleeuwse voorschriften inzake bibliotheekbouw: op de eerste verdieping, boven het kloosterpand, en met ramen die het licht van de ochtendzon ontvangen." De verzameling moet buitengewoon rijk geweest zijn, al was het nog maar door het 'recht van toezicht' dat de dominicanen hadden verkregen op alle boeken en geschriften die in Gent het licht zagen.
"Van de beroemde boekencollectie is echter weinig bewaard gebleven", aldus Albert Derolez. "De rijke verzameling boeken ging bij de Beeldenstorm op 22 augustus 1566 volledig verloren.
Niet alleen de door de dominicanen uitgeoefende inquisitie, maar ook hun predikingen maakten hen in de 16de eeuw bij de hervormingsgezinden bijzonder gehaat. "Bij het uitbreken van de godsdienstperikelen werden hun klooster en kerk dan ook het eerste slachtoffer van plundering en vernieling.
De kroniekschrijvers weten in dit verband te vertellen dat het gescheurde papier als sneeuw naar beneden dwarrelde en dat zo veel boeken in de Leie werden geworpen dat men de rivier droogvoets kon oversteken". Maar de predikheren waren niet zo vlug af te schrikken en trokken opnieuw hun gehavende klooster in.
In 1578 herhaalde zich bijna een identiek scenario. Opnieuw werden de predikheren uitgedreven, ditmaal door calvinisten. Tot 1584 was in Het Pand een calvinistische hogeschool ondergebracht en werd de kerk als tempel gebruikt.
Huurkazerne
Aan het verblijf van de dominicanen in Het Pand kwam een einde met de Franse Revolutie. De Franse troepen schaften eenvoudig de orden af en weer werden de predikheren uit hun klooster gedreven. Klooster en kerk kwamen onder de veilinghamer. Via stromannen slaagden enkele oud-kloosterlingen er nog net in hun Pand in zijn geheel aan te kopen. Ze namen opnieuw hun intrek, dit keer als gewone burgers, niet als kloostergemeenschap. Maar het onderhoud van dit inmiddels eeuwenoude gebouw bleek te duur (de geschiedenis zal zich later nog herhalen). En de voormalige predikheren konden de kosten niet meer dragen.
Meer nog, hun kloostergemeenschap was aan het uitsterven. In 1822 bleven nog welgeteld vier paters en één broeder over. Paus Leo XVII gaf de toestemming de gebouwen te verkopen en Het Pand kreeg een nieuwe eigenaar, een zekere P.D. Velleman, die de kassa deed rinkelen. De refter werd een verkoopzaal voor meubelen , de sacristie en kapittelzaal opslagruimten voor wijn, op de binnenkoer verrezen loodsen, en overal, zelfs in de gangen, werden scheidingsmuren gemetseld om het aantal verhuurbare kamers in deze reusachtige huurkazerne te vergroten.
Deze situatie zou meer dan 130 jaar aanhouden. Het Pand vertoonde langzamerhand tekens van verval. De toenmalige eigenaar besloot een van de twee kerken, die erge sporen van ouderdom begonnen te vertonen, af te breken. De Sint-Michielskerk bleef staan, maar de andere ging onder de slopershamer. In 1860 verdween dit monument voorgoed uit het Gentse stadsbeeld.
De Gentse Boheme
Aan de verkrotting kwam pas een einde na de Tweede Wereldoorlog. In 1946 werd een gedeelte van Het Pand geklasseerd. Het klooster met zijn goedkope kamers bleef evenwel een trekpleister voor studenten, artiesten, en Gentse clochards.
Uit die tijd dateert ook de bijnaam van 'vlooienpaleis'. In 1953 vroeg de eigenaar de toelating om drie van de vier kloostergangen te slopen en ze te vervangen door moderne flatgebouwen. Zijn aanvraag leidde tot een studie van het complex en... tot klassering van het volledige gebouw (oktober 1956).
Dat kon niet verhinderen dat Het Pand ondertussen ook onbewoonbaar werd verklaard, zodat de eigenaar tot de verkoop besloot. Op 25 januari 1963 werd het Eigen Vermogen van de Rijksuniversiteit te Gent voor 18 miljoen frank de nieuwe eigenaar. Bij akte de dato 16 juni 1970 deed de Rijksuniversiteit te Gent kosteloos afstand van haar eigendomsrecht ten voordele van de Belgische Staat. Deze afstand gebeurde om reden van openbaar nut krachtens het Koninklijk Besluit van veertien april 1970, om ter beschikking gesteld te worden van de Rijksuniversiteit te Gent.
Vandaag de dag is de Universiteit Gent nog steeds gebruiker van Het Pand.
Congres- en cultuurcentrum
Sinds 1991 is Het Pand het congres- en cultuurcentrum van de Universiteit Gent. Regelmatig vinden er in Het Pand vieringen, recepties, doctoraatsverdedigingen en internationale congressen plaats.