Urbanisatie van Tell Tweini (2016-2017)
De urbanisatie van Tell Tweini van de Midden Brons- tot de IJzertijd II periode. (Doctoraatsonderzoek: Anne-Sophie Van Vyve)
Tell Tweini kent een bewoningscontinuïteit vanaf de Vroege Bronstijd, een periode gekenmerkt door de evolutie van landbouw- naar meer complexe urbane maatschappijen. Vooral opmerkelijk aan Tell Tweini is dat er materiële resten zijn gevonden die gedateerd kunnen worden in de overgangsperiode van de Brons- naar de IJzertijd, een onderbelichte periode in de Levant. Het was een tijd van onrust in het Middellandse Zeegebied met als voornaamste kenmerk het verdwijnen van belangrijke steden, koninkrijken en zelf volledige samenlevingen. De verwoesting van Ugarit is veruit het bekendste voorbeeld van deze onrustige periode in de Noordelijke Levant.
De materiële cultuur van Tell Tweini bevestigt de continuïteit in bewoning over een periode van meer dan 2000 jaar. Sporen uit de vroegste periode van de Vroege Bronstijd zijn afwezig, maar Vroeg Brons II en IVA/B bevinden zich direct op de bedrock. De Midden Bronstijd I is beter gekend en wordt gekenmerkt door een aantal gemeenschappelijke graven onder de huizen. Tijdens de Late Bronstijd kent de stad een grote groei. Deze groei is zichtbaar door de aanwezigheid van meer architecturale structuren, maar ook dankzij de vondst van objecten die vanuit het oost-Middellandse Zeegebied zijn geïmporteerd. Terwijl Ugarit ten onder ging aan de invasie van de Zeevolkeren, werd Tell Tweini onmiddellijk na een brandverwoesting opnieuw bewoond. Op de brandlaag werd een nieuwe stad gebouwd en werden Laat Bronstijd muren hergebruikt als fundamenten voor Vroege IJzertijd architectuur. Een tweede grote brand op het einde van deze periode heeft zeer interessante in situ contexten opgeleverd waarop uiteindelijk IJzertijd II en III lagen werden gebouwd, gekenmerkt door grote publieke gebouwen. Olijfolie en wijnpersen maken hun intrede vanaf de 8ste eeuw v.C. Het is tijdens deze periode dat Gibala onder Assyrische overheersing komt en de grote publieke gebouwen in kleinere kamers worden opgedeeld.
Contact
Prof. Dr. Joachim Bretschneider