Simone Bergmans

De eerste vrouw die in 1923 afstudeert in de kunstgeschiedenis aan de Gentse universiteit is Simone Bergmans. Twee jaar later doctoreert ze in dezelfde discipline. Zij heeft dan reeds vijf eerste prijzen aan het Gentse conservatorium behaald. Net zoals haar vader Paul en grootvader Charles, beiden hoogleraar aan de UGent, heeft zij een groot muzikaal talent. Maar de chronische heupontsteking waaraan ze lijdt fnuiken een muzikale carrière en een loopbaan in het onderwijs. Het schrijven lukt haar wel en ze levert zowel kunsthistorische bijdragen als (Franstalige) literatuur.


Simone Bergmans groeit op in Gent in een muzikaal en intellectueel maar Franstalig nest. Haar vader  Paul Bergmans, is hoogleraar en hoofdbibliothecaris aan de UGent. Haar hogere studies doet zij aan het Gentse conservatorium waar ze de eerste  prijzen  voor  piano,  kamermuziek,  harmonie, contrapunt  en  fuga behaalt. Ze start in 1920 aan het pas opgerichte Hoger Instituut voor Kunstgeschiedenis en Oudheidkunde. Zij rondt in 1923 de driejarige opleiding af en wordt de eerste Gentse kunsthistorica. Na haar studies geeft ze les aan het Gentse Koninklijk Lyceum voor meisjes en kunstgeschiedenis aan de École des Hautes Études. In 1939 wordt ze om ernstige gezondheidsredenen op pensioen gesteld. Ondanks de grote fysische beperking, waardoor ze een groot deel van haar leven in een plaasteren corset doorbrengt, schrijft ze bijdragen voor verschillende tijdschriften over kunst en muziek en publiceert ze een aantal kunsthistorische monografieën, novellen en romans. Voor haar roman ‘Moi...  ce  Malade’ wordt ze in 1941 bekroond door de  Académie Royale de Langue et de Littérature Française.

Frank Cotman