Rectorale rede opening academiejaar 2022-2023

(24-09-2022)

Een traditie van avant-gardisme

In een vorig leven was ik fluitist.  Ik had een fantastische leraar, misschien wel de beste die ik ooit heb gehad.  Hij had een voorliefde voor moderne klassieke muziek en voor avant-garde.  Bijzonder was dat.

Ik weet niet of u ermee vertrouwd bent, maar avant-gardemuziek is doorgaans wat apart.  Het is muziek waarvan men wel eens zegt dat die leuker is om te spelen dan om naar te luisteren.  En om eerlijk te zijn: soms is avant-gardemuziek om van weg te lopen.  Maar wie ze durft te spelen, ontdekt wonderlijke dingen.

Ik leerde dus avant-gardisme kennen als leerling van een fantastische fluitleraar.  Later zag ik in dat avant-garde niet alleen vreemd kan aanvoelen, afstotend en aantrekkelijk tegelijkertijd kan zijn, maar ook heel erg nodig is.  In de muziek, meer algemeen in de kunst- en cultuurwereld, én in de samenleving.

Avant-gardisten zorgen voor vernieuwing.  Ze stellen zekerheden in vraag.  Ze gaan in tegen wat mainstream is.  Ze springen in het onbekende.  Ze schuren en wringen, de ene nog meer dan de andere.  Avant-gardisten durven het moeilijkste pad te kiezen, botsen tegen muren aan maar zijn ook in staat die te slopen. 

Beste UGent’ers

Vandaag is een dag van traditie.  Een dag geworteld in onze geschiedenis.  We koesteren dagen zoals vandaag.  Maar onze universiteit durft ook wel eens uitgesproken avant-gardistisch uit de hoek te komen.  We zijn een vrijhaven voor durf-denkers en dwarsliggers.  En zo hoort dat te zijn.

Laat mij dat illustreren met een paar voorbeelden. 

We openden in 2014 als eerste Europese universiteit een campus in Zuid-Korea.  Ongeveer niémand geloofde dat het ons zou lukken.  Toegegeven, ook ik behoorde tot de non-believers.  Maar ik zat er naast.  Meer dan 500 studenten volgen nu opleidingen van wereldniveau op onze Ghent University Global Campus.  Onderzoekers doen er toonaangevend onderzoek in de life sciences, en in de vakgebieden biotechnologie, milieutechnologie en voedingstechnologie in het bijzonder.

We zetten in 2017 een nieuwe standaard omdat we als eerste Belgische universiteit een beleggingsportefeuille samenstelden waarin geen cent naar fossiele brandstoffen gaat.  Vanwaar kwam het idee om dit te doen?  In zeer grote mate van studenten.  En van even maatschappelijk geëngageerde medewerkers.  We luisterden.  We deden er iets mee.  De beleggingsmarkt kon niet anders dan volgen.

In datzelfde jaar lanceerden we een instrument om studiekiezers beter te oriënteren.  De SIMON-test wordt inmiddels breed gebruikt en is een onmisbare hulp voor startende studenten geworden.  Het is een instrument dat wetenschappelijk gevalideerd is.  Omdat we vinden dat álles wat we doen gebaseerd moet zijn op wetenschappelijk inzicht.

We hebben sinds 2018 een van de meest vooruitstrevende loopbaanmodellen voor academici ter wereld.  Universiteiten van over de hele wereld komen in Gent inspiratie tanken om ook hún loopbanen beter vorm te geven.  Dat is nogal wat.  We zijn daar trots op.

Dit zijn slechts vier voorbeelden van hoe we stenen verlegden.  Het zijn voorbeelden van hoe we het pad vrijmaakten voor onszelf en voor anderen.

Durf, nieuwsgierigheid, experiment, perspectiefwisseling, verantwoordelijkheid, durven te falen en bij te sturen, weten en het besef van niet-weten: het zijn die elementen die ons tot dat avant-gardisme hebben gebracht.

Jazeker, wat we deden en doen wekt soms weerstand op.  Maar het brengt ons verder en maakt ons beter.  Dat is waarvoor we het deden en doen.

Een traditie van avant-gardisme dus.  Ze kenmerkt de Universiteit Gent.

Het is tijd voor een volgende avant-gardistische zet.  Ik licht die toe.  Het is een grote. 

Nu al naar 2050 kijken

De afgelopen maanden hebben tal van UGent’ers hard gewerkt aan een toekomstbeeld voor onze universiteit.  "De UGent in 2050, hoe zal dié eruitzien?"  Dat was de vraag die we ons stelden.

Hoe gaan we onze studenten een goede plek bieden om te studeren, samen te werken, te wonen, te leven, zichzelf en anderen te ontdekken?  Wordt de universiteit een grote multimediastudio, waar professoren vanachter een scherm de wereld toespreken en waarbij studenten enkel nog thuis 'op kot' gaan? 

Hoe zullen onze historische en soms iconische gebouwen ruimte laten voor experimenteren, voor nieuwe leervormen, voor digitalisering, voor internationale uitwisseling, voor levenslang leren, voor interdisciplinair en multidisciplinair onderzoek, voor flexibel werken en voor toevallige, inspirerende  ontmoetingen? 

Hoe gaan we ons verhouden tot de stad Gent - die grootste, mooiste en meest ambitieuze studentenstad van het land?  Hoe gaan we haar mee vorm geven en hoe zullen we haar toelaten om ons vorm te geven? 

Dat zijn de vragen die we ons stelden.  Het zijn belangrijke vragen.

De verbeelding van velen leidde tot de UGent van de toekomst

Wie avant-gardistisch wil zijn, heeft nood aan de grootst mogelijke verbeeldingskracht.  Zien wat niet in zicht is; luisteren naar wat niet is uitgesproken; voelen wat niet tastbaar is; gaan waar geen pad is...  Dat kan niet het werk van één mens zijn.  Ook niet van één UGent'er.

Dus hebben we mensen samengebracht.  Veel mensen.  Mensen met verschillende achtergronden.  UGent’ers met eigen noden en wensen, verzuchtingen en ideeën.

Het zijn zij die vorm hebben gegeven aan wat ik jullie vandaag mag voorstellen.  En het zijn jullie allemaal die de UGent van de toekomst zullen blíjven vormen. 

In wat volgt probeer ik u rond te leiden in de UGent anno 2050.  U hoeft daar niet voor uit uw stoel te komen.  Wel vraag ik u om niet alleen naar mij maar ook naar úw verbeelding te luisteren.

Hoe ziet de UGent eruit in 2050?

Daar gaan we.  Hoe ziet de UGent eruit in 2050?  Een paar punten vooraf.

Eén: we gaan er anders uitzien.  Echt anders.  We gaan ook een wat andere plaats innemen in de stad.

Twee: we weten wat we willen bereiken.  We willen een universiteit zijn waar nóg scherper en vernieuwender onderzoek wordt verricht en waar nóg beter onderwijs wordt gegeven.  We zijn goed, zeer goed zelfs.  Maar we moeten nog beter willen worden.  Alles wat we doen moet bovendien ten dienste staan van onze kerntaken: onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening.

Drie: we weten wat we willen tegen 2050 maar we weten nog niet precies wat de weg ernaartoe zal zijn.  Welke stappen we nog allemaal moeten zetten, wat er precies wanneer moet en zal gebeuren, dat zullen we samen ontdekken.  Ik kijk daar echt naar uit.  Ook dat is avant-gardisme: een pad durven te bewandelen zonder op voorhand elke hobbel of bocht erin te kennen, laat staan te zien.

Punt 1: een nieuwe look

Laten we beginnen met de buitenkant. 

We gaan er dus anders uitzien.  We hebben ons huidig patrimonium, onze gebouwen, onze gronden en onze positie in de stad de voorbije maanden geanalyseerd en in vraag gesteld. Ik mag wel zeggen: gróndig in vraag gesteld.

Vandaag liggen heel wat UGent-gebouwen versnipperd over de stad.  Dat is logisch.  We zijn samen met die stad groot geworden.  We zijn met elkaar verweven en onder invloed van elkaar gevormd.  Vanuit het historisch centrum is ook de UGent uitgedijd naar en tot buiten de stadsrand.

Vandaag willen we doordacht kijken naar hoe onze universiteit zich in de toékomst kan ontwikkelen. 

We willen van een wat versnipperd geheel evolueren naar een universiteit die zich bijna volledig in drie grote clusters in en rond Gent bevindt:
- een stadscluster die zich onder meer langs de Sint-Pietersnieuwstraat situeert, en loopt van de Campus Aula tot aan de Campus Ledeganck;
- een middencluster, tussen het centrum en de stadsrand, die de Campus Sterre, Campus Heymans en Campus UZ Gent omvat;
- een zuidcluster, ter hoogte van Zwijnaarde en Merelbeke.

Dit zijn drie zones waar zich al heel wat UGent-gebouwen bevinden.  We willen die zones in de komende jaren omvormen tot duidelijke campussen, waar gebouwen op een betekenisvolle manier met elkaar worden verbonden.  Waar er groen is, waar studenten en medewerkers op een duurzame manier kunnen denken, leren, doceren en samenwerken.  Waar studenten kunnen wonen.  Waar functies met elkaar verbonden zijn: les volgen, onderzoek doen, werken en samenwerken, mensen ontmoeten, van het leven proeven.  En van het leven genieten.

We willen gebouwen en campussen die minder gesloten aanvoelen dan vandaag het geval is.  We willen geen eilanden in de stad zijn.  We willen met die stad samenwerken en ermee verweven zijn.  We willen gedeelde ruimtes creëren, met meer openheid naar buurtbewoners, met tuinen waar de Gentenaar ook gebruik van kan maken, met ruimte voor toevallige ontmoetingen die creativiteit, kenniscreatie en nieuwsgierigheid stimuleren.

Punt 2: een helder doel

De vraag is natuurlijk: waarom vinden we dit alles zo belangrijk?  Waarom spreken we erover?  Waarom spreek ik er hiér over?

Dat brengt mij tot mijn tweede punt.  Die clusters, de 'buitenkant' van de toekomstige universiteit, staan ten dienste van het best mogelijke onderwijs en het best mogelijke onderzoek.  Daarover moéten we het hebben.  Onderwijs en onderzoek is wat we doen, waar we goed in zijn en wat we nog beter willen doen.

Een helder doel: onderzoek

Laten we met onderzoek beginnen.  Onderzoek is vrij.  Elke onderzoeker krijgt kansen en kan eigen onderzoekslijnen ontwikkelen.  Dat principe van academische vrijheid en autonomie is aan onze universiteit heilig.  We gaan onderzoekers dus niét vertellen wat ze moeten onderzoeken.  Niet nu en niet op weg naar 2050.

Wat willen we dan wel doen?  Mensen ondersteunen en talent alle kansen geven.  En in die steun aan onderzoekers speelt infrastructuur een belangrijke rol.  Er is niets mis met monodisciplinair onderzoek maar ook inter- en multidisciplinariteit moeten zich kunnen ontwikkelen.  Samenwerking tussen onderzoekers met verschillende achtergronden en uiteenlopende expertises brengt vaak wat schuren en wringen met zich mee, leidt soms tot onderzoek op het scherpst van de snee.

Het model van de drie clusters, met open gebouwen en ruimte voor toevallige ontmoetingen, moet dat soort onderzoek aanmoedigen.  We willen meer gedeelde onderzoeksinfrastructuur, meer synergie tussen onderzoeksdomeinen, maar ook meer schuren en wringen.

Daarom willen we onze faculteiten hergroeperen.  In de stadscluster komen de faculteiten Letteren en Wijsbegeerte, Recht en Criminologie, Politieke en Sociale Wetenschappen, de architectuurschool van de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur en de biologen van de faculteit Wetenschappen.  In de middencluster vinden we het UZ Gent, de faculteiten Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Farmaceutische Wetenschappen, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, en een deel van de faculteit Wetenschappen terug.

De andere groepen binnen de faculteiten Ingenieurswetenschappen en Architectuur, Bio-ingenieurswetenschappen, Economie en Bedrijfskunde, heel wat groepen van de faculteit Wetenschappen en de faculteit Diergeneeskunde, komen in de zuidcluster terecht.

Op het wetenschapspark in de zuidrand van Gent - het Tech Lane Ghent Science Park - zullen we een nog bruisender en duurzaam ecosysteem creëren van onderzoek en ondernemerschap, waar zowel onze onderzoekers en studenten, als bedrijven en kennisinstellingen zoals VIB, imec, VITO en Flanders Make, thuis zijn.  We bouwen het wetenschapspark uit tot een van de grootste technologiecampussen van Europa.

U vindt dit een ambitieus plan?  Prima, ik vind dat ook.  Maar ik ben ervan overtuigd dat het kan.  Als we allemaal samen aan hetzelfde zeel trekken.  Als we ervoor gaan binnen en buiten de UGent.

Een helder doel: onderwijs en studenten

De universiteit van de toekomst staat niet alleen ten dienste van het best mogelijke onderzoek, maar ook van het best mogelijke onderwijs. 

Laat het mij wat dat betreft maar meteen klaar en duidelijk gezegd hebben: de UGent is geen afstandsuniversiteit; de UGent wíl geen afstandsuniversiteit zijn; de UGent zal dus ook geen afstandsuniversiteit wórden.

Wij zijn een universiteit van mensen.  Waar studenten en docenten samenkomen, omdat dit samenkomen een essentieel element vormt van kwaliteitsvol universitair onderwijs.  Nabijheid en contactmomenten doen ertoe.  Dat is wat wetenschap ons leert.  Het is natuurlijk ook wat de voorbije paar jaren ons hebben geleerd.

We worden dus geen universiteit waar alle lessen worden opgenomen.  We worden geen multimediastudio, geen virtuele wereld.  Maar we gaan wel digitale technologie inzetten wanneer die het leerproces, het leerrendement of interculturele uitwisseling ten goede komt.  Weldoordacht.  Niet top-down opgelegd.  Vertrouwen schenkend aan onze docenten, onze opleidingsverantwoordelijken én onze studenten, die samen voor elk vak dienen uit te maken wat de meest aangewezen onderwijs- en leervormen zijn.

Laat dát een krachtig signaal zijn: het vertrouwen dat we schenken aan iedereen die actief betrokken is bij doceren en leren, om uit te maken wat het precies is, dat best mogelijke onderwijs waar het ons om te doen is.  Zoals gezegd: gebaseerd op wat wetenschap ons vertelt over doceren en leren.

Iedereen die daartoe over de nodige talenten beschikt en dat wil, moet toegang hebben tot hoger onderwijs.  Lees er de kranten op na, spreek met mensen uit het zogenaamde 'werkveld': er is een enorm tekort aan hoogopgeleide jongeren.  Mij wordt vanuit dat werkveld regelmatig gevraagd, niet zelden op behoorlijk dwingende toon: "Mijnheer de rector, zorg ervoor dat meer jongeren met een hogeronderwijsdiploma worden toegeleid naar de arbeidsmarkt alstublieft."  Ik begrijp die vraag.  Ze is terecht.

We zouden gemakkelijk voor meer universitair gediplomeerden kunnen zorgen door de lat lager te leggen en dus de kwaliteit van ons onderwijs te doen afnemen.  Welnu, dat gaan we niet doen.

We zouden nog meer inspanningen kunnen doen om álle Vlamingen/Belgen die over de nodige talenten beschikken om universitair onderwijs tot een goed einde te brengen, aan te trekken.  Door resterende drempels richting de universiteit weg te werken.  We moeten en zullen dat doen.  Maar valt het te verwachten dat op dit vlak nog zeer veel winst te boeken is?  Ik durf dat te betwijfelen, gelet op de vele inspanningen die we al doen.

Als we ervoor willen zorgen dat voldoende universitair geschoolde jongeren naar het werkveld worden toegeleid (en dan heb ik het natuurlijk zowel over de profit- als over de non-profitsector), dan zullen we meer internationale studenten moeten rekruteren.

Onze studentenpopulatie moet overigens niet alleen internationaler worden om tegemoet te komen aan de noden van het werkveld.  Interculturele uitwisseling en diversiteit zijn voor onze regio historisch gezien altijd sleutels geweest tot periodes van bloei en welvaart.  Wetenschap leert ons dat.

Ook vandaag moeten wij ons voor de wereld openstellen.  Het behoort tot onze opdracht om die wereld voor onze studenten te ontsluiten en om onze studenten in die wereld onder te dompelen.

Zoals het wat mij betreft ook tot onze opdracht behoort om beleidsmakers, politieke en andere, te wijzen op het belang van interculturele uitwisseling en diversiteit.  België én Vlaanderen hebben daar nood aan.  Een universiteit die vrank en vrij durft te pleiten voor interculturele uitwisseling, voor meer openheid ten aanzien van de wereld, en tegen navelstaarderij: ook dat is wat ik mij inbeeld, wanneer ik denk aan de UGent in en op weg naar 2050.

Punt 3: de weg ernaartoe

De UGent trekt dus op pad richting 2050.  Het wordt een uitdagende tocht. 

Aan medewerkers

Beste collega’s-UGent’ers

Durf te durven, en ga mee op pad richting 2050.  Wees een beetje avant-gardistisch.  Denk lokaal en internationaal tegelijk.  Breder dan de eigen discipline.  Ontmoet elkaar.  Sta open voor de toekomst.  Vind plezier in verandering.  Vind plezier in het experiment.

We komen uit een lastige periode en ook vandaag zijn er heel wat mensen die het lastig hebben.  De energiecrisis baart zorgen, om maar iets te zeggen. Die zorgen zijn er in de brede maatschappij én binnen onze universiteit.

Maar doemdenken is geen optie.  Is het niet uitgerekend in een tijd zoals de huidige dat uit een ambitieus project voor onze universiteit kracht en moed kan worden geput?  Is het niet uitgerekend in zo'n tijd dat het onze ambitie moét zijn om de toekomstige Universiteit Gent te verbeelden en vervolgens concreet vorm te geven?  Ik meen dat het antwoord op die vragen "ja" is.

Ik roep u allen op om daar samen werk van te maken.  We kunnen dit.

Aan studenten

Beste studenten

Dit is jullie tijd.  Komende maandag gaan jullie aan de slag, misschien voor de eerste keer.  Jullie zijn dit jaar met ongeveer 46.000, waaronder meer dan 7.600 generatiestudenten.  Ik ga een beetje vervelend-vaderlijk doen, maar wil het toch expliciet gezegd hebben: kom naar de les.  We willen jullie zien.  Omdat dat voor jullie het beste is.

Hoe je het ook draait of keert, louter online onderwijs brengt een potentieel groot, negatief effect op jullie studieresultaten met zich mee.  Naar de lessen komen wanneer die on campus doorgaan, mee vorm geven aan lessen, in interactie treden met andere studenten en met lesgevers, bij momenten drempels moeten overwinnen om dat te durven en te kunnen doen: het zijn stuk voor stuk cruciale attitudes en vaardigheden, voor jullie studieloopbaan en met het oog op jullie toekomstige carrière.

Aan de UGent studeren is veel meer dan kennis absorberen.  Wie aan de UGent studeert leert te plannen, te organiseren, op tijd te komen, problemen op te lossen, afspraken te maken en na te leven, samen te werken, anderen aan te spreken, te luisteren, te noteren en te structureren, ook zonder back-up.

Dit is onze visie op onderwijs, beste studenten.  Dit is jullie weg naar een succesvolle toekomst.  Voor minder gaan we niet.

Ik wens jullie een geweldig academiejaar toe.  Vol ontdekkingen, nieuwsgierigheid en verbeeldingskracht, vol overwonnen drempels, vol menselijk contact.

Aan beleidsmakers

Beste beleidsmakers

Ik richt mij ook tot u.

We mogen niet blind zijn voor de realiteit.  Vandaag is het hoger onderwijs voor te veel jongeren nog altijd onbereikbaar om financiële redenen, of dreigt het dat opnieuw te worden.  Dat is niet per se een kwestie van studiegelden, maar ook en steeds vaker van een gebrek aan omkadering.  Vooral op het vlak van huisvesting knellen schoenen pijnlijk.

We moeten als maatschappij durven te investeren in studentencampussen, of student villages, zoals de Vlaamse Vereniging van Studenten die ietwat hipper noemt.  Waar studenten van verschillende hogeronderwijsinstellingen een kwaliteitsvolle én betaalbare kamer kunnen huren.  Waar de nodige basisvoorzieningen te vinden zijn: resto’s, winkels, werk- en ontmoetingsplekken.  En vanzelfsprekend ook duurzaam én studentvriendelijk openbaar vervoer.

Wij hebben dit idee publiek gelanceerd; het klonk naar Vlaamse normen misschien wat... welja... avant-gardistisch.  Maar het idee werd snel omarmd, onder meer door studenten en door een aantal relevante spelers uit de bouwsector.  De minister die bevoegd is voor het beleidsdomein wonen nam vervolgens initiatief tot overleg.  Overleg dat zeer constructief en dus ook veelbelovend was.

Vanuit de UGent zullen we volop mee aan de kar trekken wat de verhoging van het aanbod aan kwaliteitsvolle en betaalbare studentenkamers betreft.  Ik roep de studenten, alle betrokken actoren in de bouw- en andere sectoren, lokale overheden en de Vlaamse overheid op om hetzelfde te doen.

Oproep

Beste collega's, beste studenten, geachte gasten

Laat mij een oproep doen aan u allen: steun ons bij de realisatie van onze ambitieuze plannen.  Spreek erover.  Draag ze uit.  Durf te denken dat het kan.  En durf ernaar te handelen.

Ook hier geldt, en laat dit meteen ook maar de kern van mijn betoog zijn:
niemand van ons kan het alleen - samen kunnen we het zeker.

Het was andermaal een eer tot u te mogen spreken.

Ik wil u bedanken voor uw aanwezigheid en voor uw zeer welwillende aandacht.

Officiële opening

Het enige wat mij nu nog rest is het academiejaar 2022-2023 officieel voor geopend te verklaren.

Moge het voor u allen een jaar vol ambitie en verbeelding worden.
Een goed jaar voor ú.
Een goed jaar voor de Universiteit Gent.
Een wezenlijke stap richting 2050 en verder.