Regeringscommissaris

Identificatie

1. Entiteit: Bestuursorgaan

2. Geautoriseerde naam: regeringscommissaris

3. Parallelle naam: commissaris van de Vlaamse regering

4. Identificatiecode: 3G

 

Historiek

1. Bestaansperiode: 1953-heden

2. Institutionele geschiedenis:
Het ambt van regeringscommissaris wordt ingevoerd door de wet van 28 april 1953. Deze ambtenaar wordt door de koning benoemd en ‘heeft het toezicht over de uitvoering van de wetten en besluiten van het hoger onderwijs’ (art. 51). De regeringscommissaris dient in de stad of agglomeratie van de universiteit te wonen. Hij krijgt de wedde van gewoon hoogleraar, maar mag geen lid zijn van het onderwijzend personeel van de universiteit. De koning kan echter afwijken van dit principe ‘ten gunste van de beheerder-inspecteur, lid van het onderwijzend personeel die tot regeringscommissaris wordt benoemd. Deze behoudt in zodanig geval de geldelijke voordelen die hij genoot.’(art. 51). De uittredende beheerder-inspecteur Prof. dr. E. Blancquaert werd de eerste regeringscommissaris met behoud van zijn professoraat. De latere commissarissen waren uitsluitend ambtenaar.
In 1953 werden de taken van de commissaris omschreven als: hij woont de vergaderingen van de raad van beheer bij met raadgevende stem. Hij heeft het recht te allen tijde door de raad van beheer te worden gehoord, inzage te nemen van dossiers aan de raad voor beraadslaging onderworpen, alsook van de notulen van de  raad van beheer en de academieraad. Hij maakt de academische overheden alle opmerkingen die hij nodig acht en kan bij de minister in opschortend beroep gaan tegen elke beslissing die hij met de wet of het algemeen belang strijdig acht. Binnen de 30 dagen beslist de minister of het veto al dan niet vernietigd wordt.

De opdracht van de regeringscommissaris werd door het decreet van 12 juni 1991 nogmaals omschreven en bij besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2003 geactualiseerd. Men onderscheidt controlerende en adviserende taken.

De controletaken behelsen:
1.  De controle op de wettelijkheid van alle beslissingen van het universiteitsbestuur. Deze controle omvat o.m.
- controle van de personeelsdossiers
- controle op de naleving van de regelgeving betreffende de overheidsopdrachten
- controle van de inschrijvingen voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap
- controle op het naleven van de bij decreet bepaalde percentages inzake personeelsformatie en aantal benoemingen.
2. De controle op de juistheid van gegevens,  zoals
- controle van het aantal financierbare studenten (nieuwe opleidingen en sociale sector)
- controle van de afgeleverde tweede cyclus- en doctoraatsdiploma's (BOF-verdeelsleutel)
- controle van de jaarlijkse naamlijst en de individuele afwijkingen inzake cumulatie
- controle van de cijfers in de begroting en in de jaarrekening van de universiteit en het universitair ziekenhuis  met inbegrip van de geldstromen tussen universiteit en universitair ziekenhuis.
3. Controle op het financieel evenwicht van de universiteiten, zoals:
- controle van de volledigheid en de juistheid van de financiële impact van de beslissingen van de universiteit
- advisering bij de begroting en de personeelsformatie van de universiteit
- advisering bij de meerjarenplannen i.v.m. de investeringen
- analyse van het jaarverslag van de universiteit analyse van de jaarrekeningen van de universiteit
- controle op de toepassing van de normen bedoeld in artikel 160 van het decreet.
4. Toezicht op de naleving van de regelgeving van toepassing op de universiteiten en op de tijdige uitvoering van de decretale en reglementaire voorschriften door het universiteitsbestuur.
5. Toezicht op de naleving van de regelgeving inzake participaties in spin offs, wetenschappelijke dienstverlening en deelname in en relaties met verenigingen zonder winstoogmerk of andere rechtspersonen.
6. Toezicht op de uitvoering van de convenants en beheersovereenkomsten gesloten tussen de universiteit en de Vlaamse regering c.q. andere overheden.

De adviserende taken oefent de commissaris uit door het bijwonen van alle vergaderingen van de universiteitsbesturen waarop punten worden behandeld waarvoor hij bevoegd is. Hij heeft er raadgevende stem.
Tegen elke beslissing van het universiteitsbestuur die hij  strijdig acht met vigerende de wetten of decreten of die het financieel evenwicht van de universiteit in gevaar brengt, dient de commissaris beroep in bij de Vlaamse Regering. Dit beroep wordt met redenen omkleed. Het wordt uitgeoefend binnen vijf vrije dagen die volgen op de ontvangst door de commissaris van het afschrift van de beslissing.
Van dit beroep wordt binnen dezelfde termijn kennis gegeven aan het universiteitsbestuur. De uitvoering van de beslissing wordt door het beroep geschorst.

 

Regeringscommissarissen

 

1953-1957 Edgard Blancquaert
1957-1987 Hans Van Acker
1987-2019 Yannick De Clercq
2019-heden Erik Maes

 

Bronnen

Wet betreffende de inrichting van het hoger onderwijs in de Rijksuniversiteiten, 28 april 1953. In: Inrichting van het hoger onderwijs in de Rijksuniversiteiten.  Gent, s.d., 13p.

Inventaris

Beste bezoeker,

De inventarissen worden momenteel bewerkt om opgenomen te worden in een archiefbeheersysteem. Indien u stukken wil raadplegen, gelieve ons te contacteren: archief@ugent.be

We begeleiden  graag uw zoektocht. Dank voor uw begrip.