Historiek van het Universiteitsarchief

Vlak na de Tweede Wereldoorlog startte de UGent met het bijeenbrengen van haar archieven. Tot 1947 werden de oudste archiefstukken in kisten bewaard in het toenmalige rectoraatsgebouw in de Voldersstraat. Deze kisten werden na de ambtsperiode van rector E. Blancquaert overgedragen aan de Universiteitsbibliotheek, waardoor waardevolle en unieke stukken als de inschrijvingsregisters van de studenten en verslagboeken bewaard zijn.

In 1954 nam hoofdbibliothecaris K.G. Van Acker het initiatief om het archief te ontsluiten. Dit gebeurde vanaf 1955 door studenten. In 1964 werd door toedoen van prof. J. Dhondt de eerste medewerker aangesteld en werd de rectoraatsbriefwisseling analytisch ontsloten.
In deze jaren werd de universitaire administratie door de toenemende bureaucratisering geconfronteerd met een groeiende papierberg.

Dit leidde in 1972 tot de oprichting van het Universiteitsarchief als ‘centrale’ dienst onder leiding van prof. K. De Clerck. De nieuwe dienst werd ondergebracht in een vleugel van het Rommelaerecomplex aan de Baertsoenkaai.

Sinds het ontstaan van het Universiteitsarchief werden meerdere initiatieven genomen om het Academisch erfgoed bij het grote publiek onder de aandacht te brengen. In 1976 werd gestart met een eigen publicatiereeks Uit het verleden van de Universiteit Gent waarin verschillende facetten van de geschiedenis van de universiteit werden belicht. Daarnaast werden doorheen de jaren meerdere tentoonstellingen opgezet.

In het voorjaar van 1980 verhuisde het Universiteitsarchief naar het Pand (Onderbergen) en in 1987 kreeg het een definitief onderkomen in de kelderverdiepingen van het rectoraatsgebouw in de Sint-Pietersnieuwstraat. In de universitaire campus op de Krijgslaan (gebouw S8) werd een bijkomende depotruimte voorzien.