Kenmerken
Drie componenten in CSL
In CSL zijn drie componenten met elkaar verweven: de academische component, de praktijkcomponent en de reflectiecomponent.
CSL als ervaringsgerichte onderwijsvorm
CSL vindt zijn roots in modellen van ‘ervaringsgericht leren’. Hierbij worden theoretische leerinhouden toegepast in een praktijkervaring, met het oog op het verwerven van vooropgestelde competenties door de studenten.
Maatschappelijk engagement in een reële context
Typisch voor CSL is dat de praktijkervaring van de student plaatsvindt in een ‘reële maatschappelijke context’. Deze context noemen we de ‘community’ of de ‘gemeenschap’ en kan op verschillende manieren afgebakend worden.
Wederkerigheid
De praktijkervaring moet zowel relevant, als betekenisvol zijn voor zowel de student, als voor de gemeenschap en/of organisatie waar deze actief is. Beiden hebben dus voordelen en leren bij. De focus ligt zowel op ‘service’ (in de gemeenschap en/of organisatie) als op ‘learning’ (van de student). Er is in die zin sprake van een win-win situatie
Curriculair
CSL maakt deel uit van het curriculum van studenten. Studenten verwerven credits wanneer ze aan de hand van de vooropgestelde evaluatievormen aantonen dat ze de beoogde competenties hebben verworven. Er zijn een aantal mogelijkheden om CSL binnen het curriculum te verankeren.