I@Home tips & tricks

Op deze pagina vindt u een overzicht van een aantal algemene richtlijnen, tips en tricks voor het beter integreren van een internationale/interculturele dimensie binnen uw lespraktijk.

Neem ook zeker een kijkje op onderstaande Onderwijstips rond internationalisering:

Internationalisation@Home in de praktijk

Het faciliteren van interculturele competenties binnen het hoger onderwijs is een belangrijk element om rekening mee te houden.  Deze competenties kan je via verschillende soorten werkvormen overbrengen, zoals bijvoorbeeld:

  • Het integreren van 'internationale' casussen en/of literatuur in je leerinhouden
  • Het bewust plaatsen van leerinhouden in een interculturele/internationale context
  • Actief gebruik maken van de culturele diversiteit binnen je studentengroep (bewust opdelen in groepen, momenten van dialoog installeren,...)
  • Het uitnodigen (fysiek of virtueel) van een internationale gastspreker

Bovenstaande werkvormen zijn relatief 'gemakkelijk' te integreren in je eigen lespraktijk en vereisen weinig tot geen drastische aanpassingen binnen uw opleidingsonderdeel. We moedigen lesgevers dan ook aan om dergelijke werkvormen zo optimaal mogelijk te gebruiken. Wetenschappelijk onderzoek stelt echter dat louter deelname aan de ‘international classroom’ niet voldoende is om studenten te ondersteunen in hun internationale/interculturele competentieontwikkeling (Leask & Carroll, 2011). Bovengenoemde traditionele vormen van I@Home, hoewel zeer waardevol, dienen om optimaal ondersteuning te bieden gekoppeld te worden aan de nodige voorbereiding, begeleiding, interactie en beoordeling. 

1. Expliciteer

Bij het uitdenken van een I@Home activiteit is het belangrijk om te vertrekken vanuit een duidelijke definitie én duidelijk referentiekader omtrent interculturele competenties. Alleen zo zal er een heldere vertaling kunnen plaatsvinden in concrete, specifieke leerdoelen en meetbare leeruitkomsten.

Gregersen-Hermans (2016) maakte een overkoepelend overzicht van de voornaamste definities van interculturele competenties en kwam tot onderstaande sleutelconcepten die als basis kunnen worden gebruikt voor het formuleren van leerdoelen.
Interculturele competenties:

  • Bouwen op het besef een 'cultureel wezen' te zijn, deel uitmakend van verschillende culturele gemeenschappen tegelijk.
  • Bestaan uit componenten in het domein van kennis, vaardigheden en attitudes.
  • Zijn geassocieerd met een taalcomponent. Een minimale taalvaardigheid is een voorwaarde voor cultureel competent gedrag.
  • Motiverende componenten en attitudes beïnvloeden de interculturele competentieontwikkeling. 
  • Positieve interacties met culturele 'anderen' vergroten het zelfvertrouwen en efficiëntie om in dialoog te gaan.
  • Bevatten processen van self-management, procesmanagement en relatiemanagement.
  • Gaan om een proces van evenwicht vinden binnen het creëren van een gezamenlijk referentiekader en tolerantie voor ambiguïteit met als doel in de relatie te blijven.
  • Gaan om evenwicht vinden tussen zich aanpassen enerzijds en het behouden van persoonlijke ruimte en identiteit anderzijds
  • Kunnen worden opgedeeld in ontwikkelingsstadia die progressief verlopen en functioneren als predictoren van functioneren.

Op basis van een duidelijke definitie van interculturele competenties kan je de duidelijke, realistiche en meetbare internationale/interculturele leeruitkomsten definiëren. Op die manier wijs je op het belang van deze competenties en help je de student om te begrijpen wélke kennis en vaardigheden vereist zijn en hoe zij hun eigen interculturele competenties optimaal kunnen ontwikkelen. 

2. Bereid voor

Voor veel studenten zal een internationale, online samenwerking met studenten van een andere cultuur een nieuwe ervaring zijn. Het is daarom belangrijk om je studenten hierop voor te bereiden, daar niet kan verondersteld worden dat men reeds over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om succesvol in dialoog te gaan met hun internationale ‘peers’. Naast de nodige taalvaardigheid is het nodig om een zekere ‘intercultural readiness’ te bezitten.

Dit kan je als lesgever op verschillende manieren faciliteren:

  • Organiseer aan de start van de activiteit een introductiemoment waarop je studenten grondig informeert over interculturele/internationale competenties, wat de verwachtingen zijn,... Maak hier ook de nodige ruimte om de mogelijke uitdagingen van interculturele uitwisseling te bespreken.
  • Voorzie tools om studenten inzicht te laten krijgen in hun 'Intercultural readiness'. Dit kan door te werken met daarvoor ontwikkelde meetinstrumenten. Er zijn verschillende tools voorhanden, maar een instrument dat binnen de faculteit reeds gebruikt wordt is de ‘Intercultural Readiness Check’, of kortweg de IRC. Deze tool bevraagt respondenten omtrent vier overkoepelende interculturele competenties. Nadien krijgt men een overzicht van waar hij/zij scoort op elk van deze competenties ten opzichte van het gemiddelde. Het rapport bevat uitgebreide uitleg over de sterktes en werkpunten van de respondent en stelt hierbij ook reflectieve vragen die je kan integreren in je lespraktijk. Voor meer info omtrent het gebruiken van deze tool, contacteer , projectmedewerker Onderwijsinnovatie.

3. Begeleid en ondersteun

Eens de studenten aan een I@Home activiteit starten, is het belangrijk om het volledige proces van interculturele uitwisseling op te volgen en, waar nodig, te ondersteunen. Het samen brengen van verschillende culturele perspectieven kan immers gepaard gaan met misverstanden of conflicten. Deze uitdagingen kunnen enorme leermomenten zijn, mits voldoende ondersteund en begeleid.

Dit kan je op verschillende manieren doen:

  • Laat studenten periodiek reflecteren op hun interculturele competenties. Dit zorgt ervoor dat men van meet af aan bewust stilstaat bij het eigen interculturele handelen én het geeft je als lesgever de nodige informatie om gericht te ondersteunen. Reflecteren kan verschillende werkvormen aannemen: dagboeken, essays, presentaties, analytische papers, dialoog, expressieve handelingen, portfolio, intervisiegesprekken, rollenspelen,… Handig hierbij is dat je studenten specifieke richtlijnen meegeeft en/of een referentiekader aanreikt om deze reflecties vorm te geven. Dit biedt de student houvast. Vaak gebruikte reflectiemethodieken zijn:
    • De kernkwadranten van Ofman (Ofman, 2001)
    • De experimentele leercyclus van Kolb (Kolb, 1984)
    • Het reflectiemodel van Korthagen (Korthagen, 2002)

  • Organiseer feedbackmomenten. Installeer binnen de I@Home activiteit de nodige ruimte waarin je in dialoog kan gaan met de student(en) omtrent de leertaak. Dit kan je op vraag van de student laten plaatsvinden of als lesgever op vaste momenten aanbieden. Belangrijk is dat de student, wanneer er ondersteuning nodig is, een kanaal heeft waarlangs begeleiding en feedback kan gegeven worden.

4. Beoordeel

 Wanneer je werkt rond interculturele competentie-ontwikkeling, zal je natuurlijk ook deze competenties moeten toetsen. Kennis van internationale inhouden kan je gemakkelijk 'meten' op de klassieke manier, maar in deze context gaat het vaker over specifieke vaardigheden en attitudes. Deze 'soft skills' zijn een pak moeilijker te kwantificeren. 

Deardorff (2011) stelt dat om interculturele competenties te meten en beoordelen je het best gebruik maakt van een combinatie van directe en indirecte assessment

Directe assessment omvat alle vormen van beoordeling waarbij de lesgever een inschatting maakt van het leerproces van de student. Enkele voorbeelden:

  • Leercontracten

Indien mogelijk kan het nuttig zijn om de student zélf specifieke leerdoelen te laten formuleren ten opzichte van zijn of haar interculturele competentieontwikkeling. Dit garandeert een relevant en effectief leerproces en laat ook toe dat de student in kwestie bewijs aanlevert voor succesvol leren. Binnen deze leercontracten wordt tussen student en lesgever afgestemd wat er zal geleerd zal worden, hoe dit gebeurt en welke resultaten men verwacht.

  • (e)Portfolio

De student legt een eigen online portfolio aan waarin hij/zij bewijs aanlevert dat er aan de interculturele competentieontwikkeling wordt gewerkt. Dit bewijsmateriaal kan allerhande vormen aannemen, van reflecties tot opdrachten tot foto's of video's. Portfolio's worden vaak beoordeeld aan de hand van vooropgestelde rubrics. Meer informatie over het aanleggen van rubrics vind je hier.

  • Kritische reflectie

 Door middel van reflectie kan je een dieper inzicht verzamelen in het leerproces van de student ten opzichte van interculturele competentieontwikkeling. 

  • Observatie

In stijgende mate wordt ook gerichte observatie gebruikt om inzicht te verkrijgen in de interculturele competentieontwikkeling van studenten. Hier kan dan expliciet gekeken worden naar wélke vaardigheden en attitudes de student in de praktijk brengt. Binnen specifieke praktijkcontexten kan dit nuttig zijn.

Indirecte assessment omvat alle vormen van beoordeling die vertrekken vanuit het studentenperspectief. Onder deze noemer vallen dus surveys of meetinstrumenten die bij de respondent informatie verzamelen over interculturele competenties. Enkele aspecten om rekening mee te houden:

  • Zorg ervoor dat de student exact begrijpt wat het meetinstrument meet en hoe dit in verhouding staat tot de geformuleerde leeruitkomsten.
  • Focus je niet alleen op deze vorm van evalueren maar combineer met een directe vorm van assessment
  • Bij de keuze van een geschikte vorm van indirecte assessment, kan je focussen op verschillende vragen: Welke leeruitkomsten moeten worden geëvalueerd? Wat 'meet' dit instrument precies? Hoe duidelijk verhoudt deze tool zich tot de vooropgestelde leeruitkomsten? Welke zijn de tekortkomingen en eventuele culturele bias verbonden aan dit instrument? Is het instrument valide en betrouwbaar? Wordt de tool theoretisch onderbouwd?