Stages

Stage in de derde bachelor pedagogische wetenschappen – afstudeerrichting sociale agogiek

  • Praktijk en Stage

In de derde bachelor doorlopen studenten een korte stageperiode waarbij het verkennend aspect centraal staat. De nadruk ligt op (een eerste kennismaking met) ‘praktijk’. Studenten worden aangemoedigd om te participeren en te experimenteren in een werkveld en werkvorm naar keuze. Ze worden daarbij ondersteund door de stagebegeleider op de vakgroep, de stagementor op de stageplaats en de medestudenten in de intervisiegroep.

De stage loopt over een periode van vier weken bij aanvang van het tweede semester. Deze periode is lesvrij. We gaan uit van 140 uur concrete aanwezigheid in de praktijk. De andere uren gaan naar studietijd (voorbereiding, literatuurstudie, stageverslag), contacturen met stagebegeleider of intervisiemomenten.

Stage in het schakelprogramma Sociaal Werk

  • Praktijktheorie en stage

Het opleidingsonderdeel praktijktheorie en stage omvat het oefenen van 'professionele vaardigheden', maar gaat uitdrukkelijk ook om de terugkoppeling vanuit de stagepraktijk naar de theorievorming en het onderzoek. Deze wisselwerking theorievorming en praktijkervaring is essentieel in het stageconcept. Dit houdt een verbinding in met het geheel van de opleiding. Dat betekent dat de stage geen ‘praktijk-eiland’ is binnen de opleiding. Dit opleidingsonderdeel beroept zich niet op een afzonderlijke theoretische basis, maar is er op gericht het inzicht in abstracte sociaalpedagogische concepten meer tastbaar te maken vanuit een concrete praktijk. Doorheen de verslaggeving en de besprekingen ligt de focus op de visie op sociaal werk en het professioneel handelen als sociaal werker. Concrete problemen en de figuur en houding van de sociaal werker zelf worden daarin gekaderd. Als sociaal werkers fixeren de studenten zich dus niet op de eigen werkvorm of de eigen persoon. De eigen werkvorm is niet het eindpunt van hun werk. Wat telt is de betekenis en legitimering van hun werk op individueel niveau (wat betekent deze praktijk in het alledaagse bestaan en zingeving van mensen?) en op maatschappelijk niveau (wat betekent deze praktijk voor het maatschappelijk debat in het kader van een meer rechtvaardige samenlevingsordening?).

De hierboven beschreven inzichten staan centraal in onze opleiding. Ze blijven voor veel studenten abstract. De inhoud van onze opleiding moet dan ook betekenisvol zijn in heel verscheiden contexten. Op de stageplaats worden deze abstracte inzichten meer tastbaar omdat ze zichtbaar worden in de specifieke en authentieke context van een sociale praktijk. We spreken van ervaringsgericht leren, de concrete beleving staat centraal. Ook de sociale component is cruciaal: op de stageplek leer je ook door observatie en discussie onder collega’s.

De stage is een jaarvak en beslaat ongeveer twee dagen per week, de vakantieperiodes uitgezonderd. We gaan uit van 170  uur concrete aanwezigheid in de praktijk. De andere uren gaan naar studietijd (voorbereiding, literatuurstudie, stageverslag), contacturen met stagebegeleider, intervisiemomenten of integratieseminaries. Het opleidingsonderdeel wordt besloten met het integratieseminarie. Het gaat hier om een exploratie van een sociaal werkpraktijk. De stage voor de schakelstudenten is expliciet gericht op het verwerven van een sociaalpedagogisch perspectief op sociale praktijken. De klemtoon ligt dus niet om het methodisch handelen, maar is ook hier gericht op de koppeling tussen sociale probleemdefiniëring en pedagogisch handelen.

Voorbeelden van stageplaatsen van de voorbije jaren zie http://www.star.ugent.be
Contactpersoon: Filip Coussée

Stage in het voorbereidingsprogramma Sociaal Werk

  • Sociaal-werkstage in het binnenland

  • Sociaal-werkstage in het buitenland

  • Sociaal-werkstage in het binnen- en buitenland

Het opleidingsonderdeel sociaal-werkstage omvat het oefenen van 'professionele vaardigheden', maar gaat uitdrukkelijk ook om de terugkoppeling vanuit de stagepraktijk naar de theorievorming en het onderzoek. Deze wisselwerking theorievorming en praktijkervaring is essentieel in het stageconcept. Dit houdt een verbinding in met het geheel van de opleiding. Dat betekent dat de stage geen ‘praktijk-eiland’ is binnen de opleiding. Dit opleidingsonderdeel beroept zich niet op een afzonderlijke theoretische basis, maar is er op gericht het inzicht in abstracte sociaalpedagogische concepten meer tastbaar te maken vanuit een concrete praktijk. Doorheen de verslaggeving en de besprekingen ligt de focus op de visie op sociaal werk en het professioneel handelen als sociaal werker. Concrete problemen en de figuur en houding van de sociaal werker zelf worden daarin gekaderd. Als sociaal werkers fixeren de studenten zich dus niet op de eigen werkvorm of de eigen persoon. De eigen werkvorm is niet het eindpunt van hun werk. Wat telt is de betekenis en legitimering van hun werk op individueel niveau (wat betekent deze praktijk in het alledaagse bestaan en zingeving van mensen?) en op maatschappelijk niveau (wat betekent deze praktijk voor het maatschappelijk debat in het kader van een meer rechtvaardige samenlevingsordening?).

De hierboven beschreven inzichten staan centraal in onze opleiding. Ze blijven voor veel studenten abstract. De inhoud van onze opleiding moet dan ook betekenisvol zijn in heel verscheiden contexten. Op de stageplaats worden deze abstracte inzichten meer tastbaar omdat ze zichtbaar worden in de specifieke en authentieke context van een sociale praktijk. We spreken van ervaringsgericht leren, de concrete beleving staat centraal. Ook de sociale component is cruciaal: op de stageplek leer je ook door observatie en discussie onder collega’s.

De stage loopt over het gehele eerste, lesvrije, semester (maar kan in principe doorlopen tot einde academiejaar).  We gaan uit van 500 uur concrete aanwezigheid in de praktijk. De andere uren gaan naar studietijd (voorbereiding, literatuurstudie, stageverslag), contacturen met stagebegeleider, intervisiemomenten of integratieseminaries. Het opleidingsonderdeel wordt besloten met het integratieseminarie.

Studenten kunnen zowel in België als in het buitenland stage lopen. Een combinatie van een binnenlandse en een buitenlandse stageplaats is ook mogelijk. Zie https://www.ugent.be/pp/nl/diensten/fdo/internationalisering voor informatie over beurzen voor buitenlandse stages.

Voorbeelden van stageplaatsen van de voorbije jaren zie http://www.star.ugent.be
Contactpersoon: Filip Coussée