Tekststructuur

Onderdelen van een paper

  1. Bedenk een titel
  2. Schrijf (eventueel) een voorwoord. Dit deel heeft niet dezelfde vereisten als de rest van je paper.
  3. Begin met een inleiding of literatuurstudie. Welke onderzoeksvraag stel je je? Wat zijn de werkhypothesen?
  4. Beschrijf je methodologie.
  5. Bespreek je resultaten. Hoe heb je de vraag proberen te beantwoorden?
  6. Geef je conclusie(s). Wat blijkt uit jouw resultaten? Hoe past dit in de bestaande kennis over het onderwerp? Zijn er verschillen met de resultaten van andere onderzoekers?
  7. Eindig met een referentielijst.
  8. Voeg enkel nuttige bijlagen toe die correct opgesteld zijn.

Je bent niet verplicht om elk onderdeel toe te voegen. Een scriptie over het naturalisme zal bijvoorbeeld een veel kleinere methodensectie hebben dan een scriptie over een nieuw geneesmiddel. Toch zijn de inleiding, de conclusie en de referentielijst noodzakelijke onderdelen van een goede paper.

Wil je zeker zijn dat je elk onderdeel hebt? Gebruik dan het scriptiesjabloon van de faculteit Letteren & Wijsbegeerte ter inspiratie.

Tips

  • Toon de inhoudelijke structuur in de inhoudstafel.
  • Gebruik de automatische inhoudstafel van jouw tekstverwerkingsprogramma of gebruik de Outline-tool in Word.
  • Maak een inhoudstafel met reliëf; schrijf geen punt na een titel. Verdiep niet meer dan drie niveaus in het reliëf: 1.3.2.3.1.
  • Denk aan de lezer: hij/zij moet in staat zijn snel iets op te zoeken. Hoofdstukken hebben een nummer en een titel, paragrafen hebben een kopje en soms een nummer. Laat ze opvallen.
  • Streef naar een evenwichtige verdeling van de hoofdstukken. Houd je aan de regel van zeven. Een hoofdstuk bevat zeven paragrafen > een paragraaf bevat zeven alinea's > een alinea bevat zeven zinnen. Als hoofdstuk één maar drie paragrafen heeft en hoofdstuk twee heeft er tien, dan zit je macrostructuur fout.
  • Bewaak de rode draad. Begin elk hoofdstuk met een korte voorutblikkende alinea. Eindig elk hoofdstuk met een samenvattende alinea die uitlegt wat er verder volgt en waarom.
  • Zorg voor duidelijke en korte subtitels in de onderdelen van je paper. Ze hebben puur een structurerende functie, dus ze hoeven niet de aandacht te trekken.
  • Orden logisch.
  • Integreer figuren, grafieken en tabellen.

Voorbeeld van algemeen naar specifiek

  1. Inleiding
  2. Evolutie van de vrouwenrechten in Turkije
  3. Internationale rechtspraak i.v.m. huishoudelijk geweld
  4. Relevante rechtspraak over positieve verplichtingen van een staat in verband met huishoudelijk geweld
  5. Arrest Opüz
  6. Uiteenzetting van de feiten
    Uitspraak van het Hof
    Art.2 EVRM
    Art.3 EVRM
    Art.14 EVRM
  7. Conclusie
  8. Referentielijst