Herbarium

Karel Otten in het herbariumHet herbarium draagt de internationaal erkende codenaam GENT (vier hoofdletters). Op de website van de Index Herbariorum kun je deze raadplegen. In totaal bevat het herbarium ongeveer 300 000 specimens. Die zijn verdeeld over:

  • herbarium Fungi, ± 100 000 sp.
  • herbarium Mossen, ± 25 000 sp.
  • herbarium Vaatplanten, ± 150 000 sp.
  • herbarium Plantentuin, ± 6 000 sp.

De collecties bestaan voor een groot deel uit gedroogde specimens die gemonteerd zijn op stevige bristols (grote specimens), of in convoluutjes (kleine specimens). Andere specimens worden op bewaarvloeistof gehouden (zoals bloemen, vruchten, wieren), nog andere specimens worden bewaard in een omslag gevuld met silicagel. Die laatste zijn verzameld met het oog op moleculair-genetische analyse.

Deze collecties worden zeer intensief benut bij het lopende wetenschappelijk onderzoek.

Sinds 1970 zijn minstens 10 doctorale proefschriften en meer dan 50 scripties (vroeger: “licentiaatsverhandelingen”) gebaseerd op specimens uit het herbarium. Daarnaast deden medewerkers van de Onderzoeksgroepen Zaadplanten en Pteridophyta van de faculteit Wetenschappen een beroep op specimens uit GENT voor meer dan 200 publicaties.

Ook andere binnenlandse en buitenlandse onderzoekers maken regelmatig gebruik van de collecties. Zij benutten het materiaal voor diverse doeleinden en bestuderen het met uiteenlopende technieken. In de “klassieke” benadering gaat het om morfologische en anatomische waarnemingen. Steeds meer dienen herbariumspecimens als bron van DNA-materiaal voor moleculair-genetisch onderzoek.

Met de steun van de Vlaamse Overheid werd het digitaliseringsproject "Linden, cross-mediaal figuur uit de negentiende eeuw" gerealiseerd. Meer informatie over dit project.

Het Vlaamse erfgoedproject 'Flore de Gand' belicht de gouden eeuw van de horticultuur in Gent vertrekkend vanuit drie negentiende eeuwse herbaria (Charles Van Hoorebeke, Aimé en Jules MacLeod). De data uit het herbarium van Charles Van Hoorebeke werden verder verwerkt in het Oost-Vlaamse erfgoedproject Florient en opgenomen binnen GBIF.