Emotionele reacties bij therapeuten

Vicky deed onderzoek naar de emotionele reacties die therapeuten ervoeren tijdens de behandeling. Hiertoe werd gebruik gemaakt van een zelfrapportagevragenlijst die de emoties, cognities en gedragingen van therapeuten met betrekking tot hun cliënten in kaart bracht. Therapeuten dienden deze vragenlijst elke vier sessies in te vullen gedurende het volledige verloop van de therapie.

De studie trachtte een antwoord te formuleren op drie onderzoeksvragen: 1) Is er een verband tussen het soort emoties dat ervaren wordt door therapeuten en de persoonlijkheidsstijl van hun cliënt (vb. brengt het werken met mensen met afhankelijke persoonlijkheidstrekken andere emoties teweeg dan het werken met cliënten met zelfkritische persoonlijkheidstrekken?); 2) Is er een verband tussen de ernst van de klachten van cliënten en de emotionele reacties van therapeuten (vb. gevoelens van overweldiging bij suïcidegedachten of gevoelens van incompetentie wanneer de klachten niet verbeteren?); 3) Is er een verschil in gerapporteerde emoties naargelang de therapeutische aanpak die wordt gehanteerd (vb. cognitieve gedragstherapeuten vergeleken met psychodynamische therapeuten).

Dit waren de belangrijkste bevindingen: therapeuten rapporteerden doorgaans positieve gevoelens ten aanzien van hun cliënten. 1) Wat betreft het verband met persoonlijkheidsstijl, suggereerde de studie dat therapeuten tijdens sessies met cliënten met afhankelijke persoonlijkheidstrekken sterkere ouderlijke en beschermende emoties ervoeren in vergelijking met cliënten met zelfkritische persoonlijkheidstrekken; 2) De ernst van de klachten aan de start van therapie leek niet samen te gaan met sterkere emotionele reacties bij therapeuten, hoewel therapeuten wel sterkere reacties rapporteerden wanneer cliënten niet verbeterden doorheen de therapie (vb. gevoelens van hulpeloosheid of inadequaatheid); 3) Cognitieve gedragstherapeuten rapporteerden sterkere emotionele reacties tijdens de behandeling dan psychodynamische therapeuten, hoewel het onduidelijk was of dit effect te wijten was aan een reëel verschil dan wel aan het anders invullen van de vragenlijst.

Doctoraatsstudent: Vicky Hennissen, MSc.