Hulpmiddelen

Ontdek en gebruik hulpmiddelen om te presenteren

  1. Gebruik een pointer om te kunnen bewegen en dingen te kunnen aanduiden.
  2. Gebruik PowerPoint, Haiku Deck, Emaze, Prezi of Sway.
  3. Doorbreek je monoloog met film- en geluidsfragmenten.
  • Controleer de beamer en de verstaanbaarheid en zichtbaarheid van je fragment voordat je met je presentatie begint.
  • Zet alles klaar zodat je niet moet zoeken tijdens je presentatie.
  • Geef het publiek een duidelijke opdracht. Waar moeten ze speciaal op letten tijdens het kijken/luisteren?
  • Zet de apparatuur uit na gebruik of zet bij een beamer het beeld uit.
  • Geef vooraf of achteraf een hand-out aan je publiek. Als je de informatie pas achteraf geeft, zeg dat dan aan je publiek. Een goede hand-out is niet te uitgebreid en bevat geen spelfouten.
  • Let bij presentaties op

    Voldoende groot lettertype

    Het publiek moet kunnen lezen wat je projecteert, schrijft, … anders biedt je hulpmiddel geen ondersteuning en erger je het publiek.

    Niet te veel info  

    De hoeveelheid info is belangrijk: het is de bedoeling dat je met een dia of projectie één concept belicht. Een paar trefwoorden of zinnetjes volstaan.

    Handig omgaan met je visuele hulpmiddelen

    Gebruik alleen hulpmiddelen waarmee je kan omgaan. Oefen vooraf.

    Richt je naar het publiek, niet naar het scherm

    Vergeet je publiek niet als je spreekt, richt je niet tot het scherm want dan verslapt de aandacht…

    Verband tussen presentatie en projectie

    Leg uit waarom je een afbeelding toont. Als je publiek het verband niet snapt, gaat de boodschap verloren.

    Lees de tekst niet af van het scherm

    Jouw publiek kan lezen, je hoeft de boodschap niet voor te lezen.Vat samen wat je projecteert.