Hartproblemen bij het paard (vb. atriale fibrillatie)

Equine Cardioteam Ghent

De universitaire kliniek beschikt over een gespecialiseerd cardiologie team paard dat een internationaal gekende reputatie heeft betreffende cardiologie bij het paard. Hartafwijkingen zoals een hart ruis of hart aritmie (onregelmatige hartslag) komen frequent voor bij paarden. Beide kunnen fysiologisch (normaal) of pathologisch zijn. Het is belangrijk om weten dat niet elke hartgeruis of aritmie met prestatieklachten gepaard gaat maar dat er occasioneel toch een risico aan verbonden kan zijn. In volgende gevallen is het aangewezen een hartonderzoek (echocardiografie en een elektrocardiogram) uit te laten voeren:

  • spoed
  • prestatievermindering
  • een duidelijk hartgerui, ook al zijn er geen prestatieklachten (vnl diastolische ruisen kunnen met een zeker risico gepaard gaan)
  • onregelmatige hartfrequentie of hartritmestoornissen
  • hoesten, zware ademhalingbij inspanning
  • pasgeboren veulens met blijvende geruisen of veulens die snel moe worden
  • onderhuids vocht onder de buik, pulsatie t.h.v. de halsvene
  • aritmie of hartgeruis bij een aankoop-/verkoopkeuring

Aritmie

Bij een fysiologisch geruis of aritmie is er een normale hartfunctie en dus geen gevaar voor paard en ruiter: het paard kan op een normale manier verder bereden worden. Bij een pathologisch geruis of aritmie is het belangrijk om in te schatten of er al dan niet een risico is voor paard en ruiter, of te verwachten is dat het probleem geleidelijk aan erger zal worden en of een behandeling moet ingesteld worden (bvb. in het geval van atrium fibrillatie).

Het belang van een hartruis wordt vastgesteld via een echocardiografisch onderzoek. Via een kleuren Doppler wordt de ergheid van een insufficiënte klep vastgesteld en wordt gekeken of er al secundaire veranderingen, zoals dilatatie, zijn opgetreden. Gespecialiseerde technieken zoals 2D Speckle Tracking (2DST) en Tissue Doppler Imaging (TDI) kunnen de hartspierfunctie beter kwantificeren. Een elektrocardiogram wordt zowel in rust als tijdens inspanning onderzocht daar sommige klep insufficiënties een ritmestoornis kunnen teweeg brengen.

De ernst van een onregelmatige hartslag kan alleen met zekerheid bepaald worden via een elektrocardiogram tijdens rust en tijdens arbeid. De meest voorkomende aritmie bij het paard is atriale fibrillatie (voorkamer fibrillatie, boezem fibrilleren). Bij de meeste paarden zijn er geen andere pathologieën (vb.: kleplekken) aanwezig waardoor een behandeling van atrium fibrillatie perfect mogelijk is. Paarden met atrium fibrillatie hebben tijdens inspanning vaak een extreem hoge hartfrequenties of zelfs ritmestoornissen van het ventrikel (de kamer) wat soms een risico kan inhouden. In de meeste gevallen gaat atrium fibrillatie gepaard met lichte tot erge prestatievermindering (afhankelijk van de soort sport). De nieuwste methode voor atrium fibrillatie is door middel van elektrische cardioversie (TVEC; onder algemene narcose). Deze techniek biedt het hoogste slaagpercentage (ongeveer 95%) en heeft de minste neveneffecten. Eens het hartritme terug genormaliseerd is naar zijn oorspronkelijk sinusritme, kan het paard terug in de sport.