Labo mastitis en melkkwaliteit (M-labo)

Laboratoriumanalyses

Voor de aanpak van uiergzondheidsproblemen is het van belang te weten welke bacteriën een rol spelen. Dit kan door een melkmonster bacteriologisch te onderzoeken. In het labo van het M-team kunnen de kiemen die mastitis veroorzaken geïdentificeerd worden en dit zowel via het routinematig bacteriologisch onderzoek als via moleculaire technieken.

Bacteriologisch onderzoek van melk

 Het bacteriologisch onderzoek van melk is een erg belangrijk onderdeel binnen de uiergezondheidsbegeleiding.

Op basis van de resultaten kunnen:

  • gerichte adviezen gegeven worden voor subklinisch geïnfecteerde dieren
  • een bedrijfsbehandelplan worden opgesteld voor klinische mastitis
  • het droogzetmanagement gericht worden bijgestuurd
  • het uiergezondheidsmanagement worden geoptimaliseerd

Ons labo werkt bij het uitvoeren van het bacteriologisch onderzoek volgens de richtlijnen van de "National Mastitis Council" en werkt samen met het Laboratorium Bacteriologie van de Faculteit Diergeneeskunde.

Indien je een bacteriologisch onderzoek hebt laten uitvoeren bij ons, kan je hier meer informatie vinden over de resultaten.

Met routine bacteriologisch onderzoek kunnen de verschillende mastitisverwekkers, zoals bijvoorbeeld Staphylococcus aureus en Streptococcus uberis van elkaar worden onderscheiden. Elke bacteriesoort bestaat echter uit meerdere verschillende bacteriestammen die elk hun eigen vingerafdruk hebben. Deze vingerafdruk kan met moleculaire technieken (= stamtypering) gevisualiseerd worden als een streepjescode en kan gebruikt worden bij de aanpak van problemen met de uiergezondheid en de melkkwaliteit op melkveebedrijven.

 

Deze vernieuwde moleculaire aanpak laat toe om:

  • een onderscheid te maken tussen een koegebonden en omgevingsgebonden probleem;
  • een onderscheid te maken tussen een niet-genezen en nieuwe infectie;
  • de puntbron van infectie op te sporen.

 

M-labo