Cardio-circulatoire fysiologie

De onderzoeksgroep 'Experimentele Heelkunde' hanteert binnen deze onderzoekslijn een globale benadering van onderzoek op vlak van de cardio-circulatoire fysiologie en implicaties van aanverwante therapeutische mogelijkheden: 

  • Opstellen van dierexperimentele modellen voor onderzoek van pathofysiologische mechanismen van cardiovasculaire disfunctie (klepdysfunctie, myocarddysfunctie, pulmonale hypertensie, hartritmestoornissen, ....)
  • Onderzoek van nieuwe therapeutische applicaties voor klepdisfunctie
  • Biofysische implicaties van cardiopulmonale bypass en interactie met bloed- en stollingsreacties

Zo wordt bv. ook ruimte geboden aan andere disciplines zoals cardiologie, anesthesie, kritische zorgen, pediatrie en chirurgie.

 

Hieronder vindt u een opsomming van alle onderzoeksprojecten:

Neurochirurgie

Bloed materiaal interactie ventriculo-sinus shunt

Obstructie van de cerebrospinale uitstroom wordt behandeld door het plaatsen van een shunt naar het peritoneum of de rechtervoorkamer. Een experimentele behandeling is het plaatsen van een ventriculosinus shunt. Er wordt onderzocht welke materialen hemocompatibel zijn en toch voldoende mechanische sterkte hebben om dit klinisch toe te passen.

Centraal laboratorium

Mechanische beproeving van gedeglyceerd weefsel

Opstapeling van suiker in het weefsel veroorzaakt verstijving van het weefsel. Een experimentele behandeling met fructasmine-3 kinase leidt tot deglycatie van het weefsel. De impact van deze deglycatie op de mechanische eigenschappen van weefsel wordt onderzocht.

Perfusie

Optimaal bloedpad voor een ECMO oxygenator

Extracorporele ondersteuning voor acuut hart en/of longfalen wordt behandeld met ExtraCorporele Membraan Oxygenatie (ECMO). De bestaande oxygenatoren werden niet ontworpen voor langdurig gebruik met als gevolg, ondanks anticoagulatie, thrombusformatie en bloedingen. Het onderzoek richt zich op optimalisatie van het bloedpad om zo de negatieve impact van de bloed-materiaal interactie te verminderen.

 

Fysiopathologie van pathologische drukopbouw in een oxygenator tijdens hartchirurgie

In minder dan 1% van hartchirurgische ingrepen met cardiopulmonale bypass wordt een pathologisch toename van het drukverval over de oxygenator waargenomen. De oorzaak hiervan is tot op heden onduidelijk. Het onderzoek richt zich op de fysiopathologie van dit fenomeen.

Anesthesie

Elektrofysiologische investigatie van pro-aritmogene eigenschappen van inhalatie-anesthetica

Hoewel inhalatie-anesthetica een cardio-protectief effect hebben, is hun effect op de intramyocardiale excitatie en bevordering van aritmie onduidelijk. Via Langendorff-preparaten van myocardiaal weefsel, wordt het effect van inhalatie-anesthetica op de elektrische eigenschappen van myocyten volgens progressieve dosisverhoging onderzocht.

 

Replicatie van druk-volume registraties van het rechterventrikel op basis van 3D-echocardiografie voor onderzoek van ventrikelwandspanning en -functie

Intra-operatieve evaluatie van de rechterventrikelfunctie blijft subjectief. Dit onderzoek beoogt de validatie van druk-volumeregistraties met behulp van simultane toepassing van 3D-echocardiografie en intraventriculaire drukmeting, in vergelijking met de standaard conductantiemeting.

Pediatrische cardiologie

Effect van stenose versus stijfheid van de aorta op ventriculo-arteriële interactie na herstel van coarctatio aortae

In een diermodel worden de sequelen van coarctatioherstel onder vorm van lange versus korte aortastijfheid en residuele stenose onderzocht naar impact op de vasculaire en cardiale hemodynamica.

 

In-vivo evaluatie van het effect van lokale aortastenose versus stijfheid op druk-flow relatie via wave-intensity analysemethode

De invloed van aortastijfheid versus residuele stenose volgens variabele lengte op de druk- en flowcurven wordt onderzocht, met specifieke focus op de separatie van forward- en backward wave variaties volgens amplitude en tijdsgerelateerde karakteristieken.

 

Studie van tijdsrelatie van mechano-elektrische veranderingen bij volume-gerelateerde rechter ventrikeldysfunctie

In een diermodel van groeiende biggen wordt significante pulmonalisklepinsufficiëntie ontwikkeld naar analogie met de heelkundige sekwellen van tetralogie van Fallot. De impact op de hemodynamische en elektrofysiologische eigenschappen van rechter- en linkerventrikelfunctie wordt onderzocht volgens een tijdslijn van 3 tot 6 maanden.

Cardiologie – Cardiochirurgie

Druk-flow relatie van de renale perfusie en invloed op reno-vasculaire arteriële hypertensie

Via een diermodel wordt de invloed van een variabele graad van unilaterale arteria renalisstenose op de druk-flow regulatie van de contralaterale nier, alsook op de arteriële bloeddrukrespons en humorale interactie via het renine-angiotensine systeem onderzocht.

 

Stikstofoxidegevoeligheid en endotheeldisfunctie in een experimenteel diermodel van differentiële pulmonale arteriële hypertensie

In een diermodel wordt pulmonale arteriële hypertensie in 1 long gecreëerd door aanbrengen van een aorto-pulmonale shunt. De hemodynamische invloed op de pulmonaaldruk en weerstand in de contralaterale long wordt onderzocht, met inbegrip van respons op NO toediening en activatie van endotheliale factoren.

 

Biomechanisch onderzoek naar de fysiologische relatie tussen de componenten van de tricuspidalisklep en de rechterventrikel: effect van verschillende chirurgische annuloplastietechnieken

De biomechanische veranderingen van de tricuspidalisklep worden onderzocht in een diermodel van acuut rechterventrikel falen door middel van registratie van de spatiële verplaatsing van piëzo-elektrische kristallen op de hoofdcomponenten van de klep. Secundair wordt het effect van verschillende annulus-stabiliserende technieken op tricuspidklepfunctie onderzocht.

Samenwerkingsverbanden

Er is een nauwe samenwerking met:

Publicaties (in het Engels)

Vragen?

  • Thierry Bové, onderzoeker

  • Filip De Somer, onderzoeker