Gedragsverandering en welzijn in tijden van COVID-19

 

Over het onderzoek

 

Wat? Een studie naar het volgen van gedragsmaatregelen en de link met welzijn in het kader van COVID-19. Dit onderzoek is gefinancierd door het Bijzonder Onderzoeksfonds van de Ugent.

Waarom doen we wat we doen? Inzicht in gedragsverandering en -behoud. De maatregelen om COVID-19 in te perken vragen van ons een grote mate aan gedragsverandering. Gedragsverandering is echter niet zo gemakkelijk. Denk maar aan het volhouden van een dieet of het starten met een actievere levensstijl. Veel mensen hebben de intentie om iets aan zichzelf te veranderen, maar slagen er niet in om dit te doen of ze houden het amper vol. Dit merkwaardig gegeven wordt in verschillende psychologische modellen uitgelegd. Een van deze modellen is de Health Action Process Approach (HAPA). Dit model wordt gebruikt voor het begrijpen van verschillende gedraging, van starten met sporten tot het consequent gebruiken van zonnemelk. Ook voor deze specifieke situatie kan het HAPA model ons helpen om ons eigen gedrag te begrijpen en - nog beter - effectief aan te passen.

Volgens het HAPA-model zijn er een aantal processen onderliggend aan het gedrag. Deze noemen we “persoonlijke determinanten”. Een eerste belangrijke determinant is “eigen-effectiviteit”. Dit is de mate waarin we onszelf in staat zien om het gedrag te stellen. Daarnaast hebben we “uitkomstverwachtingen”. Mensen die geloven dat het aanpassen van het gedrag voordelen zal opleveren (bv. “hoe beter ik me aan de richtlijnen houd, hoe kleiner de kans dat ik ziek word”) zullen ook sneller hun gedrag aanpassen dan mensen die weinig positieve verwachtingen hebben. Deze twee persoonlijke determinanten zijn een goede voorspeller voor een derde determinant, namelijk “intentie”. Intentie verwijst naar de mate waarin we - zoals het woord het zelf zegt - de intentie hebben om ons gedrag daadwerkelijk aan te passen. Men zou denken dat hiermee de klus geklaard is: mensen hebben een intentie en stellen vervolgens het gedrag. Dit is helaas niet het geval. Mensen met een intentie om hun gedrag te veranderen slagen er vaak niet in om dit daadwerkelijk aan te passen of vol te houden. In het domein van gedragsverandering noemen we dit probleem de “intentie-gedrag-valkuil”.  Het aanpassen en volhouden van het gedrag vraagt meer dan goede voornemens. Een goede voorspeller van succes is de mate waarin mensen nadenken omtrent hoe ze het gedrag gaan uitvoeren en hoe ze mogelijke hindernissen zullen oplossen.

Door wie? Onderzoekers van de vakgroepen Gezondheidspsychologie, Gezondheidspromotie, en Fysieke Activiteit en Gezondheid van de Universiteit Gent.

Contactgegevens

Melanie Beeckman ()

Ronde 1 – resultaten

Het succes van de huidige COVID-19 maatregelen is sterk afhankelijk van de mate waarin we ons gedrag kunnen aanpassen en vooral of we dit kunnen volhouden voor lange tijd. Uit voorgaand onderzoek blijkt echter dat het aanpassen van ons gedrag een stuk moeilijker kan zijn dan we oorspronkelijk zouden denken. Een welbekend en gevalideerde theorie is de Health Action Process Approach (HAPA), dit theoretisch model stelt dat je in het proces van gedragsverandering drie profielen kan onderscheiden. Pre-intenders zijn mensen die het gewenste gedrag niet stellen en daar ook geen intentie voor hebben. Intenders hebben wel de intentie om hun gedrag te veranderen, maar hebben deze intentie nog niet omgezet in daadwerkelijke aanpassingen van het gedrag. Mensen die hun gedrag succesvol hebben aangepast worden beschouwd als actors. De ondersteuning die mensen nodig hebben, hangt af van het profiel waartoe men behoort. Daarnaast benadrukt het HAPA-model dat er ook barrières (bv. stress en angst) en hulpbronnen (bv. sociale steun) zijn die het gedrag kunnen beïnvloeden. Zo is het mogelijk dat het opvolgen van de maatregelen een mentale kost met zich meebrengt waardoor deze niet worden volgehouden.

Deze studie had twee doelen voor ogen: (1) onderzoeken of we de HAPA-profielen kunnen terugvinden bij dit volledig nieuwe gedrag, namelijk het opvolgen van de COVID-19 maatregelen en (2) bestuderen hoe het gesteld is met het welzijn van individuen tijdens de COVID-19 maatregelen en hoe dit gelinkt is aan het gedrag. Op deze manier brengen we de factoren in kaart die het al dan niet volgen van de richtlijnen kunnen beïnvloeden en doen we aanbevelingen op maat die mensen kunnen helpen de richtlijnen beter op te volgen. In deze samenvatting zijn de resultaten van de eerste fase van deze studie te vinden, de antwoorden werden verzameld in de periode tussen vrijdag 20 maart en vrijdag 27 maart en dus in de beginfase van de maatregelen.

De steekproef.

2379 deelnemers vervolledigden de vragenlijst. De steekproef is echter niet representatief en bestaat voornamelijk uit jongere mensen (75% was jonger dan 44 jaar), vrouwen (80%) en mensen die hogere studies hebben gedaan (70%). Op het moment van de bevraging (beginfase; 20-28 maart) was 55% van de mensen nog steeds aan het werk (35% deed dit via telewerk). 20% ging nog steeds naar de fysieke werkplaats. Daarnaast was 8% van de steekproef technisch werkloos omwille van de pandemie. 18% van de mensen was werkzoekend, student of gepensioneerd. Opvallend is dat 80% van de mensen die nog fysiek contact hebben op hun werk verpleegkundigen zijn.

 

Resultaten.

Pre-intender, intender of actor? Binnen deze studie zagen we dat 98% van de mensen de richtlijnen met betrekking tot social distancing en handen wassen reeds opvolgde op het moment van de bevraging. Voor het hoesten of niezen in de elleboog of een papieren zakdoekje was dat 95%. We kunnen dus stellen dat een heel groot deel van de bevraagde participanten de richtlijnen van de overheid opvolgt en dus ‘actor’ is. Wat wel opvalt is dat 7% (handen wassen), 10% (niezen/hoesten in elleboog) en 20% (social distancing) van de mensen aangaven deze richtlijnen nog maar pas op te volgen. Het zal daarom belangrijk zijn deze gedragingen ook vol te houden. Vooral voor social distancing, waar 1 op 5 van de mensen aangaf dit gedrag nog niet lang te stellen.

 

Aanbevelingen op maat.

Wanneer men mensen wil aansporen om gezondheidsgedrag te stellen en dus hun eigen gedrag aan te passen, kan dit uitdagend zijn. Door mensen in te delen in bepaalde groepen wordt het gemakkelijker om gerichte en aangepaste boodschappen voor hen te maken. Zo zou het niet nuttig zijn om tips te geven omtrent wanneer men het best de handen wast aan iemand die niet van plan is om meer zijn/haar handen te wassen (i.e. een pre-intender). Pre-intenders hebben nood aan boodschappen die hen helpen om positieve uitkomstverwachtingen te krijgen (bv. Als ik mijn handen was dan heb ik een veel kleinere kans om besmet te worden) en aan boodschappen die hen overtuigen dat ze in staat zijn om het gedrag te stellen (bv. mijn handen wassen wanneer ik thuis kom is iets dat ik gemakkelijk kan doen). Intenders hebben dan weer nood aan technieken die hen helpen om het gedrag daadwerkelijk te stellen. Zo helpt het om het gewenste gedrag zo concreet mogelijk te maken (bv. Als we gaan eten dan zorg ik ervoor dat iedereen van het gezin zijn/haar handen voor min. 20 seconden heeft gewassen). Actors zijn al goed bezig. Zij hebben enkel nood aan tips omtrent hoe ze kunnen omgaan met hindernissen (bv. Wat ga ik zeggen als mijn moeder zegt dat ze eenzaam is en me vraagt om langs te komen?). Dit alles wordt ook nog eens duidelijk weergegeven op Figuur 1, deze figuur reikt voor elk van de groepen (pre-intender, intender en actor) een aantal concrete tips aan.

Figuur 1. Infographic met tips per profiel.

 Infographic met tips per profiel

 

Hoe zit het met ons welzijn in tijden van corona?

Over het algemeen zien we dat op het moment van de bevraging (beginfase) mensen goed scoorden op de verschillende domeinen van welzijn (vb. angstklachten, depressieve klachten, slaapproblemen, boosheid, sociale isolatie). Dit is een positief verhaal. We zien echter dat men verhoogde angstklachten rapporteerde. Angstklachten kwamen in sterkere mate voor bij mensen die een vermoeden hebben besmet (geweest) te zijn en bij mensen die onzekerheid ervaren omtrent het al dan niet besmet (geweest) te zijn. De angstklachten hangen samen met meer middelenmisbruik en met zorgen om zelf besmet te worden en het coronavirus te verspreiden. Jongere mensen waren minder bezorgd om zelf besmet te worden, maar maakten zich meer zorgen om het virus te verspreiden. Mensen die inwonende ouderen of jonge kinderen hebben of zorg dragen voor niet-inwonende naasten waren meer bezorgd om het virus te verspreiden. Mensen die omwille van hun werk nog contact moeten hebben met anderen, gaven aan meer middelen te gebruiken (bv. alcohol en tabak) en zich meer zorgen te maken om het virus zelf te verspreiden.

Figuur 2 toont de gemiddelde scores van participanten op de verschillende domeinen van welzijn (angst, depressie, boosheid, slaap en sociaal functioneren). De blauwe balken geven deze gemiddelde scores weer. De oranje lijn geeft het populatiegemiddelde weer, dat als referentiepunt fungeert. Scores die hoger of lager liggen dan de oranje lijn, maar nog binnen de groene zone liggen, worden niet gezien als problematisch.

Figuur 2.Gemiddelde scores op verschillende domeinen van welzijn.

Gemiddelde scores op verschillende domeinen van welzijn

 

Wat zijn mogelijke barrières of hulpbronnen om de richtlijnen te volgen of vol te houden?

Hoewel de invloed van de richtlijnen op het welzijn vooralsnog beperkt lijkt te blijven, kunnen we verwachten dat dit nog zal toenemen. Dit zal ook gevolgen hebben voor de mate waarin we de richtlijnen opvolgen. Het is daarom belangrijk zicht te krijgen op hulpbronnen en barrières voor het opvolgen van de richtlijnen. Uit de eerste resultaten blijkt dat de verhoogde angst ervoor zorgt dat mensen gemotiveerd zijn om de richtlijnen te volgen. We zien dat pre-intenders gemiddeld genomen aangeven minder bezorgd te zijn om zichzelf of anderen te besmetten in vergelijking met intenders en actors. Anderzijds kan sociale ondersteuning een belangrijke hulpbron zijn om de richtlijnen op te volgen. Een gebrek aan sociale steun kan bijgevolg een belangrijke barrière vormen voor het volgen van de COVID-19 richtlijnen. De eerste resultaten geven in lijn hiermee aan dat pre-intenders lager scoren op sociaal functioneren dan actors. Een andere belangrijke barrière is uiteraard de context waarin mensen zich bevinden en de mate waarin men de vrijheid heeft om deze richtlijnen op te volgen. Voor social distancing kon 83% van de mensen die aangeven dat ze niet van plan waren het gedrag te stellen (pre-intenders) geen 1.5m afstand houden van andere mensen omwille van hun werk.

covidrond1poster.pdf

Ronde 2 - resultaten

Wat was het doel van deze bevraging?

 Uit een eerste bevraging van ons onderzoek (vrijdag 20 maart tot en met vrijdag 27 maart) bleek dat het merendeel van onze 2379 respondenten het vrij goed deed en aangaf de maatregelen zoals handen wassen, hoesten in de elleboog of zakdoek, en social distancing (1,5 m afstand houden van personen behalve deze met wie je samenwoont)nauwgezet op te volgen. Wel gaf een groot deel van de mensen aan de richtlijnen nog maar net te volgen.  

 In een tweede ronde van dit onderzoek stelden we specifieke vragen om te peilen naar hoe de Vlaming het volgen van de maatregelen volhoudt en  denkt nog te kunnen volhouden. Het is namelijk geweten dat het op zich wel lukt om gedrag voor een korte tijd aan te passen,, maar dat om dat voor een lange tijd vol te houden zodat het op termijn  een gewoonte wordt,is er meer nodig dan louter goede intenties. Daarenboven kan dit ook  sterk verschillen van persoon tot persoon, afhankelijk van persoonlijke karakteristieken en de situatie waarin men zich bevindt. Uit andere studies vernemen we ook dat er stilletjes aan meer psychologische klachten; zoals verhoogde neerslachtigheid  en slaapproblemen en er  wordt verwacht dat deze zullen toenemen naargelang de maatregelen standhouden. Daarom stelden we ons de vraag hoe de maatregelen ons mentaal, sociaal, en fysiek welzijn op de proef stellen.

 

Wie nam er deel aan deze bevraging?

 Deze tweede bevraging werd verspreid via sociale media en kon ingevuld worden vanaf vrijdag 10 maart tot en met zondag 19 april. We hebben hierbij specifiek acties ondernomen om meer mannen te bereiken en een bredere spreiding qua opleidingsniveau te bekomen. In deze ronde werd de vragenlijst ingevuld door 821 Vlamingen (71% vrouwen en 72%  mensen met een hoger of universitair diploma, een gemiddelde leeftijd 39 jaar met de jongste 18 jaar en de oudste 82 jaar).

 In deze vierde week sinds de maatregelen ingevoerd werden is iets meer dan de helft van de respondenten nog steeds aan het werk, waarvan ongeveer 65% aan telewerk doet en 35% nog steeds naar de fysieke werkplaats gaat. Opmerkelijk, ongeveer 45% kan geen 1.5 meter afstand houden van andere mensen op de fysieke werkplaats.

 

Hoe houdt de Vlaming het volgen van de maatregelen vol na 4 weken?

Infographic1B.png

 Een positief verhaal, we doen ons best... 

 In deze bevraging lag de focus op het volgen van de drie grote maatregelen zoals gecommuniceerd door de Vlaamse overheid, namelijk (1) het volgen van de hygiënemaatregelen (regelmatig handen wassen, hoesten of niezen in een zakdoek of de

elleboog), (2) het thuis blijven (behalve voor werk, boodschappen, apotheek, post, sport of om mensen in nood te helpen), en (3) het behouden van fysieke afstand van anderen (1,5 m afstand houden van personen behalve deze waarmee je samenwoont) (zie ook de drie pijlers in de #IKREDLEVENS-campagne). Het is duidelijk dat de meeste mensen de maatregelen nog steeds opvolgen. Bovendien geven de meeste mensen aan dit reeds van in het begin van de maatregelen te doen. Dit is goed nieuws!

….maar het is niet evident!

 Een kleine groep mensen lijkt het moeilijk te hebben met het opvolgen van de hygiënemaatregelen (hoesten en niezen in elleboog, handen wassen). Voor meer dan een derde van de respondenten bleek het thuisblijven en fysieke afstand houden moeilijk. Dus, ook al geeft het merendeel aan de maatregelen goed te volgen, dit blijkt niet evident te zijn en kost veel moeite en energie.

 

Er is nood aan een toekomstperspectief

 We vroegen onze respondenten ook hoe lang zij het nog zien zitten om de maatregelen zoals ze zijn vol te houden. Opmerkelijk hier is dat slechts 2/3de het ziet zitten om de maatregelen zoals thuisblijven (61%) en behouden van fysieke afstand (69%) zo lang als nodig, te willen volhouden. De overige groep mensen geeft aan dit maar tot een bepaalde periode vol te kunnen houden (thuis blijven: 37%; fysiek: 30%). Voor de meesten situeert een haalbare einddatum voor de maatregelen zich rond de periode van eind mei (thuis blijven: 16%; fysieke afstand: 13%). Mogelijks vertellen deze resultaten ons dat mensen nood hebben aan een doel, een perspectief. Belangrijk ook om te vermelden dat een kleine groep mensen (2%) aangeeft dat ze het nu al niet meer volhouden. Ook al gaat dit slechts om een kleine groep, lijkt het belangrijk om zeker voor deze groep mensen tips en ondersteuning te bieden. Dit geldt eveneens voor de groep die duidelijk nood heeft aan een einddatum, waaruit wij voorzichtig afleiden dat het doorzettingsvermogen dus geleidelijk aan afneemt en afhankelijk wordt van een einddatum; een doel.

 

Waarom wordt het steeds moeilijker? Enkele inzichten in gedragsverandering en -behoud.

 De maatregelen om de verspreiding van COVID-19 in te perken vragen van ons een grote mate aan gedragsverandering. Vanuit het domein van de gedragsverandering weet men al lang dat gedragsverandering minder gemakkelijk is dan men zou vermoeden. Denk maar aan het volhouden van een dieet of het starten met een actievere levensstijl. Veel mensen hebben de intentie om iets aan zichzelf te veranderen, maar slagen er niet in om dit te doen of ze houden het amper vol. Dit merkwaardig gegeven wordt in verschillende psychologische modellen uitgelegd. Een van deze modellen is de Health Action Process Approach (HAPA; Schwarzer, 2008). Dit model wordt gebruikt voor het begrijpen van verschillende gedragingen, van starten met sporten tot het consequent gebruiken van zonnemelk. Ook voor deze specifieke situatie kan het HAPA model ons helpen om ons eigen gedrag te begrijpen en - nog beter - effectief aan te passen.

 

Wat zijn mogelijke tips?

 Ook in onze resultaten zien we dat mensen die moeite hebben met de maatregelen er minder de zin van inzien: ze hebben lagere verwachtingen over de effectiviteit van de maatregelen. Ze denken minder na over hoe  ze het gedrag kunnen aanpakken en hoe ze mogelijke hindernissen kunnen oplossen. Op basis van deze bevindingen geven we hieronder een aantal tips gebaseerd van modellen van gedragsverandering.

 

Infographic1C.png

  

Tips voor het volhouden van de hygiënemaatregelen

  • Maak een lijstje van de situaties waarna je zeker je handen zal wassen (bv. na het thuiskomen van de winkel, voor het eten en na het toiletbezoek).
  • Hang eventueel een post-it op plaatsen waar je je handen wast, zodat je er telkens aan herinnerd wordt. Zorg dat er steeds handzeep thuis aanwezig is

 

Tips voor het volhouden van de maatregelen omtrent thuisblijven

  • Bedenk alvast wat je zal zeggen als mensen je vragen om toch langs te komen (bv. door te zeggen het belangrijk is om nu nog even vol te houden zodat je er echt van kan genieten als je elkaar terugziet; of door voor te stellen om eens te (video)bellen).
  • Bedenk hoe je jezelf kan motiveren om vol te houden. Misschien kan je eindelijk dat boek bestellen dat je al lang wil lezen?

 

Tips voor het volhouden van de maatregelen omtrent afstand houden

  • Ga na of er een rustiger tijdstip of een rustigere route is voor je dagelijkse wandeling
  • Probeer te winkelen op momenten waarop het minder druk is
  • Wees hoffelijk en beslis om aan de andere kant van de straat te wandelen indien iemand op het voetpad te dichtbij komt
  • Denk na wat je zal zeggen indien je iemand tegenkomt die je kent

 

Naast onze persoonlijke percepties zijn er natuurlijk ook andere zaken die een invloed kunnen hebben op ons gedrag (het volgen van de maatregelen en volhouden hiervan).

 

Steun van vrienden en familie is cruciaal

 Een andere factor die een belangrijke rol kan spelen bij het volgen van de maatregelen, het volhouden hiervan en de moeite die men hierbij ervaart is de mate van steun uit de omgeving (bv. van vrienden en familie). Opnieuw een positief verhaal aangezien 90% van onze respondenten aangeeft steun te ervaren uit de persoonlijke omgeving bij het volgen van de maatregelen, toch mag het ook niet uit het oog verloren worden dat 10% aangeeft zich eerder niet gesteund te voelen door de omgeving. Dit kan een belangrijke risicogroep zijn voor het niet volhouden van maatregelen. We zien effectief dat de groep mensen die aangeeft dat ze de hygiënemaatregelen zolang als nodig kunnen volhouden meer steun ervaart dan zij die hiervoor een specifieke einddatum vooropstellen (en het dus mogelijks minder lang denken uit te houden dan nodig). Ook voor het behouden van fysieke afstand zien we dat degene die het zolang als nodig willen volhouden meer steun ervaren dan de kleine groep die het aangaf al niet meer vol te houden. Verder vonden we dat mensen die minder steun ervaren hoger scoren op depressieve gevoelens en gevoelens van sociale isolatie. Steun uit de omgeving blijkt dus een belangrijke rol te spelen bij het al dan niet volhouden van de maatregelen alsook voor ons mentaal welzijn..

 

…. maar alleenwonenden hebben het niet per se moeilijker

 Wanneer we spreken over (het gebrek aan) sociale steun, denken we al snel aan alleenwonenden als risicogroep. Onze bevindingen tonen aan dat alleenwonenden inderdaad iets minder steun ervaren uit hun omgeving in vergelijking met mensen die met minstens één iemand anders samenwonen. Desondanks blijkt deze groep toch niet meer moeite te hebben om de maatregelen vol te houden. Zowel voor het volhouden van en het ervaren van moeite bij het volgen van de hygiënemaatregelen, het thuisblijven, als het behouden van fysieke afstand zien we geen verschillen tussen mensen die momenteel alleen wonen en zij die met één of meerdere extra mensen onder één dak leven.

 Leeftijdsverschillen

We zien ook dat de groep die zegt dat ze het volgen van de thuis blijven en het houden van fysieke afstand zolang als nodig zullen volhouden iets ouder is (gemiddeld 41 jaar) dan de groep die het maar tot een bepaalde datum denkt uit te houden (gemiddeld 32 jaar).

 

Infographic1A.png

 

Hoe is het gesteld met ons mentaal welzijn?

 

Bezorgdheid om besmet te geraken of anderen te besmetten

Omwille van de onzekerheid en onduidelijkheid over het besmettingsgevaar, is dit mogelijks iets wat een groot deel van onze zorgen inneemt in deze tijden. Onze gegevens tonen dat ongeveer de helft van de mensen zich zorgen maakt om besmet te worden met het COVID-19 virus. Dit is opmerkelijk minder dan wat we zagen bij onze vorige bevraging bij het begin van de maatregelen: toen gaf iets meer dan 2/3de van de respondenten aan zich hier (veel) zorgen over te maken. Nog een verschil met de vorige bevraging is dat nu slechts 17% van de mensen aangaf zich zorgen te maken over het mogelijks verspreiden van het virus, terwijl we deze zorgen bij een vorige bevraging nog bij 1/3de van de respondenten zagen. Meer nog, we zien zelfs een lichte stijging in het aantal mensen dat zegt zich weinig of geen zorgen te maken over besmetten van anderen (van 21% naar 28%). Als mensen te bezorgd zijn, is dit niet goed voor hun mentaal welzijn. In die zin is de huidige evolutie dus positief. Anderzijds kan een gebrek aan zorgen leiden tot het minder goed opvolgen van de maatregelen. Er moet dus gezocht worden naar een gevoelig evenwicht.

 We bekeken verder ook angstklachten, boosheid, depressieve klachten, slaapproblemen en sociale isolatie en vergeleken dit met normgegevens uit een referentiepopulatie.  We zien geen verhoogde boosheid, depressieve klachten, slaapproblemen of sociale isolatie in de totale groep mensen na vier weken volgen van de maatregelen in vergelijking met cijfers in de bevolking onder “normale” omstandigheden (pre-corona). Wel zien we dat 20% van de mensen verhoogde depressieve klachten rapporteert en 22% verhoogde boosheid. Voor sociale isolatie en slaapproblemen is dat slechts respectievelijk 8% en 6%. Voor angst loopt dit zelfs op tot 32% van de respondenten. Om gerichte tips en ondersteuning te bieden is het dan ook belangrijk om zicht te krijgen op hoe deze groep eruit ziet. Wie zijn degenen die verhoogde angstklachten vertonen en op welke vlakken verschillen zij van wat we zien in de totale groep?

 

Verhoogde angstklachten

Enerzijds zien we dat deze groep relatief meer mensen omvat die moeite ervaren met het volhouden van de thuisblijf-maatregelen en het behouden van fysieke afstand dan in de totale groep. Slechts iets meer dan de helft van deze hoog-angstige groep geeft aan dat ze het nog zo lang als mogelijk kunnen volhouden, dat betekent dat ongeveer de helft dit eigenlijk minder goed ziet zitten. Wat eveneens in het oog springt is dat het merendeel  van deze angstige groep relatief (veel) zorgen rapporteert, zowel om zelf besmet te geraken (67%) als om het virus te verspreiden (83%). Deze cijfers liggen een stuk hoger dan in de totale groep.

 

Middelengebruik

Een vraag die vaak gesteld wordt is hoe het zitten met het gebruik van middelen (alcohol, roken, drugs) in deze uitzonderlijke tijden. Op de vraag om het eigen middelengebruik in de voorbije week te vergelijken met een doorsnee week (voor de maatregelen van kracht waren) geeft ongeveer 1/5de aan (veel) meer te gebruiken. Deze tendens dient zeker in de gaten gehouden te worden. De grote mate van onzekerheid die deze periode met zich meebrengt kan er inderdaad voor zorgen dat mensen op zoek gaan naar manieren om te ontstressen. Uiteraard bestaan er ook gezondere manieren om met stress om te gaan, zoals bijvoorbeeld door voldoende te bewegen (zie bewegingsdriehoek, Gezond Leven).

 

Fysieke activiteit

Uit een brede waaier aan eerder onderzoek weten we dat fysieke activiteit gunstig is voor het mentaal welzijn. Fysieke activiteit is meer dan alleen sport, het omvat ook actief transport (bv. wandelen of fietsen naar de bakker), actief zijn in het huishouden (bv. dweilen, stofzuigen,…), actief zijn in de vrije tijd (bv. met de hond wandelen) en dergelijke meer.

In onze bevraging vonden we dat ongeveer 1/3de van de mensen aangaf even fysiek actief te zijn, 1/3de gaf aan minder actief te zijn, en 1/3de gaf aan (veel) actiever te zijn. We vonden eveneens een verband met mentaal welzijn. In de groep mensen die aangaf minder in beweging te zijn dan voor de maatregelen zagen we iets hogere scores voor angst, depressieve klachten, slaapproblemen en sociale isolatie, maar dit waren slechts kleine verschillen. Verder moeten we ook opletten met uitspraken omtrent de richting van het verband, het kan dus ook zijn dat mensen juist minder fysieke actief waren omwille van deze mentale klachten.


Alleen wonen en welzijn

Tot slot wordt ook vaak de vraag gesteld of mensen die alleen wonen het moeilijker hebben in deze tijden, of zij gevoeliger zijn voor mentale problemen. In onze bevraging gaven alleenwonenden aan meer slaapproblemen en meer sociaal isolement te ervaren in vergelijking met mensen die met minstens één iemand anders samenwonen. Er waren geen verschillen op het vlak van angst, depressie of boosheid.

Ronde 3 – oproep

Waar zullen we in deze derde bevraging op focussen?

 In de periode die komt zullen de gedragsmaatregelen vermoedelijk opnieuw veranderen, het valt te verwachten dat we ons gedrag ook (opnieuw) zullen moeten aanpassen en/of bepaalde gedragsmaatregelen nog langer zullen moeten volhouden. In een volgende bevraging zullen wij deze nieuwe gedragsmaatregelen dan ook opnemen. Ook merken we dat er wat dieper ingegaan kan worden op “de uitzonderingen op de regel” en vooral hoe en wanneer mensen er voor kiezen om de maatregelen even minder nauw te nemen of zichzelf een uitzondering toe te staan. In onze vorige bevragingen ontbrak de mogelijkheid om aan te geven dat men “soms” of “meestal” de maatregelen opvolgt. In een derde bevraging zal hier ruimte voor voorzien worden, zodat jullie ons kunnen vertellen op welke vlakken het moeilijk is om de maatregelen nauw op te volgen en waar en wanneer er soms afgeweken wordt van de richtlijn en vooral in welke mate.

 

Deelnemen aan dit onderzoek?

Wilt u dit onderzoek blijven steunen, dan kan u ook deelnemen aan de derde fase van deze studie. Dit deze staat online vanaf 1 mei tot en met 10 mei  en is bedoeld voor mannen én vrouwen van alle leeftijdsgroepen vanaf 18 jaar. Help ons door deze link ook te verspreiden onder vrienden en familie ( bit.ly/gedragENwelzijn ).

  
Oproep-deelname-wave3

 

Ronde 3 - resultaten

Moeite opvolgen richtlijnen

  • 35% van de deelnemers gaf aan matig tot veel moeite te hebben met het opvolgen van de hygiënemaatregelen (vb. handen wassen). In een vorige bevraging (in maart) ging dit maar om 7%.
  • 57% gaf aan matig tot veel moeite te hebben met het opvolgen van de regel omtrent thuis blijven (behalve voor essentiële verplaatsingen). In een vorige bevraging (in maart) ging dit maar om 38%.
  • 49% gaf aan matig tot veel moeite te hebben met het opvolgen van de regel omtrent het behouden van fysieke afstand (1.5 meter), 14% ervaarde hier heel veel moeite mee. In een vorige bevraging (in maart) ging dit maar om 34%.
  • 51% gaf aan matig tot veel moeite te hebben met het dragen van een mondmasker op openbare plaatsen zoals openbaar vervoer, winkels, etc. 13% gaf aan veel moeite te hebben met het opvolgen van deze richtlijn. Let wel dat deze maatregel nog niet officieel van kracht was op het moment van de bevraging. Sommige mensen leken dit dus wel al uit zichzelf te doen, waarbij 15% ook aangaf aan dit vrijwel altijd goed op te volgen.

Bezorgdheid en angstklachten zijn verhoogd: dit mogen we niet negeren!

  •  51% van de deelnemers gaf aan zich zorgen te maken om zelf besmet te geraken; 10% was zelfs heel erg bezorgd hierover.
  • 59% gaf aan zich zorgen te maken om anderen te besmetten; 16% was zelfs heel erg bezorgd hierover.
  • De bezorgdheid om anderen te besmetten lijkt dus vaker voor te komen dan bezorgdheid om zelf besmet te geraken.
  • We zien gemiddeld nog steeds verhoogde angstklachten binnen onze totale groep respondenten. Dit was ook het geval bij onze vorige twee bevragingen in maart en april en roept dus op om hier aandacht aan te besteden. Langdurige angstklachten kunnen immers ernstige gevolgen met zich meebrengen op vlak van mentaal welzijn.

infographic-wave3.png


Op welke vlakken staan we onszelf toe om af te wijken van de regels?

  • We vroegen aan onze respondenten op welke vlakken ze zichzelf toestaan om af te wijken van de opgelegde maatregelen. 87% van de respondenten vulde deze vraag in, maar velen namen hier ook de ruimte om expliciet aan te geven dat ze niet afwijken van de regels.
  • De burgerzin lijkt bij velen aanwezig te zijn en de meeste mensen lijken zich gesteund te voelen door hun persoonlijke omgeving in het volgen van de maatregelen.
  • Een opvallend groot deel van de mensen durft op één of ander vlak af te wijken, maar de meesten geven aan dat ze hun best doen om dit minimaal te houden.
  • Een vaak voorkomend voorbeeld van iets waarbij men het gevoel had licht af te kunnen wijken van de regels waren fietsen langs het huis van de kinderen om op verre afstand even een praatje te slaan.
  • Wel zijn er grote verschillen op te merken in de gerapporteerde vormen van afwijken, dit gaat van een praatje slaan met de buren tot bij familie thuis langsgaan of zelf vrienden ontvangen.

 wave3-sectie2.png

 

Fysieke afstand behouden: hoe gaat dat?

  • Mensen gaven aan dat ze probeerden de afstand te bewaren, maar rapporteerden ook dat dit moeilijk was en ook niet altijd lukte. De intentie lijkt dus te verschillen met het effectief gestelde gedrag
  • Mensen leken vaker afstand te bewaren bij vrienden en kennissen in tegenstelling tot familie.
  • Wanneer mensen afweken van de regels, werd even vaak wél als geen afstand bewaard van anderen.

wave3-sectie3.png

 

Wat maakt het moeilijk om de regels te volgen?

  • Uit de antwoorden op deze vraag bleek dat men nogal wat frustratie ervaart omtrent andere mensen die wel afwijken van de maatregelen.
  • Veel mensen gaven aan af te wijken van de maatregelen omwille van eenzaamheid en/of gemis van anderen. Niet enkel de eigen eenzaamheid en/of het gemis van mensen maar ook de eenzaamheid en/of het gemis van anderen in de omgeving werd aangehaald als reden om af te wijken van de regels. Voorbeelden zijn het missen van (klein)kinderen of partner of het doorbreken van eenzaamheid van alleenstaande (groot-)ouders.
  • Op het werk is het vaak moeilijk om afstand te houden. Men rapporteerde dat het moeilijk wordt om dit vol te houden omdat collega’s de regels niet volgen of wanneer ze praktisch gezien niet de nodige afstand kunnen behouden (bv. verpleegkundigen, kinderopvang).
  • Sommigen gaven ook aan dat winkelen in de supermarkt een uitdaging vormde om afstand te houden omwille van beperkte ruimte of omdat anderen geen moeite doen om afstand te houden.
  • Anderen gaven aan dat grootouders nog de kinderen opvangen bij gebrek aan een andere oplossing.
  • Zelf alleenwonend zijn of iemand uit de omgeving hebben die alleen woont was een barrière om de maatregelen correct op te volgen. 
  • 1% gaf expliciet aan niet te geloven in de maatregelen of uitten kritiek op de maatregelen (bv. “te veel focus op het economische, te weinig rekening houden met de emotionele of sociale impact”).
  • Uit deze antwoorden bleek dat bezorgdheid om familieleden of vrienden een belangrijke barrière is om de maatregelen correct op te volgen. Veel mensen gaven aan nog frequent bij ouderen (grootouders of ouders) te gaan om te checken of alles in orde is, dit gaat vaak gepaard met het afwijken van de regels.
  • Verschillende respondenten gaven aan meer belang te hechten aan hun eigen psychosociaal welzijn (en dat van anderen in hun omgeving) dan aan de dreiging van het coronavirus.

wave3-sectie6.png

 
Wat maakt het gemakkelijker om de regels te volgen?

  • Mensen die niet afweken van de maatregelen, gaven aan dat ze videobellen met vrienden/familie om zo contact te hebben met elkaar.
  • Mensen die zich in een risicogroep bevinden of samenwonen met iemand uit de risicogroep gaven aan dit als motivatie te zien om de maatregelen te volgen.

 wave3-sectie7.png


Waar spreekt men af met anderen?

  • Mensen die afweken van de maatregelen, probeerden vaak om buiten af te spreken.
  • Wanneer binnen werd afgesproken was dit vaak beperkt tot dichte familieleden of een vast groepje vrienden, en ging dit over een beperkt groepje.
  • Met familieleden werd vaker binnen afgesproken in vergelijking met vrienden, waarmee vaker afgesproken werd in de tuin, op het terras of in het openbaar.

wave3-sectie5.png


Met wie spreekt men af?

  • (Schoon)ouders, grootouders en kleinkinderen werden het vaakst aangegeven als personen waarmee werd afgesproken.
  • Sommigen gaven aan verschillende wandel - of sportpartners te hebben. Sportactiviteiten werden vaak als reden opgegeven om met vrienden af te spreken.
  • Partners die niet samenwonen spraken vaak nog af, maar gaven ook aan dat de richtlijnen hieromtrent onduidelijk zijn.

 

wave3-sectie5.png

 

Wat nu?

Een vaak terugkerend antwoord is dat men aangeeft de regels nu nog op te volgen, maar dit niet te zullen blijven volhouden als de regels (omtrent sociaal contact) niet versoepelen. De versoepelde maatregel met betrekking tot sociaal contact die aangekondigd werd op 6 mei door de Veiligheidsraad lijkt ons daarom een goede keuze ten dienste van de wilskracht en motivatie van de mensen. In een volgende bevraging gaan we na hoe goed men erin slaagt  om deze maatregel vol te houden.

Ronde 4 – oproep

Deelnemen aan dit onderzoek?

Wilt u dit onderzoek blijven steunen, dan kan u ook deelnemen aan de vierde fase van deze studie. Dit deze staat online vanaf 19 mei tot en met 26 mei  en is bedoeld voor mannen én vrouwen van alle leeftijdsgroepen vanaf 18 jaar. 

Laat ons weten hoe jij de huidige maatregelen volhoudt via deze link: https://bit.ly/gedragENwelzijn )

Oproep

 

oproep-deelname-wave4

 

Ronde 4 – resultaten

wave4-welzijn-sectie1.png

 wave4-welzijn-sectie2.png

 

wave4-gedrag-sectie1.png

 wave4-gedrag-sectie2.png

Studie 'Uit je kot'

Hoe voel jij je bij de versoepelde maatregelen?

📢 Geef je mening en vul nu de onderstaande vragenlijst van de Universiteit Gent in.

☎️ Via een rechtstreekse lijn adviseren wij de overheid.

😊 Blijf jij nog wat op je hoede?

🥳 Of gaan alle remmen los?

Klik hier om deel te nemen: https://www.loomi.ugent.be/GLAUCA/index.php/228376…

 Meer info en updates over dit vervolgonderzoek in samenwerking met de vakgroep Ontwikkelingspsychologie (o.l.v. Maarten Vansteenkiste) vind je vanaf nu hier:

https://www.ugent.be/psync/nl/projecten/studiecovid19.htm

Sociale media en pers