Sarah De Pauw

Sarah De PauwSinds 1 oktober 2015 ben ik aangesteld als tenure track docent bij de vakgroep Orthopedagogiek van de Universiteit Gent. Momenteel ben ik verantwoordelijk lesgever van “Orthopedagogiek” (1e Bachelor) en “Orthopedagogiek: Praktijk, onderzoek en beleid” (1e Bachelor). Ik ben ook als medelesgever betrokken bij de vakken “Integratieseminaries” (3de Bachelor) en “Orthopedagogische Synthese” (2de Master).

Mijn onderzoek richt zich op de orthopedagogiek van kinderen en jongeren die opgroeien met een beperking (door bijvoorbeeld een ontwikkelingsstoornis zoals autisme of cerebrale parese of een genetische conditie zoals Downsyndroom). Onderzoek en praktijk benadrukken de kwetsbaarheid van kinderen die opgroeien met een beperking: gemiddeld hebben ze dubbel zoveel kans om gedrags- en emotionele stoornissen te ontwikkelen dan leeftijdsgenootjes zonder beperking. Echter, er bestaat hierbij zeer grote variatie: terwijl sommige kinderen extreem probleemgedrag vertonen, ontwikkelen andere kinderen zich relatief vlot en probleemvrij. Ook de ouders van kinderen met een beperking blijken een kwetsbare groep. Onderzoek toont aan dat deze ouders veel vaker stress en een lager welzijn ervaren, maar ook risico lopen om vaker inadequate opvoedingsstrategieën te hanteren. Echter, ook hier blijkt er zeer grote variatie te bestaan tussen ouders met kinderen met een beperking.  

Mijn onderzoek heeft als doel om deze gedragsvariatie bij kinderen met een beperking – en hun ouders - beter te begrijpen. Hiervoor bestudeer ik de impact van niet-syndroom-specifieke factoren, zoals temperament en opvoeding. Oók kinderen met een ontwikkelingsstoornis hebben een uniek temperament dat hun ontwikkeling beïnvloedt. Oók kinderen met een ontwikkelingsstoornis hebben ouders die hun kind de beste kansen willen geven doorheen hun opvoeding.

Het is hierbij belangrijk dat óók kinderen met een beperking ontwikkelen zich ‘in context’. Onderzoek moet dus niet enkel focussen op het kind, maar ook op de wisselwerking met de directe omgeving. Vanuit een transactionele visie op ontwikkeling focust mijn onderzoek bijgevolg op de wederzijdse invloeden tussen kind en ouders op de psychosociale ontwikkeling van zowel kind als ouder. Ik bestudeer hierbij niet enkel risicofactoren voor problemen bij kind en ouders (zoals stress, probleemgedrag), maar zoeken ook expliciet naar voorspellers van positieve ontwikkelingsuitkomsten (zoals sterktes, kwaliteit van bestaan). Tenslotte beoogt mijn onderzoek om de invloed van temperament en opvoeding op gedrag in kaart te brengen over verschillende ‘types van beperkingen’ in kaart te brengen. Momenteel bestudeer ik temperament, opvoeding en gedrag in kinderen met een autismespectrumstoornis, ADHD, Downsyndroom en Cerebrale Parese. Deze vier ‘doelgroepen’ representeren gezinnen met kinderen met beperkingen op sociaal, gedrags-, verstandelijk en/of fysiek vlak. Het vergelijken over deze vier groepen heen is een innovatief paradigma omdat het de risico- en protectieve factoren ‘transdiagnostisch’ in kart kan brengen. Tegelijk kan deze groepsvergelijking ook syndroom-specifieke gevoeligheden identificeren.

Een volledig overzicht van de publicaties en contactgegevens vindt u hier.