Doelstelling van de stage

De integratie van kennis, vaardigheden en attitudes

Elke stage biedt heel wat leerkansen, los van het inhoudsdomein en/of de specifieke taken. We sommen een aantal globale stagedoelstellingen op :

  • Het hoofddoel van een stage is het kennismaken met het werkveld. Binnen het competentiegerichte onderwijs wordt een stage beschouwd als hét moment om kennis, vaardigheden en attitudes te integreren. De student(e) krijgt in het werkveld oefenkansen om kennis, vaardigheden en attitudes praktisch te toetsen en verder te ontwikkelen.
  • Onafhankelijk van het studiegebied vergt de stage van jou een heel aantal algemene vaardigheden en attitudes: correct omgaan met informatie, uitdiepen van kennis, redeneervaardigheid, administratieve vaardigheden, flexibiliteit, kritische ingesteldheid, doorzettingsvermogen, organisatievermogen, resultaatgerichtheid, deontologie, omgaan met stress, kwaliteitsbewustzijn, empathie, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, samenwerking, assertiviteit, omgaan met organisatiecultuur, interdisciplinair werken,…
  • Via de stage krijg je ook inzicht in de beroepsmogelijkheden na de opleiding tot criminoloog. Door de 300u praktijkstage in het criminologisch werkveld word je bewust van jouw eigen competenties (de groeimogelijkheden alsook de beperkingen). Een stage kan een intensieve en systematische voorbereiding op een volwaardige beroepsuitoefening inhouden.

Het opzet van de stage criminologie wordt tevens verduidelijkt in de studiefiche van het opleidingsonderdeel d.m.v. volgende eindcompetenties:

  • Naargelang van de eigen interesse of persoonlijke voorkeur gespecialiseerd inzicht hebben in een aantal gebieden/specialismen/sectoren van de criminologische wetenschappen.
  • Over grondige kennis van en inzicht in de concrete sector waar stage werd gelopen bezitten.
  • Criminologische kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes zelfstandig kunnen aanwenden in het professionele werkveld.
  • Een kritische professionele houding hebben die getuigt van sociaal inlevingsvermogen, openheid en waardebewustzijn.
  • Kritisch reflecteren op eigen denken, beslissen en handelen en dit daarmee bijsturen.
  • Probleemstellend en probleemoplossend kunnen denken. Innovatieve en creatieve ideeën durven aankaarten.
  • Samenwerken aan projecten met mensen actief in het criminologische werkveld.
  • Getuigen van maatschappelijke dienstbaarheid en betrokkenheid.
  • Inzicht in de relatie maatschappij – overheid – individu – praktijk.
  • Een heldere uiteenzetting geven over een criminologisch onderwerp en deelnemen aan actuele discussies.
  • Specifieke termen (eigen aan de sector) begrijpen en kunnen hanteren.
  • Zich bewust zijn van de waarden en plichten waarop criminologen hun professionele en wetenschappelijke werk grondvesten.