Herstel en verslaving

Onderzoekslijn ‘Herstel en Verslaving’

Deze onderzoekslijn spitst zich toe op onderzoek naar methoden en interventies om herstel te bevorderen bij jongeren en volwassenen met verslavings- en andere psychische problemen. Herstel is een relatief nieuw concept binnen de verslavingzorg en geestelijke gezondheidszorg, waarbij een omslag wordt gemaakt van het traditioneel medisch model (‘klinisch herstel’/genezing/abstinentie) naar een meer dimensionale en dynamische invulling van herstel als ‘persoonlijk herstel’. Bij persoonlijk herstel heeft men vooral aandacht voor de subjectieve ervaringen en beleving van personen (‘lived experiences’) en voor hoop op een leven dat betekenisvol is en voldoening schenkt. Persoonlijk herstel wordt gezien als een individueel veranderingsproces, dat plaatsvindt in een specifieke sociaal-culturele context en waarbij zowel persoonlijke als omgevings- en maatschappelijke hulpbronnen (herstelkapitaal) bijdragen aan herstel (Sommer, Dekkers & Vanderplasschen, 2013).

Deze nieuwe, brede invulling van herstel wordt in de literatuur omschreven als een belangrijke paradigmashift (Stollenga, De Haan & De Goede, 2013). Ten eerste ligt de focus hierdoor niet langer op interventies door professionals of ‘evidence-based methoden’ als voornaamste weg naar herstel. De aandacht voor persoonlijk herstel biedt plaats aan ervaringsdeskundigheid, naast professionele kunde en theoretisch-wetenschappelijke kennis (Van der Stel, 2013). Ten tweede vertrekt men van de capaciteiten, mogelijkheden en vaardigheden van individuen, veeleer dan van hun ‘stoornis’ of tekortkomingen (Aga & Vanderplasschen, 2016). Ten derde laat de aandacht voor persoonlijk herstel ruimte aan mensen om zelf doelen en uitkomsten te bepalen die voor hen belangrijk zijn en niet noodzakelijk samenvallen met wat de hulpverlening of samenleving wil. Met deze onderzoekslijn willen we bijdragen aan de erkenning van personen met verslavings- en andere psychische problemen als gelijkwaardige burgers en aan het bevorderen van hun levenskwaliteit (Best, 2012; Laudet, 2008). Hulpverlening kan dit herstelproces ondersteunen, maar is geen noodzakelijk voorwaarde.

Lange tijd stond het onderzoek naar het ontstaan en de werking van drugvrije therapeutische gemeenschappen (TGs) centraal binnen deze onderzoekslijn. Later werd dit uitgebreid naar specifieke methoden en interventies die retentie (in behandeling blijven) en uitkomsten in TGs kunnen bevorderen, zoals het betrekken van het sociaal netwerk, case management en motivationele interventies (Broekaert, 2006). Tevens gaat er binnen deze onderzoekslijn veel aandacht naar de ondersteuning van kwetsbare groepen die binnen de hulpverlening uit de boot (dreigen te) vallen zoals gedetineerden en geïnterneerden, vrouwen en moeders met jonge kinderen, personen met psychische problemen en/of een verstandelijke beperking en personen met een migratieachtergrond. Recent onderzoek is vooral gericht op hersteltrajecten en factoren die bijdragen tot herstel en de kwaliteit van leven bij personen met een verslavingsprobleem, zowel via formele hulpkanalen als via meer informele wegen zoals AA/NA, andere vormen van zelfhulp en ondersteunende sociale netwerken.

De zoektocht naar manieren om het orthopedagogisch handelen met jongeren en volwassenen in maatschappelijk kwetsbare posities te verbeteren en aldus hun leefsituatie, maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven te verbeteren, loopt als een rode draad doorheen deze verschillende onderzoeksprojecten. Hierbij maken we op een integratieve manier gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden.

Voor een overzicht en situering van het verslavingsonderzoek aan de vakgroep verwijzen we naar een eerder verschenen artikel in het tijdschrift Orthopedagogiek: Onderzoek & Praktijk.