Lees bronnen

Lezen doe je in drie fasen

Met een goede leesmethode kan je literatuuronderzoek efficiënt verlopen.

1. Oriënterend lezen

Verken je gevonden bronnen oppervlakkig:

  • Lees de titel / ondertitel.
  • Bekijk het jaartal. Selecteer een zo recent mogelijke publicatie.

  • Controleer de relevantie en de betrouwbaarheid van de auteur.
  • Lees de achterflap.

Scan en skim de tekst:

  • Lees de inhoudstafel. Duid de relevante hoofdstukken aan.
  • Blader door de tekst: Bekijk eventuele grafieken en tabellen. Lees eventuele tussenkoppen.

2. Globaal lezen

Is de tekst nuttig, lees dan de grote lijnen:

  • Zoek of er een abstract voorhanden is en lees dat. Een abstract is een korte samenvatting van een (wetenschappelijk) artikel. Je kan ze vinden in databanken.
  • Lees de inleiding en het besluit van het boek, hoofstuk of artikel dat je geselecteerd hebt.
  • Lees de eerste en de laatste zinnen van een alinea: daar staat bij goed opgebouwde teksten de essentie van die alinea.
3. Integraal lezen

Lees nu in detail:

  • Lees grondig en actief: gebruik eventueel kleuren om de essentie van de bijzaken te onderscheiden.
  • Maak een schema om de gelezen informatie gemakkelijk terug te vinden. Let hierbij op verbanden zoals tegenstelling, vergelijking, opsomming, enz. Dat wordt vaak aangegeven door signaalwoorden. Let op: niet elke tekst is even goed gestructureerd. Soms zal je zelf een structuur moeten zoeken door alinea's met elkaar te verbinden in een schema.

Problemen van andere studenten