Onderzoek
The Unexamined/unauthorized Marcel Broodthaers (2024-2025)
AANLEIDING
Wat weten we eigenlijk over Marcel Broodthaers (1924-1976)? Als je de vele publicaties over deze kunstenaar doorbladert – waaronder meer dan twintig afzonderlijke museumcatalogi – lijkt het antwoord zowel “heel veel” als “maar weinig” te zijn. Buiten de vaak herhaalde thema’s zoals Institutionele Kritiek, de relatie tussen woord en beeld, rollenspel binnen de kunstwereld, en nationalisme, heeft het canonieke discours nauwelijks de meer indirecte aspecten van Broodthaers’ oeuvre aangeraakt.
OPZET
Als reactie hierop organiseert de onderzoeksgroep KB45 in samenwerking met de Broodthaers Society of America aan Princeton University, een tweedelige conferentie die plaatsvindt in oktober 2024 aan Princeton University en in maart 2025 in CIVA, Brussel. Deze zal nieuwe studies en kunstwerken samenbrengen die zich richten op die meer verborgen kanten van Broodthaers’ werk. Ons doel is om frisse inzichten te stimuleren en nieuwe perspectieven te onthullen die het reeds indrukwekkende corpus aan onderzoek naar deze grote Belgische kunstenaar verrijken.
Wanneer we Broodthaers’ werk vanuit een ander perspectief bekijken, duiken er tal van latente thema’s op: zijn gebruik van strikte tonale tegenstellingen als poëtische middelen (wit en zwart, licht en schaduw); zijn geënsceneerde opvoeringen van mannelijkheid en reproductie; zijn geloof en ongeloof in kunst; en zijn liefde voor slapstick en Les Pieds Nickelés-achtige humor. Een van de meest vruchtbare, maar nog nauwelijks onderzochte aspecten is echter Broodthaers’ verhouding tot Amerika – een plaats waar hij vaak naar verwees en zelfs over fantaseerde, deels omdat hij nooit een voet zette op het Noord- noch Zuid-Amerikaanse continent.
De tweedelige conferentie wordt georganiseerd door Stefaan Vervoort en Wouter Davidts van KB45 (Universiteit Gent), en Joe Scanlan, professor aan Princeton University en oprichter van de Broodthaers Society of America, met steun van hun respectieve instellingen.
Kunstsystemen in Latijns-Amerika. Een reizende tentoonstelling uit Buenos Aires (2024-2025)
AANLEIDING
Kunstsystemen in Latijns-Amerika is een tentoonstelling hedendaagse Latijns-Amerikaanse kunst die reisde van Antwerpen, Brussel, Londen, Parijs naar Ferrara in de jaren 1974-75. Vijftig jaar nadat deze voor het eerst voet aan wal zette in Antwerpen cureert de onderzoeksgroep KB45 in samenwerking met het M HKA een archiefpresentatie aan deze tentoonstelling.
HISTORIEK
Jorge Glusberg, directeur van het Centro de Arte y Comunicación (CAyC) in Buenos Aires, organiseerde Kunstsystemen in Latijns-Amerika in samenwerking met Florent Bex, directeur van het Internationaal Cultureel Centrum (ICC) in Antwerpen. Samen met de werken in de tentoonstelling reisden ook een twintigtal Latijns-Amerikaanse kunstenaars mee naar België. Voor een aantal onder hen betekende deze verplaatsing het begin van een boeiend traject doorheen Europa waarbij nieuwe ontmoetingen en nieuwe plekken hun werk blijvend zouden tekenen.
OPZET
Aan de hand van archiefdocumenten belicht de presentatie de nieuwe vormen van mobiliteit die deze kunst in het midden van de jaren 1970 introduceerde. Aspecten van transport, migratie, draagbare kunst(systemen) tot politieke mobilisering worden gekaderd binnen de bredere artistieke, institutionele en cultuurpolitieke context van de jaren 1960 en ‘70.
Kunstsystemen in Latijns-Amerika loopt van mei 2024 tot januari 2025 en wordt samengesteld door Ine Engels, Elize Mazadiego en Wouter Davidts.
Acht jaar. Joseph Kosuth in Gent van 1990 tot 1998 (2024)
AANLEIDING
Acht jaar. Joseph Kosuth in Gent van 1990 tot 1998 - een cross-referentiële tentoonstelling van informatie over de aanwezigheid van een Amerikaanse kunstenaar in een Belgische stad - is het resultaat van onderzoek uitgevoerd in het kader van een bachelor- en masterproef in de Kunstwetenschappen door Gertjan Oskar, onder begeleiding van prof. Wouter Davidts. Het onderzoek vond plaats binnen de onderzoeksgroep KB45, die zich richt op binnen- en buitenlandse protagonisten in het naoorlogse veld van de hedendaagse kunst in België.
HISTORIEK
In 1990 vestigt de Amerikaanse kunstenaar Joseph Kosuth, pionier van de conceptuele kunst, zich in België. Na meerdere artistieke passages in de stad tijdens de jaren 1970 en 1980 verhuist hij zowel zijn atelier als zijn huishouden van de metropool New York naar een herenhuis in de Maagdestraat in Gent. Samen met zijn echtgenote, kunsthistorica en curator Cornelia Lauf, en later hun twee kinderen, woont hij daar tot 1998.
OPZET
De tentoonstelling Acht jaar. Joseph Kosuth in Gent van 1990 tot 1998 toont sporen van Kosuths aanwezigheid en activiteiten in Gent vóór, tijdens en na zijn verblijf in de stad. Aan de hand van een uitgebreide selectie van historische documenten, foto’s, persmateriaal, publicaties, boeken, kunstwerken en brieven uit zowel privé- als institutionele archieven, werpt de tentoonstelling een licht op het spanningsveld tussen de internationale kunstwereld en een specifieke lokale context enerzijds, en het privéleven en het publieke werk van een kunstenaar anderzijds. De tentoonstelling toont aan dat een hedendaagse kunstpraktijk zich altijd ontwikkelt binnen een complex netwerk van internationale contacten en lokale spelers, maar ook steeds gepaard gaat met een sociale dynamiek tussen kunstenaar en partner, gezin, collega’s en vrienden.
De tentoonstelling loopt van februari tot april 2024 in VANDENHOVE en wordt samengesteld door Gertjan Oskar en Wouter Davidts.
Ruimte voor Philippe Van Snick (2023-2024)
AANLEIDING
Het project 'Ruimte voor Philippe Van Snick. Fysieke en digitale ruimte voor het bewaren en publiek ontsluiten van het archief Philippe Van Snick (1968-1990)' is een pilootproject nalatenschappen Kunstenerfgoed.
Met het oog op de schenking van het archief van de kunstenaar aan de Gentse Universiteitsbibliotheek zet de vzw Archief Philippe Van Snick een exemplarisch traject uitzetten voor de transitie van een kunstenaarsarchief van private bewaring naar een publieke ontsluiting, in samenwerking met de onderzoeksgroep KB45, Boekentoren, GhentCDH (Ghent Center for Digital Humanities) en het CKV (Centrum voor Kunstarchieven).
OPZET
Het project heeft als doel delen van het archief van de kunstenaar uit de periode 1968-1990 te transformeren tot een digitale werkomgeving binnen de Estate Philippe Van Snick. Dit omvat waardering, selectie, inventarisering en digitalisering van relevant materiaal. Het fysieke archief wordt geschonken aan de Universiteitsbibliotheek. Met dit project willen de projectpartners eveneens een protocol ontwikkelen voor archiefoverdracht en deze best practice delen met de sector. Het project wordt afgerond op 31 augustus 2024.
Kiezen voor kunst. Drie tentoonstellingen van hedendaagse beeldende kunst tijdens Antwerpen ‘93, culturele hoofdstad van Europa (2023-2024)
AANLEIDING
In oktober 2023 opent de archiefpresentatie Kiezen voor kunst. Drie tentoonstellingen van hedendaagse beeldende kunst tijdens Antwerpen ‘93, culturele hoofdstad van Europa gecureerd door de onderzoeksgroep KB45 in samenwerking met het M HKA. De archiefpresentatie is gewijd aan drie tentoonstellingen van hedendaagse kunst die deel uitmaakten van het hoofdprogramma Beeldende Kunst van het project Antwerpen 93, Culturele Hoofdstad van Europa.
HISTORIEK
Onder leiding van Bart Cassiman (°1961) werden er tijdens het project Antwerpen 93, Culturele Hoofdstad van Europa tentoonstellingen georganiseerd in het Middelheim (Nieuwe beelden), het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Het sublieme gemis. Over het geheugen van de verbeelding) en het MUHKA (Vertrekken vanuit een normale situatie en deze hervertalen in elkaar overlappende en meervoudige lezingen van condities uit heden en verleden).
OPZET
Ruim dertig jaar na datum blikt Kiezen voor kunst aan de hand van documenten uit publieke en private archieven terug op de rol, plaats en betekenis van deze drie tentoonstellingen binnen het project Antwerpen 93. In het kader van de tentoonstelling organiseert de onderzoeksgroep KB45 eind oktober 2023 de studiedag Dossier Antwerpen 93, in samenwerking met het Centrum voor Stadsgeschiedenis van de Universiteit Antwerpen (Prof. Ilja Van Damme) en met de steun van UGent (faculteit Letteren en Wijsbegeerte), M HKA, De Cinema en stadsarchief/FelixArchief.
Kiezen voor kunst loopt van oktober 2023 tot mei 2024 en wordt samengesteld door Eléa De Winter en Wouter Davidts.
De Zonnelied Collectie: Studie voor een toon- en bewaarplek voor de collectie van Zonnelied (2022)
AANLEIDING
VZW Zonnelied, een dienstverleningscentrum voor personen met een beperking, huisvest in haar voorzieningen al meerdere decennia beeldende ateliers voor bewoners en dagverblijvers. Naast het aanleggen van een eigen collectie van het beeldend werk dat er gemaakt wordt, organiseert vzw Zonnelied ook regelmatig tentoonstellingen van die collectie. Zo werd naar aanleiding van de 40ste verjaardag in 2021 een overzichts-tentoonstelling ingericht in Gemeenschapscentrum De Markten in Brussel. Werk uit de collectie van Zonnelied is regelmatig te zien in musea in binnen- en buitenland en is opgenomen in private collecties.
Om de werking en output van de beeldende ateliers zichtbaar te verankeren binnen de werking van vzw Zonnelied heeft het dienstverleningscentrum de ambitie uitgesproken om een plek in te richten waar de eigen collectie permanent getoond en bewaard kan worden.
OPZET
In opdracht van vzw Zonnelied maakte de onderzoeksgroep KB45 een studie naar een toon- en bewaarplek voor de collectie van de voorziening. De studie brengt instellingen in Vlaanderen en de wijdere internationale omgeving in kaart, waarbij gekeken zal worden naar zowel plekken die zich specifiek richten op beeldend werk van mensen met een beperking als naar plekken waar het al (of niet) aan bod komt.
De studie wordt afgerond in 2022. Het document leverde de basis voor de consolidering van de artistieke werking binnen vzw Zonnelied. Op zondag 17 maart wordt officieel de eerste steen gelegd van de Kunstwerkplek De Loods op de campus ’t Zinneke in Brussel.
50 jaar Frans Masereel Centrum (2022)
AANLEIDING
In 2022 bestaat het Frans Masereel Centrum in Kasterlee 50 jaar. De instelling wil dit jubileum aangrijpen om de geschiedenis van het Centrum te schrijven. Dit verhaal zal resulteren in een publicatie met mogelijk een tentoonstelling en/of een website.
De onderzoeksgroep KB45 is door de Vlaamse Gemeenschap aangesteld om het onderzoek te voeren ter voorbereiding van het jubileum in 2022.
HISTORIEK
De oorsprong van het Centrum ligt bij een verzameling oude drukpersen van de grafische kunstenaar Fons Mertens. Om deze te huisvesten geeft hij begin jaren 1970 de opdracht aan architect Lou Jansen om een atelier voor diepdruk, hoogdruk, zeefdruk en lithografie te ontwerpen. In 1972 wordt het gebouw onder impuls van toenmalig minister van Cultuur Frans Van Mechelen opgekocht door de Belgische Staat. Het nieuwe Centrum wordt vernoemd naar de befaamde graficus en houtsnijder Frans Masereel die in datzelfde jaar is overleden. Er worden ook studio’s bijgebouwd, zodat het Centrum naast atelier en tentoonstellingsruimte ook als residentieplek kan fungeren.
Vandaag profileert het Frans Masereel Centrum zich als “een creatieplek maar ook een platform voor kennisoverdracht, internationale samenwerking en navorsing.” Jaarlijks verblijven een zestigtal (inter)nationale kunstenaars voor periodes van drie tot zes weken in Kasterlee, waarbij ze gebruik kunnen maken van de grafische werkplaats en de tentoonstellingsruimte.
Het Frans Masereel Centrum heeft doorheen de jaren een belangwekkende grafiekcollectie en -archief uitgebouwd. Al sinds de oprichting in 1972 staat elke kunstenaar na een verblijf in het Centrum een kunstwerk af.
In het voorjaar van 2019 opent het Frans Masereel Centrum een nieuwe vleugel, ontworpen door de Japanse architect Hideyuki Nakayama, in samenwerking met Ido Avissar van het Parijse bureau LIST. Deze nieuwbouw huisvest het digitale atelier, de collectie en een projectruimte.
ARCHIEF
Het Frans Masereel Centrum bezit een uitgebreid archief (knipselmappen, correspondentie en administratie). Daarnaast bezit het Centrum ook een rijke collectie aan drukwerk. Een inventarisatie en studie van het archief van het Centrum laat toe om een gedetailleerd portret te schetsen van een zowel lokaal als internationaal unieke instelling.
OPZET
Het onderzoeksproject over de geschiedenis van het Frans Masereel Centrum heeft een meervoudige inzet:
- cultuurpolitiek: Het Frans Masereel Centrum is perifeer gelegen: in de Kempen, nabij Turnhout. Het is een lokaal initiatief maar wordt in 1972 officieel opgericht als een Rijkscentrum door minister van Cultuur Frans Van Mechelen, zelf afkomstig uit de Kempen (Turnhout). De historiek van het Centrum biedt een inkijk in het kunst- en cultuurbeleid in België en Vlaanderen van de afgelopen 50 jaar, en de spanningen tussen lokale, provinciale, regionale en nationale cultuurpolitiek.
- artistiek: het Frans Masereel Centrum heeft doorheen de jaren elke Belgische kunstenaar ontvangen die met grafische en druktechnieken werkte (van Marcel Broodthaers, Roger Raveel en Jef Geys tot minder bekende kunstenaars), alsook menig internationale kunstenaar. Het palmares van het Centrum biedt een unieke lens om de ontwikkeling van de grafische kunsten in België te bestuderen.
Plus-Kern galerie (2020-2024)
AANLEIDING
In 2020 werd door Jenny Van Driessche het archief van Galerie Plus-Kern (tentoonstellingsgeschiedenis, kunstenaarscorrespondentie, persknipsels, administratie) geschonken aan de Universiteitsbibliotheek van de UGent.
In samenwerking met het personeel van de Universiteitsbibliotheek wordt dit archief door de onderzoeksgroep KB45 ontsloten door middel van inventarisatie, digitalisering en studie van de archieven. De rol en activiteiten van zowel Jenny Van Driessche als Yves De Smet wordt onderzocht, en de betrokken kunstenaars en het tentoonstellingsbeleid van Plus-Kern galerie wordt in een lokale en internationale context geplaatst.
HISTORIEK
Galerie Plus-Kern, een initiatief van kunstenaar Yves De Smet en zijn echtgenote Jenny Van Driessche, opende in het voorjaar van 1969 de deuren. Het 'centrum voor konstruktieve vormgeving' — zoals het echtpaar De Smet/Van Driessche hun galerie doopten — was gevestigd in een herenhuis in de Gebroeders Vandeveldestraat 16 in Gent. Plus-Kern omvatte een designshop, een grafiekafdeling en verschillende expositiezalen waar zowel binnen- als buitenlandse kunstenaars te gast waren. De Smet en Van Driessche focusten aanvankelijk vooral op de geometrisch abstracte en kinetische kunst, alvorens een meer conceptuele benadering voor te staan. Gezichtsbepalende kunstenaars in de beginperiode waren François Morellet, Jan Schoonhoven, Amédée Cortier, Leo Copers en Raoul De Keyser. Er werden niet alleen exposities ingericht in Gent, maar ook in andere steden en dorpen in Vlaanderen. Van Driessche richtte onder meer een 'one day show' in op haar buitengoed in Zaffelare. Aan het programma en de kunstactualiteit werd aandacht geschonken in Plus-Nieuws, een door Yves De Smet samengesteld magazine waarvan van september 1969 tot januari 1972 achttien nummers verschenen.
In 1972 trok Yves De Smet zich terug uit Plus-Kern, waarvan het programma voortaan enkel door Jenny Van Driessche werd bepaald. In 1973 opende Van Driessche een kleine expositieruimte in de Galerie Le Bailli, een kleine shopping mall nabij de Louizalaan in Brussel, waar onder impuls van Fernand Spillemaeckers een aantal galeristen de handen in elkaar sloegen. Een jaar later gooide Van Driessche de handdoek in de ring. Met tentoonstellingen van Amédée Cortier, Yves De Smet, Leo Copers, François Morellet en een anonieme kunstenaar kwam er een einde aan Plus-Kern.
In 1983 kocht en verbouwde Van Driessche een herenhuis in de Vandernootstraat 66 in Brussel. Deels met kunstenaars met wie ze reeds gewerkt had tussen 1969 en 1974, deels met andere kunstenaars kreeg opnieuw een indrukwekkend programma gestalte. Van Driessche bracht exposities van gevestigde kunstenaars, onder wie Carl Andre, Carel Visser en Leo Copers, maar ook jonge en/of debuterende talenten als Wim Delvoye, Richard Venlet en Carlo Mistiaen.
In 1992 kwam er een definitief einde aan Plus-Kern.