DrugInt: Drughulpverlening voor verzoekers om internationale bescherming (2023-2025)

Hoewel middelengebruik bij mensen op de vlucht na aankomst in een Europees land vaak lager blijkt te zijn dan gebruik in de algemene bevolking, verhoogt het gebruik naargelang men langer in het Europees land verblijft (EMCDDA, 2022). Dit kan te maken hebben met zowel postmigratiefactoren op individueel (vb. trauma) en omgevingsniveau (vb. opvangomstandigheden) als met de confrontatie met een nieuwe gebruikerscultuur.

Druggerelateerde incidenten blijken in het Europees opvangnetwerk voor verzoekers om internationale bescherming een groeiend probleem te zijn waar de setting onvoldoende op afgestemd is. Dit werd vastgesteld in een studie uitgevoerd door dr. Charlotte De Kock (ISD / CESSMIR) in opdracht van het Europees drugs- en asielagentschap (EMCDDA & EUAA, 2023).

Respondenten in deze studie observeren een stijging in het niet-medisch gebruik van medicatie waaronder opioïden (bv. Tramadol©), Pregabaline (Lyrica©), buprenorfine (Subutex©) en benzodiazepinen zoals clonazepam (bv. Rivotril©) in de Europese opvangcentra. De studie signaleert eveneens dat professionelen in de Europese opvangsetting een hoge nood ervaren aan meer kennis en vaardigheden over druggerelateerde fenomenen in de opvangcentra. Ook andere internationale en Europese studies benadrukken de nood aan meer aandacht voor druggerelateerde fenomenen en interventies in de opvangsetting (Greene et al., 2022, van Selm et al., 2023).

In België zijn er geen studies beschikbaar die inzicht geven in de prevalentie van het middelengebruik bij personen met een vluchtachtergrond. Onderzoek wijst wel uit dat personen zonder de Belgische nationaliteit ondervertegenwoordigd zijn in de residentiële drughulpverlening (De Kock, Blomme et al., 2020). Bovendien is de Belgische residentiële drughulpverlening weinig toegankelijk voor personen die geen van de landstalen machtig zijn en verloopt doorverwijzing moeizaam (De Kock, 2021, 2022). Ook blijkt er te weinig aandacht de zijn voor migratie gerelateerde factoren in de drughulpverlening (Pouille et al., 2022).

Fedasil steunt in 2023-2025 het DrugInt onderzoeksproject om de situatie van middelengebruik en daaraan gerelateerde interventies in de Belgische opvangsetting beter te begrijpen en aan te pakken. Dit project wordt uitgevoerd in het kader van een samenwerking tussen twee onderzoekscentra aan Universiteit Gent: het Instituut voor Sociaal Drugonderzoek (ISD) en het Centrum voor de Sociale Studie van Vluchten en Migratie (CESSMIR). Begin 2024 verscheen het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen (in het Frans en in het Nederlands). Er werden in het kader van dit project ook een infographic en knowledge clips in het Frans en in het Nederlands voor Fedasil medewerkers ontwikkeld.

In 2024 zet het DrugInt team verder in op de ontwikkeling van de Basistraining Drugs voor Fedasil medewerkers.

Bijlagen