Sociale bevoorrading onder jonge cannabisgebruikers

Onderzoeksperiode

1 februari 2012 – 1 mei 2015

Financiering

BOF

Onderzoeker

Marieke VLAEMYNCK

Sleutelwoorden

Social supply, drugs, druggebruik, sociale bevoorrading, jongeren, cannabis

Abstract

Drugsmarktonderzoek suggereert dat de bevoorrading van roesmiddelen meer variatie kent dan het traditionele dealen. Studies in heel Europa bestudeerden de wijze waarop gebruikers cannabis verkrijgen en concludeerden dat jongeren hun bevoorraders vooral in termen van 'vrienden' of 'vrienden van vrienden' beschrijven (Coomber & Turnbull, 2007; Harrison, Erickson, Korf, Brochu, & Benschop, 2007; Hough et al., 2003; Parker, 2000; Potter, 2009; Werse, 2008). Social supply (of sociale bevoorrading) probeert dit sociale aspect van bevoorraden te omvatten (Parker, 2001). Doorheen de jaren ontwikkelden zich verschillende visies op sociale bevoorrading. Hough (2003) suggereert dat sociale bevoorrading een niet-commerciële bevoorrading van cannabis is aan de niet-vreemden. Wat dit sociale aspect en niet-commerciële aspect van sociale bevoorrading omvat, maakt nog steeds voorwerp uit van debat (Potter, 2009; Coomber & Moyle, 2013; Harrison, Erickson, Korf, Brochu, & Benschop, 2007).

Sommige auteurs suggereren hierbij dat een studie van sociale netwerken rondom gebruikers en bevoorraders het begrip social supply verder kan nuanceren (Parker, 2000; Coomber & Turnbull, 2007). Geïnspireerd door deze suggestie, focust ons onderzoek zich op de social world waarin cannabis aanwezig is (Crossley, 2010). De social world omvat het netwerk van de gebruikers en bevoorraders met elkaar interageren. Door deze continue interactie krijgt bevoorrading betekenis. Deze visie is geworteld in een netwerkvisie op bevoorrading, waarbij wordt benadrukt dat het gedrag en de houding van een individu niet alleen door individuele kenmerken, maar ook door het type en de inhoud van de relaties alsook de relationele context van deze relaties wordt beïnvloed (Scott & Carrington 2011).

Deze social world wordt onderzocht via een studie van persoonlijke netwerken van gebruikers en bevoorraders. Een persoonlijke netwerkstudie maakt het mogelijk om de wijze waarop respondenten bevoorraden percipiëren te situeren binnen de complexe sociale relatie tussen individuele gebruikers en bevoorraders met oog voor de bredere relationele context (Hennig, Brandes, Pfeffer, & Mergel, 2014). Bevoorrading wordt daarbij omschreven als een relatie tussen twee individuen die twee aspecten combineert: dichtheid en een doelgerichtheid. Het onderzoek stelt hierbij twee onderzoeksvragen centraal:

 

  1. Hoe zijn actieve persoonlijke netwerken waarin cannabis aanwezig is samengesteld en gestructureerd?
  2. Wat is de aard van de relatie tussen jonge cannabisgebruikers en hun bevoorraders?

 

    Methodologie

    Op basis van literatuur rond sociale netwerken en drugsmarkten, ontwikkelden we een instrument dat een face-to-face interview en participatory mapping combineert (Hogan, Carrasco, & Wellman, 2007). Tijdens een computergestuurd interview creëren respondenten hun eigen persoonlijke netwerk samen met de onderzoeker. De resulterende netwerkkaarten worden verder uitgediept in een semi-gestructureerd interview waarbij de aard van de relatie tussen gebruikers en bevoorraders verder wordt verkend.

    Respondenten worden gerekruteerd via een sneeuwbalsteekproef.

    Respondenten worden geselecteerd op basis van onderstaande inclusiecriteria:

    1. Tussen de 18 en 25 jaar oud zijn
    2. Ten minste één keer in de laatste drie maanden cannabis hebben gebruikt en/of ten minste één keer in de afgelopen zes maanden cannabis bevoorraad hebben.

     

    Resultaten

    De resultatensectie van deze studie verkent drie aspecten die helpen bij het verder begrijpen van ‘bevoorrading’: het individuele, de dyadische relatie tussen ego’s (respondenten) en alters (alle mensen vernoemd door een respondent), en het netwerk van relaties tussen alters onderling.

    Ten eerste, worden de individuele attributen van ego en alters uit diens persoonlijke netwerk waar cannabis aanwezig is besproken. De sociale rollen worden bediscussieerd en hun subjectiviteit geanalyseerd. Daarnaast wordt de mate waarin ego’s met alters associëren die dezelfde leeftijd, gebruikspatronen, ervaringen met bevoorrading of hetzelfde geslacht hebben.

    Ten tweede, focust de resultatensectie op de relationele aspecten van persoonlijke netwerken waar cannabis aanwezig is. The kwaliteit van de sociale relatie in deze persoonlijke netwerken is geanalyseerd via maten van sterkte (emotionele dichtheid, praktische en emotionele ondersteuning). Deze analyse dient als startpunt voor een reflectie op de subjectiviteit van de sociale rollen die in het eerste deel worden beschreven. Daarnaast vormt deze analyse ook de basis voor een reflectie over de link tussen de kwaliteit, i.c. de sterkte, van de sociale relatie en de mechanismen van uitwisseling (wederkerige uitwisseling, éénzijdige uitwisseling of een combinatie van beide).

    Ten derde, beschrijft de studie de positie van bevoorraders en de bredere structuur van persoonlijke netwerken waarin cannabis aanwezig is. Het werk van Burt (1992) over structural holes wordt gebruikt om de open dan wel gesloten aard van bevoorradingsnetwerken te bestuderen. Daarna worden de relaties alsook de individuele attributen in de bredere setting van deze netwerken, i.c. de sociale, gebruiks- en bevoorradingssetting gesitueerd.

    De algemene conclusies ontwikkelen eerst op basis van de empirische resultaten, een twee-dimensionele definitie van sociale bevoorrading. Daarna wordt ingegaan op de ‘waaromvraag’. Daarbij wordt de huidige relevantie van sociale leertheorieën en subculturele theoriëen in een context die agency benadrukt geëvalueerd. Vervolgens wordt in de algemene conclusie ingegaan op de praktische relevantie van de bevindingen voor politie, justitie, preventie en hulpverlening. Tot slot, concludeert de studie over de toekomst van netwerkstudies in drugsmarktonderzoek.

     

    Valorisatie

    • COOMBER, R. et al. (2018). The burgeoning recognition and accommodation of the social supply of drugs in international criminal justice systems: An eleven-nation comparative overview. International Journal of Drug Policy, 58, 93-103.
    • VLAEMYNCK M. (2017). Personal network analysis in drug market research: methodological reflections. Paper presented at the 1st European Congress of Qualitative Inquiry, Leuven (Belgium), 7-9 February 2017.
    • MALM, A., BOUCHARD, M., DECORTE, T., VLAEMYNCK, M. & WOUTERS, M. (2017). More structural holes, more risk? Network structure and risk perception among marijuana growers. Social Networks.
    • VLAEMYNCK, M. (2016). Social supply: a personal network perspective. In B. Werse (Ed.), Friendly business - International views on social supply, self-supply and small-scale drug dealing (pp. 145-162). New York: Springer.​
    • VLAEMYNCK, M. (2015). Cannabis use and social supply: a personal network perspective. Paper presented at the 9th Annual Conference of the International Society for the Study of Drug Policy (Ghent, Belgium), Proceedings.
    • VLAEMYNCK, M. (2014). Social supply : a network perspective. Ego-network analysis of Flemish cannabis networks. Paper presented at the Social supply and drug distribution seminar, London (United Kingdom), 22 January 2014.

    • VLAEMYNCK, M. (2014). Computer-assisted personal interviewing and the visualization of personal networks: the case of young cannabis users. Paper presented at the 1st European Social Networks Conference (EUSN), Barcelona (Spain), 1-4 July 2014.
    • VLAEMYNCK, M. (2014).Sociale netwerkanalyse in de criminologie: een perspectief met toekomst. Panopticon, 1(35), 65-70
    • VLAEMYNCK, M. (2014). Cannabisbevoorrading bij jongeren: een sociale netwerkanalyse van 'social supply'. In L. PAUWELS & G. VERMEULEN. Update in de Criminologie VII: Actuele ontwikkelingen inzake EU-justitiebeleid, cannabisbeleid, misdaad en straf, jongeren en jeugdzorg, internationale vrede , veiligheid en gerechtigheid, gewelddadige extremisme & private veiligheid en zelfregulering (pp.108-132). Antwerpen: Maklu.
    • VLAEMYNCK, M. (2014). Social supply: methods of data collection. In J. FOUNTAIN, M. WOUTERS & D.J. KORF. Snapshots of social drug research in Europe (pp. 64-65). Lengerich: Pabst Science Publishers.
    • VLAEMYNCK, M. (2013). Social supply networks in drug markets. Paper presented at the 24th European Society for Social Drug Research (ESSD), Stockholm (Sweden), 19-21 September 2013.
    • VLAEMYNCK, M. (2012). Studying social supply networks through the internet. Paper presented at the 23rd ESSD conference, Athens (Greece), 4-6 October 2012.