Masters of Didactics

Master of Didactics

Source: Pixabay

Over het project

In een universitaire context zijn traditionele hoorcolleges waarbij les gegeven wordt aan groepen gaande van 20 tot zelfs 1000 studenten geen uitzondering (Wood & Tanner, 2012). Het hoorcollege is nog steeds de meest gebruikte instructiestrategie met oog op kennisoverdracht in het hoger onderwijs. De universitaire docent plaats zichzelf vaak op een ‘podium’ vooraan in het leslokaal en toont slides, terwijl studenten luisteren en notities nemen. Desalniettemin lijkt de organisatie van hoorcolleges enkele tekortkomingen te kennen, zoals een gebrek aan (1) betrokkenheid van de studenten, (2) kritisch denken onder de studenten en (3) een hoge studentenopkomst (Schmidt et al., 2015; Grant & Gedeon, 2019).

Deze eerder traditionele onderwijsbenadering is niet verrassend! In tegenstelling tot het investeren in innovatieve onderwijspraktijken, vormde het uitvoeren van onderzoek decennialang de hoofdfocus van universitaire docenten. Tegenwoordig krijgen universiteiten steeds meer kritiek op het feit dat onderzoek op de eerste plaats komt, aangezien dit vaak ten koste is van hun onderwijskwaliteit (Remenyi, Grant, & Singh, 2019). Vertrekkende vanuit het constructivistische idee dat studenten op een actieve manier beter kennis opbouwen, alsook vanuit de continue veranderingen waaraan het onderwijslandschap onderhevig is omwille van verschillende hedendaagse innovaties (bv. blended learning) en uitdagingen (bv. onderwijs verlenen aan diverse studentenpopulaties), wordt steeds meer opgeroepen om aandacht te hebben voor de didactische competenties van docenten (Kezar & Eckel, 2004).

In de context van het Masters of Didactics (MOD-) project (2018-2021), wordt om die reden vanuit de Vakgroep Onderwijskunde een professionaliseringprogramma ontwikkeld, geïmplementeerd en onderzocht waarin (Poolse) universiteitsdocenten vertrouwd gemaakt worden met innovatieve instructie-, evaluatie- en feedbackstrategieën. We willen hen ervan overtuigen dat universiteitsdocenten moeten denken als een studentgerichte TUTOR, wanneer ze (1) één-op-één, (2) kleine groep en (3) klassikale bijeenkomsten hebben met studenten. Een studentgerichte TUTOR dient te beschikken over een mix aan competenties: (1) (meta-)cognitief (bv. stimuleren van kennisontwikkeling bij studenten door vragen te stellen en hulp te bieden), (2) sociaal-communicatief (bv. het opbouwen van een veilige leeromgeving) en (3) organisatorisch (bv. beheren van de tijd of van interacties tussen studenten gedurende hoorcolleges/groepswerk) (Van Keer, z.d.).

Een driedelig professionaliseringsprogramma

Component A

Het eerste deel bestaat uit een vijfdaags studiebezoek aan de Universiteit van Gent (± 40 uren). Tijdens zo’n bezoek, bieden we een groep van max. 25 lesgevers – die verbonden zijn aan uiteenlopende academische disciplines binnen verschillende Poolse hogeronderwijsinstellingen – een doordacht weekschema aan waarin diverse onderwijskundige topics aangekaart worden, gaande van ‘hoe studenten activeren tijdens hoorcolleges?’ (dinsdagvoormiddag) tot het gebruik van onderwijstechnologie (sessies op donderdag). In totaal verwelkomen we 18 groepen in de periode maart 2019-juni 2021.

 

Component B

Het volgende deel omvat een online booster met een werklast van ongeveer 20 uren. In dit gedeelte wordt van de docenten verwacht dat ze een rapport schrijven met betrekking tot het innovatieproject dat ze zullen implementeren op basis van alle inhouden die ze gedurende het vijfdaagse studiebezoek geleerd hebben. Persoonlijke feedback wordt gegeven door de trainers van het programma, alsook door twee collega’s uit hetzelfde cohort (peer feedback).

 

Component C

Het laatste onderdeel bestaat uit de good practice dagen die in Polen georganiseerd worden. Zes maanden tot een jaar na hun studiebezoek aan de Universiteit van Gent, komen drie tot vier cohorten samen gedurende een 2X2-daagse bijeenkomst. Enerzijds vindt een tweedaagse bijeenkomst plaats voor alle alfadocenten uit de drie of vier cohorten (i.e., letteren en wijsbegeerte, rechtsgeleerdheid, economie en bedrijfskunde, psychologie en pedagogische wetenschappen, politieke en sociale wetenschappen). Anderzijds wordt een tweedaagse meeting georganiseerd voor de lesgevers uit de beta- (i.e., toegepaste wetenschappen, biowetenschappen) en gammawetenschappen (i.e., geneeskunde en gezondheidswetenschappen, diergeneeskunde, farmaceutische wetenschappen).

Tijdens deze good practice dagen delen de deelnemers ervaringen uit hun dagdagelijkse praktijk met elkaar, en wordt in het bijzonder ingezoomd op het verloop van hun innovatieprojecten. Ter aanvulling worden er vraaggerichte workshops aangeboden.

 

Doelen

Na het succesvol beëindigen van het MoD-programma, zouden de deelnemers in staat moeten zijn om:

  • Te handelen als een studentgerichte en tutorgeoriënteerde universiteitsdocent bij het ontwikkelen en implementeren van instructie-, evaluatie- en feedbackactiviteiten.
  • Onderwijskundig te ontwerpen volgens het constructive alignment principe.
  • Een positieve, activerende leeromgeving te creëren.
  • Actieve leerdoelen te formuleren voor hun opleidingsonderdelen.
  • Studenten te activeren tijdens hoorcolleges en activiteiten in kleinere groepen, al dan niet met behulp van technologie.
  • Te handelen als een tutor bij activiteiten waarbij studenten moeten samenwerken.
  • Evaluatie- en feedbackpraktijken te ontwerpen en te implementeren volgens het assessment FOR learning paradigma.
  • Onderwijstechnologie te gebruiken in de context van hun opleidingsonderdelen.
  • Een blended en/of flipped leeromgeving te ontwerpen.
  • Studenten hun voorkennis te activeren.
  • Te differentiëren in leermaterialen, groepssamenstellingen, leerdoelen, instructie- en evaluatiestrategieën om zo tegemoet te komen aan de noden van een heterogene studentengroep.
  • Te handelen als een kwaliteitsbewaker die continu reflecteert op de sterktes en zwaktes van de eigen onderwijspraktijk.
  • Onderwijspraktijken en -ervaringen te verspreiden onder collega’s.

 

Europese samenwerking

Het MoD-project is een samenwerking tussen de Universiteit van Gent en het Poolse Ministerie van Wetenschap en Hoger Onderwijs.

 

Financiële ondersteuning

Europese fondsen – Knowledge Education Development, Republiek Polen, Europees Sociaal Fonds

 Financiers MOD

 

Contact

Prof. dr. Martin Valcke – hoofd Vakgroep Onderwijskunde
Martin.Valcke@UGent.be

Dr. Britt Adams – trainer en postdoctoraal onderzoeker in het MoD-project
Britt.Adams@UGent.be

Dr. Laura Thomas – trainer en postdoctoraal onderzoeker in het MoD-project
Laura.Thomas@UGent.be