Genetische testen uitgevoerd bij paarden

  • CA (Cerebellaire Abiotrofie)
  • HERDA ("Hereditary equine regional dermal asthenia")
  • HWSD (Hoof Wall Separation Disease)
  • HYPP (Hyperkalemische Periodieke Paralyse)
  • JEB (Junctionalis Epidermolysis Bullosa)
  • LFS (Lavender Foal Syndrome)
  • MCOA (Multiple congenital ocular anomalies)
  • SCID (Severe Combined Immunodeficiency Disease)
  • WFFS (Warmblood Fragile Foal Syndrome Type 1)

 

CA (Cerebellaire Abiotrofie)

OMIA

000175-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het TOE1 gen van het paard die cerebellaire abiotrofie kan veroorzaken bij Arabische paarden en aanverwanten (Danish Sport Horse, Bashkir Curly, Trakehner en Welsh Pony). Het betreft de variant NC_009145.3 (XM_001496197.4):c.284G>A (p.(Arg95His)) die voor het eerst beschreven werd door Brault en medewerkers in 2011.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen CA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen CA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen CA ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 06/07/2012

(Naar boven)

HERDA ("Hereditary equine regional dermal asthenia")

alias: Ehlers-Danlos syndroom, hyperelastosis cutis, cutaneous asthenia

OMIA

000327-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het PPIB gen van het paard die HERDA kan veroorzaken bij Quarter Horse, Paint Horse en Appaloosa. Het betreft de variant NC_009144.3 (NM_001099761.1):c.115G>A p.(Gly39Arg) die voor het eerst beschreven werd door Tryon en medewerkers in 2007.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen HERDA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen HERDA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen HERDA ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 21/03/2024

(Naar boven)

 

HWSD (Hoof Wall Separation Disease)

OMIA

001897-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het SERPINB11 gen van het paard die HWSD kan veroorzaken bij de Connemara Pony. Het betreft de variant NC_009151.3 (XM_001491598.3):c.504dup (p.(Thr169Hisfs*3)) die voor het eerst beschreven werd door Finno en medewerkers in 2015.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen HWSD ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen HWSD ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen HWSD ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 15/07/2021

(Naar boven)

 

HYPP (Hypercalemische Periodische Paralyse)

OMIA

000785-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het SCN4A gen van het paard die spierzwakte en ongecontroleerde spiertrekkingen kan veroorzaken bij Quarter horses. Het betreft de variant NC_009154.3 (NM_001081761.2):c.4248C>G (p.(Phe1416Leu)) die voor het eerst beschreven werd door Rudolph en medewerkers in 1992.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen HYPP ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) kunnen een milde vorm van HYPP ontwikkelen. Zij worden beschouwd als 'heterozygote lijders'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) kunnen een ernstige vorm van HYPP ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'homozygote lijders'. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Fokken met dieren die de variant dragen wordt afgeraden.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 06/07/2012

(Naar boven)

 

JEB (Epidermolysis bullosa, junctionalis)

OMIA

001678-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het LAMC2 gen van het paard die JEB kan veroorzaken bij het Belgisch trekpaard, de Breton, het Italiaans trekpaard en de Comtois. . Het betreft de variant NC_009148.3 (NM_001081768.2):c.1372dup (p.(Arg458Profs*19)) die voor het eerst beschreven werd door Spirito en medewerkers in 2002.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen JEB ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen JEB ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen JEB ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 01/06/2016

(Naar boven)

LFS (Lavender Foal Syndrome)

OMIA

001501-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het MYO5A gen van het paard die kan resulteren in een verdunde haarkleur en lethale neurologische abnormaliteiten bij Arabische paarden. Het betreft variant NC_009144.3 (XM_023617245.1):c.4240del (p.(Arg1414Alafs*13))​ die voor het eerst beschreven werd door Brooks en medewerkers in 2010.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen LFS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen LFS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen LFS ontwikkelen. Lijders die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 10/02/2023

(Naar boven)

MCOA (Multiple congenital ocular anomalies)

OMIA

000733-9796
001438-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het PMEL gen van het paard die een zilveren vachtkleur en MCOA kan veroorzaken bij het Amerikaans minipaard, de Paint, American Saddlebred, Arabier, Ardenner, Comtois, Ijslandse paard (Ijslander), Missouri Fox Trotter, Morgan, Quarter Horse, Rocky Mountain paard, Shetlandpony en Welsh Pony. Het betreft de variant NC_009149.3 (NM_001163889.1): c.1849C>T (p.(Arg617Cys)) die voor het eerst beschreven werd door Brunberg en medewerkers in 2006.

Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen MCOA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) kunnen een mildere vorm van MCOA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'heterozygote lijders'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen een ernstigere vorm van MCOA ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. 'Homozygote lijders' die de fokleeftijd bereiken, zullen de variant doorgeven aan al hun nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 10/02/2023

(Naar boven)

SCID (Severe Combined Immunodeficiency Disease)

OMIA

000220-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het PRKDC gen van het paard die een antigen-specifieke immuunrespons kan verhinderen bij Arabische volbloeden en kruisingen. Het betreft de 5-bp deletie NC_009152.3 (NM_001163858.1):c.9478_9482del (p.(Ser3160Asnfs*4)) die voor het eerst beschreven werd door Shin en medewerkers in 1997.


Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen SCID ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen SCID ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen SCID ontwikkelen. Lijders zullen de variant doorgeven aan al hun (eventuele) nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 16/03/2022

(Naar boven)

WFFS (Warmblood Fragile Foal Syndrome Type 1)

OMIA

001982-9796

Beschrijving

Via deze test wordt een variant aangetoond in het PLOD1 gen van het paard die WFFS kan veroorzaken bij de Thoroughbred. Het betreft de variant NC_009145.3 (XM_005607521.3):c.2080G>A (p(Gly694Arg)) die voor het eerst beschreven werd door Winand en medewerkers in 2011.


Staalname en verzending

Enkele ml ongestold bloed. Het bloed moet opgevangen worden in EDTA-buisjes (het bloed goed mengen met het EDTA, zodat het niet kan stollen). Alle stalen moeten duidelijk gelabeld worden. Niet gelabelde stalen zullen NIET behandeld worden. Ze kunnen vergezeld van een volledig ingevuld aanvraagformulier afgegeven worden in of opgestuurd worden naar (gewone verzending) het LDG. In de periode tussen staalname en transport worden de stalen het best bewaard in de koelkast.

Resultaten

  • Paarden die deze variant niet dragen (zij bezitten 2 normale genkopijen) zullen geen WFFS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij worden beschouwd als 'genetisch normaal' en kunnen de onderzochte variant dan ook niet doorgeven aan hun nakomelingen.
  • Paarden die deze variant dragen in slechts 1 genkopij (zij bezitten ook 1 normaal gen) zullen geen WFFS ontwikkelen ten gevolge van de onderzochte variant. Zij zijn 'genetische dragers'. De kans dat ze de variant doorgeven aan een nakomeling is 50%.
  • Paarden die deze variant dragen in beide genkopijen (zij bezitten geen normaal gen) zullen WFFS ontwikkelen. Lijders zullen de variant doorgeven aan al hun (eventuele) nakomelingen.

De uitslag wordt samen met een factuur voor het verschuldigde bedrag opgestuurd naar de eigenaar (meestal binnen de 10 werkdagen).

Fokadvies

Het wordt aangeraden om te fokken met dieren die de variant niet bezitten. Om de genetische diversiteit niet in het gedrang te brengen, is het echter aanbevolen om foktechnisch waardevolle dieren die de variant dragen toch in te zetten voor de fok, maar alleen in combinatie met dieren die de variant niet bezitten. Het is dan ook aanbevolen om de genetische dragers onder de nakomelingen te identificeren via de DNA test.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met het LDG.

Laatste update: 01/04/2022

(Naar boven)