De boeken van Bruno De Wever

brunodewever.jpg

Deze kleine tentoonstelling gaat over 21 ‘boeken’ die iets betekend hebben in mijn leven en carrière als historicus. Ik schrijf boeken tussen aanhalingstekens omdat het formeel niet altijd boeken zijn, maar ook andere vormen van gedrukt papier. Er zijn natuurlijk veel en veel meer ‘boeken’ die van betekenis voor mij zijn geweest. De selectie probeert mijn leven te weerspiegelen als lezer van het prilste begin tot vandaag. Down to memory lane dus. Dat is niet zonder gevaar. Ik heb in mijn loopbaan als historicus voldoende getuigen geïnterviewd om te beseffen dat het autobiografische langetermijngeheugen een verraderlijke historische bron is. We vergeten niet alleen het gros van wat we beleefd (en dus ook gelezen) hebben, onze herinneringen veranderen voortdurend en kleuren het verleden anders in. Ik hecht vandaag mogelijk een belang aan een boek terwijl dat er vroeger niet of veel minder was. En vice versa. Dit gezegd zijnde, wil ik u toch met de tentoongestelde boeken meenemen op mijn levenspad. Dat begon in 1960 in Mortsel waar ik woonde tot mijn zevende levensjaar. Ik heb uit die tijd nauwelijks herinneringen aan boeken. Lazen mijn ouders voor? Geen idee. Ik herinner me wel de hete tranen die ik weende om het lot van Dumbo, de kleine olifant met de grote oren en ik zie nog de prenten uit dat boek. In 1967 verhuisde ik naar Kontich waar mijn moeder een krantenwinkel opende. Eigenlijk was het een winkel die zowat van alles verkocht. Ook boeken, genre Konsalik en andere stationsromans. Ik heb er nooit een van gelezen, wel heel veel strips. We verkochten zowat het hele Belgische gamma, van Kuifje tot Piet Pienter en Bert Bibber. Ik zeg we, omdat ik al vroeg moest meedraaien achter de toog, ’s morgensvroeg, na schooltijd en op zaterdagen. Ik had toegang tot zowat alle Belgische kranten -in die tijd werden er ook nog Franstalige kranten verkocht in Vlaanderen- en een breed gamma aan tijdschriften. Maar ik vrees dat de dagelijkse lectuur zich beperkte tot ‘de Frut’ -de Gazet van Antwerpen- en ’t Pallieterke. Dat laatste kwam door de invloed van mijn vader. Hij was Vlaams-nationalist en politiek actief. Zijn boekenkast bestond uitsluitend uit non-fictie. Veel Vlaamse beweging natuurlijk, maar verder zeer eclectisch: van Le défi americaine van de Franse politicus Jean-Jacques Servan-Schreiber tot Waren de Goden kosmonauten van de Zwitserse fantast Erich von Daniken. Een roman heb ik hem nooit weten lezen. Mijn moeder las wel romans, maar het enige boek dat ik me op haar nachtkastje herinner is Anna Karenina. Ook vandaag nog, 85 jaar oud, leest ze terwijl de mist van meneer Alzheimer haar geest dermate heeft beneveld dat ze niets meer onthoudt. Mijn vader is overleden in 1996. Ik mis hem nog alle dagen. We verkochten uiteraard ook een heel gamma aan tijdschriften, inclusief een plejade aan blootbladen. Geen porno, dat was toen nog verboden al zaten er toch zeer aangebrande tekenverhalen in het aanbod. Ik herinner me penetrerende cowboys en indianen. Het bekende serieuze sekseducatieve Variaties van Mogen Toft en John Fowlie werd ‘onder de toog’ verkocht. Wat er nog meer onder die toog lag, vertel ik straks. Ik herinner me vooral hoe er in de klassieke blootbladen -en die lagen dus gewoon op de toog- steeds meer bloot te zien was. Wie niet kan wachten, gaat maar al naar een van de volgende toonkasten. Wanneer heb ik zelf voor het eerst een roman gelezen? Wellicht als verplicht schoolwerk. Ik herinner me klassiekers in dat genre toentertijd, de Jos van de Loo’s enzovoort. Mijn leraars Nederlands waren niet erg geïnspireerd en van de andere taalleraars herinner ik me ook geen beklijvende leeservaringen. Alleen de leraar Nederlands in het laatste jaar had ambitie. Hij liet me De Verwondering van Hugo Claus lezen. Straks meer daarover. Ik had inmiddels toch ook zelf al met mondjesmaat literatuur met grote L ontdekt: de klassieke Vlaamse boerenromans van Timmermans, Streuvels en consoorten. Er was thuis geen leescultuur op dat gebied. Zelf kroop ik liever in bomen dan erover te lezen. En dan was er natuurlijk nog de jeugdbeweging. Door de politieke sympathieën van mijn vader heb ik een flink stuk van mijn jeugd doorgebracht in het zeer rechtse en Vlaams-nationalistische Vlaams Nationaal Jeugdverbond en het nog rechtsere Germaans georiënteerde Algemeen Vlaams Nationaal Jeugdverbond. Daar werd veel gemarcheerd en gezongen, maar niet veel gelezen. Ik ben er wel in een ketel toverdrank gevallen die me net als Obelix levenslang heeft behoed voor politiek extremisme. Het rechts-radicalisme stak me al vroeg tegen. Wanneer ik er me van afkeerde, is moeilijk precies te bepalen. In ieder geval voor ik aan de universiteit geschiedenis ging studeren. In 1979 zat ik op de banken van de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius (vandaag Universiteit Antwerpen) in wat toen nog de eerste kandidatuur geschiedenis heette. Ik herinner me nog de onwezenlijk hoge stapel te blokken gestencilde cursussen. Maar voor het overige moest er nauwelijks worden gelezen. In 1981 verkaste ik naar de toen nog Rijksuniversiteit Gent voor de twee licentiejaren geschiedenis. Daar was de leesplank iets gevulder, maar toch nog altijd mager. Op enkele uitzonderingen na kon je afstuderen zonder een van de grote canonieke werken van de geschiedenis te hebben gelezen. Ik vond dat toen geen gemis, vandaag wel. Vanaf 1985 begon dan mijn academische loopbaan, eerst als assistent daarna als doctorassistent en vanaf 1995 als docent. Ik ben nu net afgezwaaid als gewoon hoogleraar. De boeken en artikels die ik in die kleine 40 jaar zelf heb geschreven, hebben, samen met de ‘output’ -gruwelijk woord- van mijn medewerkers, master- en doctoraatsstudenten en directe collega’s, mijn lezend/schrijvend leven natuurlijk het meest gemarkeerd, al was het maar omdat daar veruit het meeste tijd is in gekropen. Maar ook omdat ik het geluk heb gehad omringd te zijn geweest met studenten en collega’s die soms uitstekende en inspirerende historiografie hebben gepleegd. Toch zul je geen van deze prachtige boeken terugvinden in de toonkasten. Een keuze maken, was te verscheurend. Wat ik wel toon, zijn enkele academische werken die voor mij richtinggevend zijn geweest. En voorts romans en andere boeken die mijn leven kleur en smaak hebben gegeven. Vaak zijn het boeken die verbonden zijn met vriendschappen of met sferen waarin ik geleefd heb. Of ze allemaal aanbevelenswaardig zijn, zal ik niet beweren. Ze hebben betekenis voor mij, dat is al. Veel plezier gewenst.
  1.  Pietje Puk - Henri Arnoldusbdw1.jpg
    Thuis was er geen leescultuur en zelf hing ik liever in de bomen dan in de boeken. De magie van het voorgelezen worden, heb ik ervaren in het tweede leerjaar bij meester V. Ik herinner me de lome namiddagen waarin hij voorlas uit de avonturen van de vrolijke postbode Pietje Puk. Zowat de hele reeks draaide hij er door. Veel later vernam ik dat meester V. een drankprobleem had en niet veel meer kon dan voorlezen. We hadden in het derde leerjaar een leerachterstand. Maar wat een heerlijke namiddagen. Dank u meester V. Zelf heb ik wel voorgelezen aan mijn kinderen. Pietje Puk maakte plaats voor Harry Potter. Geen van mijn kinderen zijn er fervente lezers door geworden. Maar wat niet is, kan nog komen.


  2. Playboy of Lui of Penthouse of het Belgische seksblad De Lach, 1968-1980Flirt
    In de krantenwinkel waar ik opgroeide in de jaren 1970 werd een plejade aan sekstijdschriften verkocht. Playboy (ook -girl naar het einde toe), Lui, Penthouse, Praline, De Lach … ze zijn maar het topje van de ijsberg. Als puber en adolescent konden die op mijn bijzondere belangstelling rekenen. Ik heb ze allemaal ‘gelezen’. Dat maakt mij een ervaringsdeskundige in hoe vrouwelijk naakt werd getoond in die epoche. Aanvankelijk werd de schaamstreek verborgen gehouden, dan verschenen de eerste frontale naakten waarop alles te zien was. Vervolgens gingen de benen van de geportretteerde dames meer en meer open waardoor er een glimp van de kleine schaamlippen zichtbaar werd. Soms werden die intieme zichten gecensureerd. Dat gebeurde manueel door gepensioneerden die met zwarte inkt verduisterden wat niet mocht gezien worden. Ik heb er nog onderzoek naar laten uitvoeren om mijn ‘deskundigheid’ te toetsen aan historische bronnen. Het bleek erg moeilijk onderzoek onder meer omdat weinig of geen bibliotheken deze bladen in hun collectie hebben.
    variaties.PNGHet bekende sekseducatieve Variaties van Mogen Toft en John Fowlie (1969) werd ‘onder de toog’ verkocht. Onze klanten liepen er storm voor. Toch vreemd hoe een boek met zedig in beeld gebrachte ‘standjes’ van echte mensen onder de toog lag, terwijl expliciete seksbeelden op de toog lagen.





  3. De Uitbuiting van de Holocaust - Gie Van den BergheBDW3.jpg
    Nog ‘onder de toog’ van onze krantenwinkel lag op een bepaald moment de brochure van Richard Harwood Stierven er werkelijk zes miljoen. Het was en is een van de bekendste negationistische pamfletten verspreid in vele talen over de hele wereld. Mijn vader was geen Holocaustontkenner. Maar de radicaal-rechtse netwerken waarin hij zich bewoog verspreidden in de jaren 1970 deze brochure. Wellicht kwamen ze zo onder onze toog terecht. Pijnlijk. Ik heb zelf het negationisme in Vlaanderen bestudeerd en met studenten dit infame pamflet geanalyseerd. Een van de beste gidsen om het negationisme van antwoord te dienen is de Uitbuiting van de Holocaust van Gie Van den Berghe. Hij waarschuwde ook voor het politieke misbruik van de geschiedenis van de jodenuitroeiing en aarzelde niet om tegen vele zere schenen te schoppen. Hij kreeg terecht in 1996 de Arkprijs van het Vrije Woord voor. Wie zijn talrijke geschriften wil leren kennen kan terecht op www.serendib.be.
  4. Pallieter - Felix Timmermans (met inleiding van Kevin Absillis en Wendy Lemmens)pallieter.jpg
    De allereerste keer dat ik werkelijk werd gegrepen door literatuur was toen ik Pallieter leerde kennen zoals die uit de pen van de Lierse auteur Felix Timmermans vloeide. Ik was nog een jonge tiener en ik herinner me nog goed hoe ik na de laatste bladzijde spijt voelde dat het verhaal van de levenslustige boer uit was. Ik las toen en later nog vele andere Vlaamse plattelandsdrama’s, ook die over het Arme Vlaanderen van boer Wortel uit Boerenpsalm, die andere bekende roman van Timmermans, en over andere Vlaamse werkmensen die alleen maar miserie kenden. Nieuwe generaties literatoren zetten ze graag bij het literaire huisvuil. Ik ben Pallieter blijven koesteren en ik was dan ook blij toen in 2016 een nieuwe uitgave verscheen bezorgd en ingeleid door de Antwerpse literatuurhistorici Kevin Absillis en Wendy Lemmens die in herinnering brachten dat Pallieter door de eigentijdse kritiek ook internationaal onthaald werd als grote Literatuur.
  5. De Verwondering - Hugo Claus (bezorgd door Wendy Lemmens ; met een nawoord van Kevin Absillis)BDW6.jpg
    Op de middelbare school heb ik weinig of geen grote literatuur leren smaken. Op een uitzondering na. Willy Van der Veken was mijn leraar Nederlands in het laatste jaar. Ik zat in het Berthoutinstituut van Mechelen (vandaag BimSem) in de richting menswetenschappen. Zoals de meeste van mijn klasgenoten was ik ongeveer voor zowat alle andere richtingen ‘geclausuleerd’. Mijn middelbare schoolcarrière liep niet bepaald over rozen. Menswetenschappen was nochtans een mooie richting en meneer Van der Veken behandelde ons als volwassenen. En dus lazen we De Verwondering van Hugo Claus. Ik begreep er niet veel van, maar wellicht precies daarom intrigeerde het boek. Vele jaren later toen ik de geschiedenis van de collaboratie in Vlaanderen grondig had bestudeerd, heb ik het boek herlezen en de ingenieuze vertelling begrepen als Claus’ persoonlijke worsteling met dat belaste verleden dat ook het zijne was. Ik heb nog veel meer van Claus gelezen, uiteraard ook Het Verdriet van België, het meest ongelezen boek van Vlaanderen, zo wordt beweerd. Ten onrechte. Waarmee ik bedoel: lees het.

  6. De Duitse Ideologie. Deel I Feuerbach (uitgave SUN, indien mogelijk van 1974) - Karl Marxfeuerbach.PNG
    In mijn opleiding geschiedenis in Antwerpen en Gent in de late jaren 1970 begin 1980 heb ik verrassend weinig moeten lezen en al zeker geen sleutelwerken. Een uitzondering is dit vroege werk van Karl Marx dat we een heel semester lang bespraken in het vak Politieke Leerstelsels van Helmut Gaus, die destijds als historicus de afdeling Politieke Wetenschappen van de UGent bestierde. Het was een intensieve leeservaring die me de diepgang van Marx’ historisch materialisme deed begrijpen. Misschien moesten we in onze curricula meer vakken met de bestudering van enkele sleutelteksten inlassen. Less is soms more. En voor overbelaste lesgevers kan het een verlichting zijn. Een beetje zoals Pietje Puk in het tweede leerjaar.


  7. Franny and Zooey - J.D. SalingerBDW8.jpg
    Aan de universiteit kwam ik in nieuwe sociale werelden terecht, maakte er nieuwe vrienden, kreeg een nieuw lief die vandaag nog mijn vrouw is. Met die nieuwe horizonten kwam ook een nieuw leesparcours. Samen boeken lezen en er over van gedachten wisselen, stimuleerden mijn leescultuur. Lezen en vriendschappen hingen toen nog samen. Zo ontdekte ik stilaan wereldliteratuur. Salinger bijvoorbeeld. Zijn beroemde The Catcher in the Rye kon me niet geweldig bekoren, maar zijn verhalen over Franny en Zooey en hun briljante gezinsleden voeren met terug naar een sfeer van vriendschap en geborgenheid. Daar handelen ook de verhalen over. Prachtig.



  8. De oorlog van het einde van de wereld - Mario Vargas LlosaBDW9.jpg
    Mijn ontdekkingstocht van de wereldliteratuur bracht me bij Mario Vargas Llosa. Hij heeft vele genres beoefent en ik heb veel van hem gelezen. Mogelijk behoort deze roman niet tot zijn beste werk, maar ik herinner me dit fors historisch epos als een boek dat voor mij had mogen blijven duren. Men zegt wel eens dat wie van Llosa houdt, die andere reus van de Latijns-Amerikaanse literatuur niet kan smaken. Bij mij was dat het geval. Liefde in tijden van cholera ben ik niet doorgeraakt. Honderd jaar eenzaamheid idem. Sorry Gabriel García Márquez. Ik heb ook respect voor schrijvers die niet alleen peroreren over een betere wereld maar ook zelf de hand aan de ploeg slaan. Llosa heeft zich actief gemengd in de Peruviaanse politiek en deed tevergeefs een gooi naar het presidentschap. Maar dat hij zich onlangs aan de zijde van Spaanse rechts-nationalisten schaarde tegen het Catalanisme, vond ik beneden alle peil. Mogelijk heeft het daar mee te maken dat ik al lang niets meer van hem lees. Als levende schrijvers zich als eikels gedragen of aanstellen, wil ik hun werk niet lezen. Voor dode schrijvers lukt dat gelukkig wel.
  9. Een schitterend ongeluk - Wim KayzerBDW10.jpg
    Een schitterend ongeluk is een boek dat je niet moet lezen om het gelezen te hebben. Het is de neerslag van interviews over grote levensvragen die de bekende onlangs overleden Nederlandse documentairemaker Wim Kayzer maakte met wetenschappers. Wat is de zin van het leven? Waar komen we vandaan? Welke betekenis heeft het bestaan? Ik keer er ademloos naar in januari 1993 op de Nederlandse kwaliteitszender VPRO. Het waren lange heerlijke zondagavonden met ook nog Koot en Bie, het geniale Nederlandse duo en nog zo veel meer toptelevisie. Kayzer maakte later nog het al even prachtige Nauwgezet maar wanhopig, interviews met schrijvers, filosofen en wetenschappers. Márquez was een van de geïnterviewden en ook daar viel hij tegen. Een schitterend ongeluk blijft voor mij een gesloten boek. Ik ben bang dat de inhoud tegenvalt en ik wil de herinnering aan die magistrale VPRO-avonden niet bezoedelen. Soms moet je je herinneringen laten voor wat ze zijn. Laat dat gezegd zijn door een historicus.
  10. Tuinfeest - György Konrad BDW11.jpg
    Uit Kayers Nauwgezet maar wanhopig leerde ik de HongaarsJoodse schrijver György Konrad kennen. Hij was in de documentaire een van de meest indrukwekkende stemmen en dus wilde ik zijn werk leren kennen. Ik bewaar alleen een herinnering aan de sfeer die dit caleidoscopische boek oproept over de verschrikkingen die de Hongaarse Joden ondergingen, maar ook over blije intieme zaken die de ik-figuur meemaakte. Ik herinner me de roman ook als een ‘moeilijk’ boek en hoe ik in de tijd dat ik het las een voorliefde had voor dit soort van boeken.




  11. Legende van een zelfmoord - David Vann BDW12.jpg
    Ik heb voor de samenstelling van dit boekje en deze tentoonstelling langs de rijen romans gedwaald in onze huisbibliotheek. Dat zijn er meer dan duizend, vooral dankzij de verzamelwoede van mijn vrouw die na haar geschiedenisstudie een loopbaan als bibliothecaresse heeft uitgebouwd. Ik heb er maar een fractie van gelezen en in de fractie was het moeilijk kiezen. De inhoud of minstens de sfeer van sommige romans lichtten meteen op in mijn herinnering, van andere herinner ik me alleen dat ik ze ooit heb gelezen, meer niet. En de niet weinig boeken die ik ontleende van een bibliotheek of van vrienden en netjes terug inleverde, zijn meestal al helemaal verdwenen in vergetelheid. Een uitzondering is Legende van een zelfmoord van de Amerikaanse auteur David Vann over de relatie tussen een vader en een zoon in het onherbergzame Alaska waar ze gaan vissen op zalm. Het boek eindigt met een vuistslag in het gezicht van de lezer die onvergetelijk is.
  12. (Mannen) Op weg naar een dansfeest - Richard PowersBDW13.jpg
    Mannen op weg naar een dansfeest van de briljante Amerikaanse romancier Richard Powers ontdekte ik ergens in de tweede helft van de jaren 1990. Het boek ademt geschiedenis met ingenieus in elkaar geweven verhalen over de Duitse fotograaf August Sanders, de Amerikaanse autobouwer Henry Ford en zoveel meer uit de geschiedenis van de Twintigste Eeuw. Powers schreef nog meer meesterwerken zoals De dubbele helix van het verlangen over de ontrafeling van menselijke chromosomen en computerwetenschap. Zijn romans koppelen geschiedenis aan prachtige verhalen. Over Mannen op weg naar een dansfeest was ik zo verrukt, dat ik de hele voorraad in De Slegte van Antwerpen heb opgekocht om uit te delen aan vrienden.


  13. Waterland - Graham SwiftBDW14.jpg
    Maar de mooiste roman over mijn vakgebied is toch Waterland van de Engelse schrijver Graham Swift. Ik koester dit boek als een intieme herinnering. Het gaat over een leraar geschiedenis die zijn leerlingen de liefde voor zijn vak bijbrengt, over de Fens, een polderlandschap in Oost-Engeland, en over paling, die ik graag eet in het groen, maar die ik sedert zijn in Waterland beschreven wonderbaarlijke levensloop niet meer achteloos kan verorberen.
    En het gaat over geschiedenis: "Het is eigenaardig […], maar hoe meer je de gebeurtenissen probeert te ontleden, des te meer verlies je je greep op wat je aanvankelijk vanzelfsprekend beschouwde – des te meer lijkt het allemaal nooit echt te zijn gebeurd, maar op de een of andere manier alleen te gebeuren in de verbeelding…"
    Swift verwoordt in een zin, de adembenemende twijfel die menig historicus ervaart als hij in de diepte van zijn vak duikt.

    Laat mij het dan nu maar hebben over vakliteratuur in de volgende toonkasten

  14. Het Klauwen van de Leeuw - Marc Reynebeau BDW15.jpg
    Naar aanleiding van mijn nakende pensioen werd ik in sommige kranten en weekbladen de ‘bekendste historicus’ van Vlaanderen genoemd en ik kreeg vorig jaar dan ook nog de driejaarlijkse prijs voor -vreselijk woord - ‘wetenschapsvulgarisatie’. Ik heb geen last van valse bescheidenheid. Maar de waarheid heeft ook zijn rechten. Er zijn zoveel historici binnen academia die deze kwalificatie minstens zo veel verdienen. En zeker buiten academia. Voor mij is Marc Reynebeau de bekendste historicus van Vlaanderen. Hij heeft er bij mijn weten nooit een prijs voor gekregen. Zijn Het Klauwen van de Leeuw is een van zijn beste boeken. Hij vulgariseerde er het moderne nationalisme-onderzoek mee voor de Vlaamse lezer.


  15. Bijdragen tot de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, nr. 8, 1984 (integraal gevuld met het vijfde deel van Albert De Jonghe’s, De strijd Himmler-Reeder om de benoeming van een HSSPF te Brussel)BDW16.PNG
    Albert De Jonghe is een ‘historian’s historian’. Zijn naam is nog weinig bekend, maar hij legde de basis voor een wetenschappelijk verantwoorde analyse van het Duitse bezettingsbestuur in relatie tot Belgische overheden en collaborerende partijen in de Tweede Wereldoorlog. In zijn boek Hitler en het politieke lot van België ontmantelde hij de Leopoldistische propaganda over de Koningskwestie. Veel minder bekend is de vijfdelige artikelenreels over de politieke strijd tussen Reichsführer-SS Heinrich Himmler en de chef van het Duitse militaire bestuur in België en Noord-Frankrijk Eggert Reeder. Alle Belgische oorlogshistorici kennen en waarderen dit basiswerk. Zelf ben ik als historicus sterk beïnvloed door De Jonghe. Ik hou ervan hoe hij in zijn werk de bronnen laat spreken. Hij had weinig last van postmoderne twijfel en was ervan overtuigd dat doorgedreven heuristiek tot de waarheid kon doordringen. Dat is ook mijn zuurstoftank als ik in ademnood geraak.
  16. Honderd jaar Vlaamse beweging (3de deel In en rond Wereldoorlog II) - Lode Wilswils.jpg
    Nog naar aanleiding van mijn nakende pensionering, werd ik in sommige media de belangrijkste historicus over de Vlaamse beweging genoemd. Quod non. Dat is zonder enige twijfel de Leuvense historicus Lode Wils. Hij heeft een indrukwekkend oeuvre geschreven dat bijna integraal is gewijd aan de geschiedenis van de Vlaamse beweging en de ontwikkeling van naties in de Lage Landen. Nog dit jaar verscheen op zijn 94ste Vlaamse beweging, sociale beweging? Wils heeft tal van misvattingen en mythes over de Vlaamse beweging en het anti-Belgisch Vlaams-nationalisme ontkracht en rechtgezet. Ook over de flirt met het fascisme en de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het derde deel van Honderd jaar Vlaamse beweging handelt daarover. Ik ben in mijn eigen werk vaak in dialoog gegaan met het oeuvre van Wils.


  17. Adresboek van het OSGG - Aurèle Looman, 2016adresboek.PNG
    Historici die aan de UGent hun diploma haalden, kunnen aansluiten bij een van de meeste bloeiende alumniverenigingen aan deze universiteit. Dat is niet het minst de verdienste van Aurèle Looman die meer dan veertig jaar tot 2016 als secretaris-penningmeester de organisatie runde. Hij hield de adressen, studietrajecten, beroepscarrières van alle Gentse historici minutieus bij en bracht ze samen in een adresboek dat ter beschikking werd gesteld aan alle betalende leden van de Oud Studenten Geschiedenis van de Universiteit Gent (OSGG). De laatste editie verscheen in 2016 en bevat de gegevens van 4.485 Gentse historici afgestudeerd tussen 1891 en 2015. De huidige GPRC-regels maken het niet meer mogelijk een dergelijke schatkamer aan gegevens te verzamelen, laat staan te publiceren. Ik ben zelf inmiddels bijna veertig jaar lid van het bestuur van het OSGG en heb het adresboek talloze malen geconsulteerd. Het was en is nog steeds een geweldig hulpmiddel en een verboden boek inmiddels.


  18. De Welwillenden - Jonathan LittellBDW19.jpg
    Wie aan verboden boeken denkt, ziet al gauw bruinhemden met fakkels en die bruinhemden leidden haast onvermijdelijk naar de infame jodenvervolging in de jaren 1930-1940. De geschiedenis van de jodenuitroeiing door het nationaal-socialisme tijdens de Tweede Wereldoorlog is een onderwerp waar elke historicus die zich bezighoudt met de Twintigste Eeuw vroeg of laat mee te maken krijgt. Naarmate de tijd verder schrijdt, komt de ‘Holocaust’ almaar centraler te staan in de herinnering. We kijken steeds meer naar de voorbije eeuw door de poort van Auschwitz. Vragen over goed en kwaad zijn nooit helemaal te scheiden van onze omgang met het verleden. De ‘Shoah’ heeft inmiddels duizenden historici en andere wetenschappers, kunstenaars en schrijvers uitgedaagd en geïnspireerd. De Welwillenden, de oorspronkelijk in het Frans geschreven bekroonde roman van de Amerikaanse auteur Jonathan Littell, is voor mij een van de interessantste boeken die ik las over het onderwerp. Littell verwerkt tonnen academische literatuur in een verhaal geschreven vanuit het perspectief van een dader waarmee de lezer zich kan identificeren. ‘Als u geboren bent in een land en in een tijd waarin niemand uw vrouw en kinderen komt vermoorden en waarin ook niemand u vraagt andermans vrouw en kinderen te vermoorden, prijs dan de Heer en ga in vrede. Maar vergeet dit nooit: u hebt misschien meer geluk gehad dan ik, maar dat maakt u nog niet tot een beter mens’. Wat een hamerslag! Hoe zou mijn leven gelopen zijn mocht ik niet in 1960 maar in 1920 geboren zijn?
  19. 1942. Het jaar van de stilte - Herman Van Goethem 1942.jpg
    De jodenuitroeiing is niet alleen een verhaal van daders en slachtoffers, maar ook van omstanders en omstandigheden. En die omstandigheden zijn alledaags. Het is een verhaal van administraties, dagelijkse handelingen, gewoontes in een ongewone tijd. Het gaat over wegkijken, (niet) handelen tegen beter weten in, het schijnbaar onvermijdelijke ondergaan. Ja er zijn tijdgenoten die met hun handelen en hun leven bewijzen dat niets onvermijdelijk is. Maar ook zij zijn vaak gestuurd door omstandigheden. Wil van Jeroen Olyslaegers snijdt diep in deze thematieken. De roman is schatplichtig aan het werk van de Antwerpse historicus Herman Van Goethem. Diens 1942. Het jaar van de stilte gaat over hoe in Antwerpen het stadsbestuur en andere overheden betrokken geraakte bij het overleveren van hun joodse stadsgenoten aan de bezetter. De pas geopende permanente tentoonstelling over Antwerpen in de Tweede Wereldoorlog in het MAS gaat deze kwestie niet uit de weg. Historiografie moet in de eerste plaats aan waarheidsvinding doen zodat anderen daarmee aan de slag kunnen in kunst, literatuur en tentoonstellingen.

  20. De Opgang - Stefan Hertmans BDW21-kl.png
    Ik heb de voorbije decennia zowat alle romans gelezen die handelen over de ‘Kwade Jaren’, zoals Arthur De Bruyne, de geschiedschrijver van ’t Pallieterke in de jaren 1970 de kwestie van de Vlaams-nationalistische collaboratie en de bestraffing ervan noemde. Waar De Bruyne ten zeerste heeft bijgedragen tot de vergoelijkende mythevorming, hebben tal van romanschrijvers de bijl gezet in dit kwalijke gewas. Hugo Claus op de eerste plaats, daar handelde ik eerder al over. In deze toonkast konden vele andere boeken over collaboratie, repressie en hun doorwerking hebben gelegen: Bloedgetuigen van Johan De Boose, Marcel van Erwin Mortier, De Draaischijf van Tom Lanoye, Hubertina van Kristien Hemmerechts om er maar enkele te noemen. Dat ik voor De Opgang van Stefan Hertmans heb gekozen komt omdat ik het een zeer geslaagde roman vind van een auteur die zijn talent gebruikt om een historisch personage tot leven te brengen en tegelijk toch dicht bij de feiten blijft. Voor dat laatste is onderzoek in de bronnen noodzakelijk. Ik koos ook voor dit boek omdat ik de zoon en de dochter van het hoofdpersonage, de Gentse collaborateur Willem Verhulst, heb gekend (of ken, want de dochter leeft nog) en heb meegeleefd met hun worsteling de donkere collaboratie van hun vader een plaats te geven in hun leven.
  21. Tussen Oder en Zenne - Joseph PearceBDW22.jpg
    Tussen academische historiografie en romans zit het genre van de literaire non-fictie. Ik maak sedert een aantal jaren deel uit van een commissie in de schoot van Literatuur Vlaanderen die zich buigt over dit genre. Geschiedenis en in het bijzonder de Tweede Wereldoorlog zijn er vaste prik. Maar ook los van deze commissie heb ik veel gelezen van auteurs die hun persoonlijke omgang met dit gevoelige verleden in knappe boeken verwerken. Zwijgen van Ingrid Vander Veken, Zwijg als je praat van Roel Verschueren, De vlucht van de witte ballonnen van Charlotte Berghaeghe, Heldendom van Gretel van den Broek, Valavond van Marita De Sterck. Zijn naam was Clement Dielis van Tjen Mampaey … Ook hier hadden zo veel andere recente werken kunnen liggen. Ik kies voor Tussen Oder en Zenne waarin Joseph Pearce de werelden van zijn twee grootvaders beschrijft. De ene een Jood uit Breslau (vandaag Wroclav), die zijn stad aan de Oder moet ontvluchten om aan een gewisse dood door nazigeweld te ontkomen, de andere een Vlaamsgezinde kruidenier uit Vilvoorde aan de Zenne die langs de collaboratie scheert. De twee levens kruisen elkaar door het huwelijk en het onwaarschijnlijke parcours van Werner Peritz die door de geschiedenis transformeert in Werner Pearce. Zijn zoon Joseph maakt er literatuur van.