Leen Gaublomme, werkt bij de afdeling Samenleven bij IN-Gent vzw

Als tiener had ik al een interesse voor talen en vreemde culturen. Toen ik als achttienjarige de brochure van Afrikaanse Talen en Culturen doorbladerde, bleef die dan ook meteen hangen. Er zat in die opleiding van alles wat. Taalkunde, geschiedenis, antropologie, dat waren allemaal dingen die mij boeiden. Ik had ook van thuis uit meegekregen dat je moet studeren wat je interesseert, in plaats van een strategische keuze te maken in functie van de arbeidsmarkt. Als je een studie kiest die je graag wilt doen, dan volgt de rest wel vanzelf.

De opleiding Afrikaanse Talen en Culturen heeft mij enorm veel bijgebracht. Ik heb er geleerd om op een andere manier naar migratie, integratie en multiculturaliteit te kijken. Door je westerse blik los te laten, kun je je beter inleven in de denkwereld van mensen met een andere geschiedenis of achtergrond. Dat is ook interessant vanuit maatschappelijke hoek: ik heb geleerd om mediadiscussies rond migratie beter te kaderen.

Tijdens mijn studies ben ik ook een aantal keer naar Afrika gereisd. Ik durfde mezelf geen specialist in Afrikanistiek te noemen zonder ooit een voet in Afrika te hebben gezet, dus probeerde ik zelf met de Afrikaanse wereld in contact te komen. Daarnaast ben ik op Erasmus geweest naar London, waar ik een jaar aan de School of Oriental and African Studies les heb gevolgd. Dat was echt een eyeopener voor mij: ik vond het enorm boeiend om kennis te maken met de Angelsaksische debatcultuur.

Ik heb al van redelijk wat jobs geproefd sinds ik ben afgestudeerd. Na enkele interimjobs en twee maanden lesgeven aan anderstalige kinderen in het OKAN-onderwijs (Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers), ben ik in het opvangcentrum voor asielzoekers in Deinze terechtgekomen, bij het Rode Kruis. Daarna heb ik gewerkt voor de regularisatiecommissie. Dat was een tijdelijke commissie die mensen de kans gaf om zich te laten regulariseren als ze aan bepaalde integratievoorwaarden voldeden. Maar toen die commissie ophield te bestaan, werd ik overgeplaatst naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, en die ambtenarij was echt mijn ding niet. Gelukkig kon ik in 2003 beginnen werken bij Huis van het Nederlands in Gent. Toen dacht ik: “dit wil ik blijven doen”. En kijk, ik zit er nog steeds.

"De opleiding Afrikaanse Talen en Culturen leert je om vanuit een ander standpunt naar integratie, migratie en multiculturaliteit kijken."

In mijn eerste jaren bij Huis van het Nederlands was ik verantwoordelijk voor de intake en screening van nieuwkomers die Nederlandse les willen volgen. Via taaltests en gesprekken zocht ik voor elke nieuwkomer de meest geschikte cursus uit, en ik gaf advies over mogelijke trajecten en over het aanbod van lessen Nederlands. Tegelijkertijd hield ik me bezig met oefenkansen en vrije tijd, waarbij ik meewerkte aan projecten om nieuwkomers in het Gentse sociale leven te integreren en hen buitenschoolse mogelijkheden te bieden om hun Nederlands te oefenen. Na een jaar of tien is de organisatie gefusioneerd en opgenomen in de vzw IN-Gent. Na die fusie ben ik bij de afdeling Samenleven gaan werken, waar ik me voltijds met oefenkansen bezighoud. Als mensen bijvoorbeeld een sportvereniging zoeken voor hun kinderen, kan ik hen daarbij helpen.


Ik vind het heel fijn dat ik maatschappelijk relevant werk kan doen. Ik haal enorm veel voldoening uit het contact met nieuwkomers. De verruimde blik die ik tijdens mijn studies Afrikaanse Talen en Culturen heb meegekregen, komt heel goed van pas in mijn job. Ik besef wel dat ik geluk heb gehad: toen ik afstudeerde, was er veel werk in de sociale sector. Misschien is het vandaag iets moeilijker voor afgestudeerden die met zo’n diploma op de arbeidsmarkt terechtkomen. Maar als je echt duidelijk kunt maken dat je hart bij een bepaalde job ligt, en als je die keuze vanuit je interesses en vaardigheden kunt staven, dan kom je er gegarandeerd.