Marijn Van Laere, procesmanager bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media en auteur

(afgestudeerd in 2008)

Ik ben opgegroeid op een bloemisterij in Lochristi, samen met mijn broer heb ik tien jaar lang in de grachten op het terrein al spelend tegen de Duitsers gevochten. Nu ik erover nadenk, is dat langer dan de twee wereldoorlogen samen (lacht). In 1994 hebben de herdenkingsplechtigheden rond 50 jaar bevrijding erg veel indruk op mij gemaakt. Ik heb toen ook naar alle klassieke oorlogsfilms gekeken zoals The Longest Day. Mijn grootouders vertelden ook soms over de Tweede Wereldoorlog, daar is het zaadje wel geplant. Ik raakte geïntrigeerd door geschiedenis. Mijn ouders namen me mee naar tentoonstellingen en musea, en in de middelbare school had ik erg goede en bevlogen leerkrachten geschiedenis. Ik moest eigenlijk niet lang twijfelen op het einde van de humaniora: de keuze voor geschiedenis lag voor de hand.

Ik had altijd gehoord dat een opleiding geschiedenis generalistisch was, en dat ik er later op professioneel vlak veel kanten mee uit kon, wat ook klopt.

Als student wist ik al snel dat mijn verdere leven zich niet enkel in archieven en leeszalen zou afspelen. Ik zag me geen toekomst uitbouwen tussen documenten uit het verleden, omringd door de geur van oud papier. Ik ben als student ook altijd blijven helpen op de bloemisterij en ik wou echt in de wereld staan. Een universitaire opleiding vormt je als mens. Ik ben anders in het leven gaan staan door mijn jaren aan de universiteit. Ik had altijd gehoord dat een opleiding geschiedenis generalistisch was, en dat ik er later op professioneel vlak veel kanten mee uit kon, wat ook klopt. Toch besloot ik om na mijn basisopleiding de toenmalige master-na-masteropleiding management van overheidsorganisaties te volgen. Werken voor de overheid sprak me wel aan, ik ben altijd al geëngageerd geweest en tijdens de opleiding geschiedenis werd benadrukt dat je vanuit de overheid een impact kan hebben op de samenleving.

Ik heb na mijn afstuderen de kans gekregen om verschillende jobs uit te voeren. Ik ben uiteindelijk bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen aan de slag gegaan als financieel analist en raadgever. Het geëngageerde van die job sprak me erg aan, je maakt immers echt een verschil voor een grote groep mensen. Ik was daarnaast ook een tijdje hoofdredacteur van het vakblad over sociaal wonen. De vaardigheden die ik in de opleiding geschiedenis heb opgedaan, zoals oog voor interdisciplinariteit en een kritische blik, kwamen toen erg van pas. Nadien ben ik neergestreken op het Departement Cultuur, Jeugd en Media. Ik werkte als beleidsmedewerker rond tewerkstelling in de jeugd- en socioculturele sector. Ik coördineerde een deel van het team en werkte rond sociale regelgeving. Ik vul mijn job altijd breed in, misschien doe ik wel meer dan wat van mij gevraagd wordt. Maar ik ben gepassioneerd door mijn job en altijd geïnteresseerd om processen te optimaliseren. Momenteel is mijn job dan ook sterk toegespitst op dat aspect.

Een diploma geschiedenis is een perfect tegengif tegen fake news.

Je kan zo veel richtingen uitgaan met een diploma geschiedenis op zak. Ik kan het alleen maar aanraden om ervoor te gaan, om door te zetten, om wat je misschien moeilijker vindt tijdens je studies toch onder de knie proberen te krijgen. Ik had bijvoorbeeld geen grote aanleg voor financiële en monetaire geschiedenis, maar ik heb nadien toch lang in het financieel beheer gewerkt. Een kritische blik en oog hebben voor de bronnen zijn onbetaalbare vaardigheden die ik geleerd heb aan de UGent. Wanneer je voor de overheid werkt, kan je bijvoorbeeld gewapend met het bronnenmateriaal en met de beleidsteksten onder de arm elke discussie aan. Een diploma geschiedenis is een perfect tegengif tegen fake news.

In mijn vrije tijd heb ik altijd veel gelezen over geschiedenis. In 2014, een eeuw na het begin van de Eerste Wereldoorlog, vertelde mijn oom me dat hij op zoek wou gaan naar een stukje familiegeschiedenis. Mijn overgrootmoeder zou het eerste gasmasker van Duitse naar geallieerde zijde gesmokkeld hebben; mijn interesse was snel gewekt om terug in de bronnen te duiken. Via krantenartikels, egodocumenten en originele documenten uit verschillende archieven, onder andere afschriften van berichten die mijn overgrootmoeder tijdens de oorlog gesmokkeld heeft, heb ik uiteindelijk dat verhaal kunnen samenpuzzelen en bevestigen. Dankzij dit onderzoek is er een fietsbrug in Gent naar haar genoemd, en is er letterlijk ‘meer vrouw op straat’. Het is fijn om zien dat dit verhaal echt opgepikt wordt, ook in de pers. Ik ben er fier op dat ik dankzij mijn studie geschiedenis het verhaal van mijn overgrootmoeder heb kunnen vertellen.

Marijn Van Laere, Louisa d’Havé, De Gentse vrouw die waarschuwde voor de eerste Duitse gasaanval, Skribis - Mirto Print, 2020