Verzorg je woordenschat

  • Let erop dat je niet schrijft zoals je spreekt. Veel studenten hebben problemen om de juiste terminologie te hanteren. Gebruik steeds het vakjargon dat je terugvindt in je cursusmateriaal. Daarnaast zoek je inspiratie voor academische termen in papers van studiegenoten, artikels, leerboeken, enz.
  • Denk eraan dat je schrijft voor medestudenten en vakgenoten! Je hoeft dus niet elke vakterm uit te leggen, maar je mag ook niet veronderstellen dat je medestudenten alle zeer specifieke woorden kennen.

Vaak voorkomende problemen:

  1. Contaminaties
  2. Overbodige woorden
  3. Hen, hun, of ze
  4. Zo'n, zulk of zulke
  5. Vertalingen
  6. Oude woorden
  7. Spreektaal
  8. Griekse en Latijnse woorden