Masterproef

Visie

De masterproef vormt het sluitstuk van de masteropleiding en is de finale brug tussen het onderwijs en de job als ingenieur. De student voert binnen de masterproef zelfstandig een technisch-wetenschappelijke opdracht uit in zijn/haar specialisatie. Tijdens de uitvoering ontwikkelt de student zijn/haar analytisch en probleemoplossend vermogen op academisch niveau. Het geleverde werk moet getuigen van beheersing van tools, van inventiviteit, originaliteit en vakmanschap en van een onderzoeksgerichte houding.
NIEUW VANAF 2017-2018: Verplichte samenwerking met industrie of non-profit organisatie vereist voor nieuwe masterproefvoorstellen !
Deze samenwerking kan meerdere vormen aannemen, bv. promotor/co-promotor/begeleider, aanleveren use case of advies, aanleveren data, valorisatie of evaluatie, beoordelingscommissie.
Bij het invullen van de masterproefvoorstellen in Plato (deadline 1/3/2018) dient verduidelijkt te worden met welk bedrijf of non-profit organisatie samengewerkt wordt voor het betreffende masterproefvoorstel en welke vorm deze samenwerking aanneemt. 

Deze webpagina is bedoeld als leidraad voor de student bij de uitvoering van zijn/haar masterproef.

Situering van de masterproef binnen de opleiding

De masterproef neemt een belangrijke plaats in binnen het masterjaar en is de ultieme uitdaging voor de student. De masterproef omvat 18 studiepunten of bijna een derde van het aantal studiepunten in het masterjaar en laat de student toe om te bewijzen dat hij een aantal (academische) competenties, die van een master verwacht worden, bezit.

Facultaire masterproefinformatie

Op de pagina van de faculteit kan heel wat informatie gevonden worden rond de masterproefmodaliteiten, timing, vertrouwelijkheid, beoordeling, etc.

De opvolging van alle masterproeven (nieuwe onderwerpen ingeven, intekenen op een onderwerp, goedkeuren van keuzes, beoordelen van de student, etc.) gebeurt via het Plato masterproefopvolgingssysteem:

Het masterproefonderwerp

De opleidingen in de industriële wetenschappen (industrieel ingenieur) worden ook toegepaste ingenieurswetenschappen genoemd. Masterproefonderwerpen liggen dan ook bij voorkeur in het domein van het toegepast wetenschappelijk onderzoek, alhoewel ook strategisch basisonderzoek tot de mogelijkheden behoort. De onderwerpen komen uit het vakgebied van de gevolgde opleiding.

De opleidingscommissie heeft bovendien beslist dat elke masterproef een samenwerking dient te hebben met (minstens) een bedrijf, instelling of organisatie. Aan de promotoren wordt gevraagd de bedrijfsinformatie dan ook expliciet op te nemen in Plato in de velden die daarvoor voorzien zijn (dus niet enkel in de tekst).

Masterproefonderwerpen kunnen voorgesteld worden door (1) een externe opdrachtgever bv. een bedrijf of een instelling; (2) de onderzoeksgroepen verbonden aan de opleiding; of (3) de student zelf.

Deadline voor indienen van voorstel: 15 maart

    Vanaf 1 april worden de - door de opleidingscommissie goedgekeurde - voorstellen publiek gemaakt. De student kan bij de promoteren en begeleiders informatie inwinnen, eventueel een masterproefvoorstelling naar keuze bijwonen en geeft daarna zijn keuze door via Plato tussen 1 mei en 31 mei.

      Tijdsplanning

      • Logboek en/of wekelijkse e-mailrapportering aan alle promotoren en begeleiders, volgens volgende template
        • Naam: ....
        • Titel: .....
        • Datum: .....
        • Promotoren: .......
        • Planning (over te nemen telkens uit het vorige verslag)
        • Resultaten
        • Problemen/vragen/opmerkingen
        • Planning voor de komende week
        • Tussentijds verslag
        • Overzicht weekresultaten
      • Tussentijdse verdediging: ongeveer na 1/3 van de tijd (bv. voor reguliere studenten dus of voor Kerst of direct na examens van januari)
        • Promotor geeft verplicht de datum door via Plato
        • Presentatie, poster, of verslag - af te spreken met promotoren
        • Bevat duidelijk mission statement, literatuuronderzoek & mijlpalen voor de toekomst
        • Officiële presentatie: programma
          • Presentatie: 15 min
          • Proof-of-concept/rapportering: 5 min
          • Vragen: 10 min
          • De student krijgt 30/45 minuten om zijn of haar werk voor te stellen aan de beoordelingscommissie aangevuld met andere toehoorders. Deze tijd bevat eveneens de demonstratie of videoverslag, alsook de vraagstelling.
          • 1 student:
          • 2 studenten:
            • Presentatie: 25 min
            • Proof-of-concept/rapportering: 5 min
            • Vragen: 15 min

        Masterproeftekst

        Raadpleeg de nota over de vorm van de masterproef voor ingenieurs- en industriële wetenschappen.

        De masterproeftekst bestaat uit volgende onderdelen:

        • Kaft (via Plato)
        • Eén wit blad
        • Melding van vertrouwelijkheid (enkel indien van toepassing)
        • Titelblad
          • Wordt gegenereerd uit Plato, dus titel-informatie dien je correct in Plato in te geven
          • Dit titelblad is ook de enige correcte die mag gebruikt worden.
        • Voorwoord/Woord vooraf (dankwoord) met toelating tot bruikleen
        • Abstract (max 1 blad)
          • Informatie vermeld op titelblad (in eigen vorm)
          • Summiere, Nederlandstalige beschrijving van je werk in +/- 15 a 20 regels
          • 3-5 goed gekozen trefwoorden
        • Extended Abstract
          • IEEE 2-column style template
          • 5-6 pagina's, Engelstalig
          • Soort publicatie die het academisch karakter van de masterproef en de link naar onderzoek onderstreept
        • Inhoudsopgave
        • Lijst van figuren/tabellen (facultatief)
          • Een korte ondertitel bij elke figuur of tabel is ten zeerste aangeraden
        • Lijst van afkortingen en symbolen
        • Tekst
          • Inleiding (als eerste hoofdstuk nummeren)
          • Overige hoofdstukken
          • Samenvatting (als laatste hoofdstuk nummeren)
        • Referenties
          • Hiervan minstens 5 uit Web of Science
          • Minstens 20 voor het onderwerp relevante wetenschappelijke publicaties
          • Alle bronnen vermelden, ofwel chronologisch volgens gebruik in tekst, ofwel alfabetisch gerangschikt op auteursnamen
          • IEEE referentiestijl, tenzij anders afgesproken met promotor
        • Bijlagen (bv. schema's, flowcharts, ...) (facultatief)
        • Eén wit blad
        • Kaft

        Enkele voorbeeld-masterproefteksten: Godin - Deglorie

        Eindscoreberekening

          • Punten worden gegeven door begeleidingscommissie, i.e. ten minste twee personen, inclusief de promotor(en)
          • 10% persoonlijke aspecten (creativiteit, zelfstandigheid, inzet, kritische zin)
          • 40% praktische realisatie (wetenschappelijke aanpak, technische uitwerking, rapportering over dagelijks werk, resultaat, innovatief aspect)
        • 30% op masterproeftekst
          • Wetenschappelijke aspecten, technische aspecten, structuur en vormgeving, taal, extended abstract
          • Punten worden gegeven door beoordelingscommissie, i.e. minstens drie leden, waaronder één of twee promotoren en één tot drie commissarissen. Tenminste één van de commissarissen moet behoren tot een andere onderzoeksgroep dan de onderzoeksgroep waar het afstudeerwerk is uitgevoerd. Deze externe commissaris is niet betrokken geweest bij de realisatie van de masterproef en kan dus geen deel uitmaken van de begeleidingscommissie.
        • 20% op de mondelinge verdediging
          • Punten worden gegeven door beoordelingscommissie, rekening houdend met punten van eventuele externe jury
          • 10% presentatie
          • 10% antwoorden op vragen

        Templates

        Prijzen