Stage in de eduma na bachelor

Via verschillende stages leer je hoe je jouw kennis en vaardigheden overbrengt op een groep leerlingen. Dit gebeurt stapsgewijs: van observeren naar zelf voor de klas staan. Dit gebeurt steeds onder begeleiding van een ervaren leerkracht (vakmentor).

In sommige educatieve masteropleidingen na bachelor zal je ook stage lopen in de component domein. Contacteer hiervoor de trajectbegeleiding van je faculteit.

Oriëntatiestage

Heb je de oriëntatiestage nog niet opgenomen in jouw bachelor? Je volgt het vak als onderdeel van het voorbereidingsprogramma of als keuzevak in de component domein van de educatieve master. 

De oriëntatiestage (3 SP) heeft als doel eerste inzichten te bieden in jouw toekomstige doelpubliek en het vakgebied in de praktijk. De oriëntatiestage wordt gekoppeld aan de initiërende vakdidactiek. De concrete invulling van de oriëntatiestage (opdrachten, verwachtingen, planning, enz.) verschilt per educatieve master. Enkele mogelijke invullingen:

  • een eerste observatie-opdracht
  • een co-teaching met een vakleerkracht of duoteaching met een medestudent
  • een ondersteunde opdracht in de bachelormonitoraten
  • eindwerkbegeleiding

Stage A, B en C

Je volgt 3 stagevakken (A, B en C) van elk 4 studiepunten die aansluiten bij de vakdidactieken die je volgt. 

In de totale stage A-B-C (12 SP):

  • Observeer je 18 lesuren bij een vakmentor.
  • Geef je 45 lesuren zelfstandig les onder begeleiding van een vakmentor.
  • Neem je deel aan 9 mesoactiviteiten op schoolniveau.

Je verdeelt alle uren/activiteiten evenredig over de drie stagevakken.

Waar loop ik stage? 

  • Je loopt stage in de 2e en 3e graad van het secundair onderwijs in vakken die aansluiten bij jouw opgenomen vakdidactieken. 
  • Afhankelijk van jouw vakdidactiek(en), kan je aanvullend stage lopen in het volwassenenonderwijs, hoger onderwijs, basiseducatie of sociaal-cultureel vormingswerk. 

De concrete invulling en specifieke voorwaarden ontdek je tijdens een infomoment bij de start van het academiejaar. Een stageplaats vastleggen gebeurt in samenspraak met het vakdidactisch team.

Wanneer loop ik stage? 

Er is geen vaste stageperiode waarin de lessen geschorst worden. Na een eerste reeks lessen vakdidactiek kan je in functie van je eigen beschikbaarheid stages inplannen, in overleg met de scholen en het vakdidactisch team. Je kan je stage spreiden over de volledige studieloopbaan.

Stage A en B: taal- en letterkunde of toegepaste taalkunde

Volg je de educatieve master in de talen, afstudeerrichtingen taal- en letterkunde of toegepaste taalkunde? Dan loop je een zogenaamde schaduwstage, waarbij je van een langere onderdompeling in een stageschool geniet.  

Je neemt twee talen op die aansluiten bij jouw vooropleiding. Per taal neem je 2 stagevakken A en B op. 

Concreet omvat de totale schaduwstage:

A (taal 1 en taal 2) in masterjaar 1

  • Je observeert 12 lesuren in je eigen vak en 12 lesuren in andere vakken
  • Je participeert aan 12 lesuren waarbij je de vakmentor ondersteunt
  • Je geeft 20 lesuren zelfstandig les onder begeleiding van een vakmentor
  • Je neemt deel aan 4 mesoactiviteiten op schoolniveau

B (taal 1 en taal 2) in masterjaar 2

  • Je observeert 8 lesuren in je eigen vak en 12 lesuren in andere vakken
  • Je participeert aan 16 lesuren waarbij je de vakmentor ondersteunt
  • Je geeft 20 lesuren zelfstandig les onder begeleiding van een vakmentor
  • Je neemt deel aan 4 mesoactiviteiten op schoolniveau

Volg je de educatieve master in de talen, afstudeerrichtingen Afrikaanse talen en culturen, Oosterse talen en culturen of Oost-Europese talen en culturen? Dan geldt de info over stage A, B en C (zie hierboven).

Waar loop ik stage? 

  • Je loopt stage in de 2e en 3e graad van het secundair onderwijs in vakken die aansluiten bij jouw opgenomen vakdidactieken. 
  • In sommige specifieke gevallen loop je stage in het volwassenenonderwijs of basiseducatie. 

De concrete invulling en specifieke voorwaarden ontdek je tijdens een infomoment bij de start van het academiejaar. Een stageplaats vastleggen gebeurt in samenspraak met het vakdidactisch team.

Wanneer loop ik stage? 

De schaduwstage loop je hoofdzakelijk na de examens in januari en een deel van februari. In deze periode vinden geen lessen en evaluaties plaats zodat je je ten volle kan concentreren op jouw stage. 

Stagebegeleiding

  1. Op school krijg je werkbegeleiding door de vakmentor.
  2. Tijdens de opleiding krijg je leerbegeleiding door een vakdidacticus en praktijkassistent:
    • voorbereiding in microteaching in vakdidactiek
    • stagebezoeken
    • supervisies (individueel en in groep)

Stagevermindering

  • Als je in de loop van het academiejaar een lesopdracht vervult, kan dat onder bepaalde voorwaarden recht geven op stagevermindering. Hiervoor kan je contact opnemen met educatievemaster@ugent.be
  • Heb je een lesopdracht van lange duur, dan kom je eventueel in aanmerking voor een LIO-traject.

Contact

Vind je jouw specifieke situatie niet terug of heb je vragen?

Contacteer ons