Hoe verantwoord is huis- en tuingebruik van pesticiden?

(24-08-2015) Het labo voor Fytofarmacie van de UGent nam een enquête af over het verantwoord amateurgebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Meer info:  info.crelanleerstoel@ugent.be

Om bovenstaande vraag te beantwoorden nam het labo voor Fytofarmacie van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen (UGent) een enquête af waarin gepeild werd naar het verantwoord amateurgebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij een 900-tal Vlaamse particulieren. Enkele verontrustende vaststellingen zijn dat 15 procent van de gebruikers het etiket niet leest voor de juiste dosering, 45 procent van de ondervraagden het etiket niet duidelijk genoeg vindt en dat 30 procent het spoelwater gewoon in de gootsteen weggiet.



Sinds 18 augustus 2012 is de toelating van bestrijdingsmiddelen opgesplitst tussen professioneel en huis- en tuingebruik om een meer verantwoorde inzet van deze chemische middelen te kunnen garanderen. Enkel houders van een fytolicentie, waarvoor een speciale opleiding nodig is, kunnen nog professionele middelen kopen. Particulieren daarentegen kunnen zonder licentie kiezen uit een gamma van aangepaste producten.

Deze gewasbeschermingsmiddelen voor huis- en tuingebruik moeten voldoen aan een aantal voorwaarden op het vlak van veiligheid en gebruiksgemak. Zo moeten flessen en bidons op een kindveilige manier worden afgesloten en moeten sprays aan en uit kunnen worden gezet. Terwijl het professioneel gebruik van bestrijdingsmiddelen voor landbouwers strenger gereglementeerd is, is dit minder het geval voor particulieren waar enkel een gebruiksadvies wordt gegeven.

Nuttige informatie

Om na te gaan in welke mate particulieren gewasbeschermingsmiddelen gebruiken en op welke manier de toepassing verantwoord gebeurt, voerde het labo Fytofarmacie van de vakgroep Gewasbescherming van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de Universiteit Gent (UGent) een enquête uit bij een 900-tal respondenten in Vlaanderen. "Het uitvoeren van deze experimentele studie maakt het ons mogelijk veel nuttige informatie te verwerven in verband met het amateurgebruik van bestrijdingsmiddelen in Vlaanderen", zegt professor Pieter Spanoghe, hoofd van het labo Fytofarmacie. "De voormalige onwetendheid over hoe een amateurgebruiker in Vlaanderen omgaat met gewasbeschermingsmiddelen kan aan de hand van de door ons verzamelde data eindelijk deels ingevuld worden."

Uit de enquête blijkt dat ongeveer de helft van de bevraagde particulieren bestrijdingsmiddelen toepast en dit niet meer dan vijfmaal per jaar in de overgrote meerderheid van de gevallen (85%). Het gebruik van chemie is harder ingeburgerd naarmate de leeftijd van de respondenten stijgt. Van alle gewasbeschermingsmiddelen worden herbiciden (chemische onkruidbestrijders, nvdr.) het vaakst gebruikt, met het veelbesproken glyfosaat of Roundup op nummer één.

Verder geven de gebruikers aan dat vrijwel alle gewasbeschermingsmiddelen aangekocht worden in tuincentra, doe-het-zelfzaken en grootwarenhuizen, zoals het hoort dus. Toch koopt één procent van de gebruikers online producten, wat mogelijks een groot risico kan inhouden. Hier moet steeds gekeken worden naar de aanwezigheid van een toelatingsnummer op de verpakking om fraude of namaak tegen te gaan. Dit nummer is kenmerkend voor een gewasbeschermingsmiddel dat een voorafgaande toelating heeft gekregen van de overheid.

Gebruik

Voor het toepassen van de bestrijdingsmiddelen gaat de helft van de gebruikers aan de slag met de rugspuit of strooien ze granulaten. Een verontrustend resultaat is dat 15 procent van de gebruikers het etiket niet leest om de juiste dosis toe te passen. Dit terwijl er vaak veilige klaar-voor-gebruik producten voorhanden zijn, die reeds een correcte dosis hebben die niet meer met water hoeven aangelengd te worden. Slechts in 30 procent van de gevallen worden deze producten gebruikt.

Een ander opvallend punt is dat slechts iets meer dan de helft van de ondervraagden beweert dat het etiket duidelijk genoeg is. "Aangezien een correcte toepassing van bestrijdingsmiddelen pas kan plaatsvinden bij het correct begrijpen van het etiket, schuilt hier zeker een potentieel gevaar", meent professor Spanoghe.

Positief is dan weer dat 93 procent van de gebruikers laat weten beschermkledij te dragen, zowel bij het aanmaken van de spuitoplossing, als tijdens het bespuiten zelf. De meeste aandacht van de gebruikers gaat hierbij naar het beschermen van de handen door het dragen van handschoenen. "Niettegenstaande is een beschermingspak of overall die armen en benen bedekt meer geschikt, aangezien die een nog betere (bijna 100%) bescherming biedt voor het hele lichaam", vindt professor Spanoghe.

Zelfs spoelwater op planten gieten

Het teveel aan spuitoplossing wordt zoals het hoort extra op de planten toegepast. Zeer problematisch is wel dat 30 procent van de gebruikers aangeeft dat zij na het reinigen van de apparatuur het spoelwater nog steeds in de gootsteen weggieten. "Ook dit restwater zou beter op de planten worden aangebracht", volgens Spanoghe. "Gezien de milieuproblematiek die deze lozingen met zich mee kan brengen, kan dit op lange termijn tot problematische situaties leiden."

Altijd voorzichtig zijn

Aan de hand van deze enquête werd nuttige informatie verworven in verband met amateurgebruik van bestrijdingsmiddelen in Vlaanderen. "Op vlak van persoonlijke beschermkledij kan er beter gestreefd worden naar 100 procent bescherming door iedereen", vindt professor Spanoghe. "Daarnaast kunnen particulieren de druk van spuitoverschotten op het milieu doen dalen door de tijd te nemen om het etiket goed te begrijpen, een juiste dosis toe te passen zoals op het etiket staat aangegeven en zowel overschotten, als spoelwater van de gebruikte middelen niet rechtstreeks in de riool te dumpen." Tot slot, ook als er geen specifieke voorzorgsmaatregelen op het etiket worden vermeld, blijft het raadzaam om voorzichtig met het product om te springen.