Veelgestelde vragen over de opleiding ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieur)

1. Opbouw van de opleiding

Burgerlijk ingenieur: 3 jaar bachelor en 2 jaar master

  • 1ste bachelor gemeenschappelijk voor alle opleidingen (60 STP)
  • 2de jaar: keuze tussen 7 afstudeerrichtingen: biomedische ingenieurstechnieken, bouwkunde, chemische technologie en materiaalkunde, computerwetenschappen, elektrotechniek, toegepaste natuurkunde (unieke opleiding in Vlaanderen), werktuigkunde-elektrotechniek (120 STP)
  • 17 masters (120 STP)

- Master of Science in Bioinformatics

afstudeerrichting Engineering

- Master of Science in Biomedical Engineering

- Master of Science in Chemical Engineering

- Master of Science in Civil Engineering

- Master of Science in Computer Science Engineering

- Master of Science in Electrical Engineering

afstudeerrichting Communication and Information Technology

afstudeerrichting Electronic Circuits and Systems

- Master of Science in Engineering Physics 

- Master of Science in Fire Safety Engineering 

- Master of Science in Industrial Engineering and Operations Research 

afstudeerrichting Manufacturing and Supply Chain Engineering

afstudeerrichting Transport and Mobility Engineering

Main subject: Sustainable Mobility Analytics (nieuw, international)

- Master of Science in Mechanical and Electrical Systems Engineering (vanaf AJ 2025-2026, ter vervanging van Electromechanical Engineering en de 5 afstudeerrichtingen)

- Master of Science in Photonics Engineering

- Master of Science in Engineering: Ships and Marine Technology (vanaf AJ 2025-2026)

- Master of Science in Sustainable Materials Engineering

- European Master of Science in Nuclear Fusion and Engineering Physics 

- International Master of Science in Advanced Design of Sustainable Ships and Offshore Structures 

- International Master of Science in Fire Safety Engineering

- International Master of Science in Textile Engineering 

Bachelor in de ingenieurswetenschappen 1ste-3de bach

Bachelor in de ingenieurswetenschappen 2

Het eerste jaar is volledig gemeenschappelijk en bestaat uit 6 vakken in eerste semester, 6 vakken in tweede semester en één jaarvak (zie vraag 2). De focus ligt hier vooral op een stevige basisvorming in wiskunde en wetenschappen. Deze vakken worden aangevuld met het projectvak “Modelleren, maken en meten” en het vak “Duurzaamheid, ondernemerschap en ethiek”.

Gedurende de eerste drie weken van het academiejaar krijg je het vak Basiswiskunde. Dit vak frist de wiskunde uit het secundair onderwijs op en verdiept en vult aan waar nodig zodat je optimaal voorbereid bent op de rest van de opleiding.

Vanaf het tweede jaar maak je een keuze uit één van de 7 afstudeerrichtingen. Wiskunde en wetenschappen worden dan aangevuld met meer technische vakken: algemene ingenieursvakken (bv. signalen en systemen, mechanica van materialen, …) en specialisatievakken in het gekozen vakdomein (je afstudeerrichting). Maatschappelijk vormende vakken en de projectlijn blijven doorheen de opleiding behouden. Zo stimuleren we je creativiteit, communicatievaardigheden, ontwerpvaardigheden en zelfwerkzaamheid.

Na de bachelor kies je voor één van onze 17 masteropleidingen.  In de tweejarige masteropleiding zal je zowel je kennis verbreden, alsook je verder specialiseren in je vakgebied. Er zijn nog een aantal verplichte vakken, maar je kan ook kiezen uit een uitgebreid pakket aan keuzevakken, waaronder een stage, in binnen- of buitenland. De opleiding legt enerzijds de klemtoon op geavanceerde industriële toepassingen en technieken en anderzijds op de creatie van nieuwe kennis, innovatie dus. Die combinatie is een typisch kenmerk van de opleiding.

We zetten in op onze Engelstalige masters. Daarom worden alle hoorcolleges in het Engels gegeven en ook in de oefeningenlessen en laboratoria is de begeleiding doorgaans in het Engels. Op die manier word je voorbereid op het internationale aspect van het ingenieursberoep, en leer je het Engelstalig vakjargon kennen. Daarnaast zal je ook in contact komen met internationale studenten die dezelfde opleiding volgen.
Wil iemand toch de Nederlandstalige master volgen? Dan wordt er Nederlandstalig leermateriaal voorzien dat geschikt is voor zelfstudie.

2. Welke vakken krijgen we in het eerste jaar?

Lestabel

Burgerlijk ingenieur vakken 1ste jaar

3. Is er veel wiskunde in het eerste jaar / in de opleiding?

In de opleiding burgerlijk ingenieur is er een stevig pakket wiskunde in 1ste en 2de bachelor. Dit is noodzakelijk, omdat je als ingenieur later in je job veel beslissingen zult moeten nemen op basis van wiskundige modellen. Dit is kenmerkend voor de opleiding en maakt ook het verschil met de opleiding industrieel ingenieur. Burgerlijk ingenieurs zijn conceptuele denkers. Industrieel ingenieurs zijn veeleer toepassingsgericht.

 In 1ste bachelor starten we met het vak Basiswiskunde in de eerste drie lesweken. Dit vak frist de wiskunde uit het secundair onderwijs op en verdiept en vult aan waar nodig, zodat je optimaal voorbereid bent op de rest van de opleiding.

30 studiepunten in 1ste bachelor  – gemiddeld 40 studiepunten in volledige bachelor (kleine verschillen naargelang de afstudeerrichting in 2de en 3de bachelor)

Aantal studiepunten in bachelor

4. Ik volg 6u wiskunde, is dat voldoende om te starten?

Om met succes de opleiding burgerlijk ingenieur te doorlopen is het sterk aangeraden om 6u wiskunde of meer gevolgd te hebben in de derde graad secundair onderwijs.
Naast voorkennis en intelligentie zijn inzet en motivatie ook heel belangrijk om te slagen.

Je kan je voorkennis wiskunde meten met de starttoets (zie vraag 5).

Je kan ook je voorkennis wiskunde bijspijkeren tijdens de zomercursus wiskunde (zie vraag 6).

5. Hoe zit dat met de starttoetsen (verplichte ijkingstoets)?

Noot: Voor sommige opleidingen is deelname aan een ijkingstoets verplicht om te kunnen inschrijven. Dat zijn de zogenaamde starttoetsen.

Alle info is terug te vinden op: https://www.ugent.be/ea/nl/voor-toekomstige-studenten/voorbereiden/ijkingstoets

Algemeen

  • Samen met alle Vlaamse universiteiten organiseert UGent starttoetsen (verplichte ijkingstoetsen) die verschillende aspecten van je wiskundeniveau testen.
  • Deelname aan de toets is verplicht:  studenten die niet hebben deelgenomen kunnen niet inschrijven voor de opleiding. Er zijn enkele uitzonderingen.

Inschrijven voor een opleiding met starttoets

Een compatibele ijkingstoets is een toets die inhoudelijk overeenstemt met de ijkingstoets van de opleiding waarvoor je wil inschrijven. Voor burgerlijk ingenieur zijn volgende toetsen compatibel:
• Burgerlijk ingenieur - architect
• Fysica (en sterrenkunde)
• Wiskunde

Een verplichte remediëring is een online traject dat je helpt om in optimale omstandigheden te starten aan de opleiding. Je rondt dit remediëringtraject best af voor de start van het academiejaar. Je kan ook remediëren tijdens het academiejaar, maar dan komt dit bovenop je vakkenpakket. Meer info over de remediëring. Als je het remediëringstraject van een compatibele toets hebt gevolgd, dan kan je een vrijstelling aanvragen

Een vrijstelling van deelname kan aangevraagd worden op basis van een standaarduitzondering of op basis van bijzondere individuele omstandigheden. Meer info en aanvragen.

  • Het resultaat dat je behaalt is echter niet bindend; m.a.w. het resultaat heeft geen gevolgen voor jouw toelating tot de opleiding. Maar, als je niet slaagt voor de starttoets van de opleiding waarvoor je wenst in te schrijven, dan ben je verplicht een remediëringstraject te volgen om je voorkennis bij te spijkeren (zie verder).

  • De starttoets helpt je om in te schatten of je beschikt over voldoende wiskundige en wetenschappelijke kennis en vaardigheden in relatie tot het verwachte instapniveau voor de opleiding. Achteraf krijg je genuanceerde feedback op je resultaten. Zijn die resultaten niet voldoende, dan volg je het remediëringstraject.

Wat wordt er getest?

De starttoets test via meerkeuzevragen enkele vaardigheden die belangrijk zijn voor vakken die je krijgt aan het begin van de opleiding. De inhoud van de vragen bouwt verder op de leerstof van richtingen uit het secundair onderwijs met 6 uur wiskunde. De leerinhouden wiskunde van zowel eerste, tweede als derde graad komen aan bod.

Toch kunnen ook leerlingen die minder wiskunde volgden in hun vooropleiding eraan deelnemen. Het is immers belangrijk dat elke geïnteresseerde student zich kan "ijken": je niveau kan immers van nature hoger zijn dan je vooropleiding laat vermoeden.

De competenties die je nodig hebt om de studies van burgerlijk ingenieur aan te vangen, gaan echter verder dan het beheersen van wiskunde. Kan je ook verschillende wiskundige technieken combineren? Kan je een toegepast probleem interpreteren en opsplitsen in deelproblemen? Vind je de juiste wiskundige technieken om de deelproblemen op te lossen? Kan je ten slotte je deelresultaten terug combineren om zo een antwoord te formuleren voor de oorspronkelijke vraagstelling?

Hoe kan ik me voorbereiden op de starttoets (verplichte ijkingstoets)

We raden je aan om de leerstof uit 3de - 4de - 5de - 6de jaar secundair onderwijs wat op te frissen. Je kan ook oefenen om vertrouwd te geraken met het soort vragen. Voorbeeldvragen: https://www.ijkingstoets.be/opleidingen/ingenieurswetenschappen-architectuur/voorbereiding

Wat na de toets?

Door je deelname kan je sowieso inschrijven voor de opleiding burgerlijk ingenieur.

Ten laatste zeven dagen na de starttoets ontvang je je punten en een kwalitatieve beoordeling van je prestatie via e-mail. 

Voor meer duiding bij deze beoordeling – vooral als het resultaat minder goed is dan verwacht - kan je een afspraak maken voor feedback bij een studiebegeleider van het monitoraat van onze faculteit.

Ben je niet geslaagd voor de starttoets van de opleiding waarvoor je wenst in te schrijven, dan ben je verplicht een remediëringstraject te volgen om je voorkennis bij te spijkeren. Je kan hierbij kiezen voor een online zelfstudiepakket of een zomercursus op de campus. In beide gevallen wordt het traject afgerond met een verplichte online test. Het resultaat van deze test is niet bindend. Dit remediëringstraject wordt bij voorkeur gevolgd voor de start van het academiejaar. Deze remediëring is ook verplicht als je niet geslaagd bent op een compatibele starttoets of bij deelname aan een andere (niet-compatibele) ijkingstoets.

Noot 1: als je niet geslaagd bent voor de starttoets en je neemt niet deel aan het remediëringstraject, dan krijg je een extra bindende voorwaarde opgelegd met betrekking tot de studievoortgangsmaatregelen (zie vraag 18)

Noot 2: Aan de KU Leuven krijgen de studenten die geslaagd zijn voor de starttoets de vrijstelling van 1 studiepunt. Bij de UGent is dit niet het geval.

Praktische info:              

Opgelet: Je kan enkel deelnemen aan de starttoets als je je vooraf hebt ingeschreven. Inschrijvingen sluiten af op 15 juni (voor sessie 1) en op 15 augustus (voor sessie 2)! Inschrijven kan via de website https://www.ijkingstoets.be/, vanaf 15 januari 2025.   

Data:    

  • Sessie 1: Di 1/07/25 in de voormiddag (9u-13u)
  • Sessie 2: Za 23/08/25 in de voormiddag (9u-13u)

Waar: Gent (exacte locatie wordt later meegedeeld). Maar je kan aan elke deelnemende universiteit/campus de starttoets afleggen, ongeacht waar je je later inschrijft.

De toetsen worden schriftelijk afgenomen.

Aangezien alle toetsen van één sessie op dezelfde dag plaatsvinden, is het niet mogelijk om aan twee verschillende toetsen van één sessie deel te nemen. Je kan wel één maal begin juli en één maal eind augustus deelnemen (aan twee verschillende toetsen of twee maal aan dezelfde toets).

6. Hoe kan ik me voorbereiden op de studies van burgerlijk ingenieur?

Zomercursussen

De faculteit organiseert voor haar studenten zomercursus voor wiskunde en een infosessie ‘Efficiënter Studeren in het hoger onderwijs’.

Data: in de eerste twee weken van september 2025. Exacte data worden later vastgelegd en gecommuniceerd op de facultaire website.

Extra:

Het academiejaar start met het vak Basiswiskunde = is een herhaling van wiskunde secundair onderwijs (gedurende eerste 3 weken van het academiejaar), met als bedoeling een uniform startniveau te bereiken. Aansluitend is er een evaluatie (midden oktober) en een examen in januari. Op basis van de resultaten voor dit vak kunnen eventueel suggesties voor heroriëntering gedaan worden.

Naast motivatie en de nodige inzet, is bereidheid tot diepgang, nauwkeurigheid en volledigheid ook belangrijk. Het gaat dus niet enkel over voorkennis, maar ook over intrinsieke attitudes die het best aanwezig zijn.

Introductiedag

De faculteit organiseert op donderdag 18/09/2025, net voor de start van het academiejaar,een introductiedag voor haar nieuwe studenten 1ste bachelor om hen zo voor te bereiden om de week erna vlot van start te gaan.

Op het programma van de introductiedag staat o.a.

  • IT ondersteuning en configuratie van je laptop
  • Kennismaking met UGent platformen zoals Ufora en Oasis
  • Kennismaking met trajectbegeleiding, monitoraat en studentensecretariaat
  • Opbouw van het eerste jaar: lessenrooster, tussentijdse testen
  • Groepsindeling
  • Aankoop cursussen
  • Kennismaking met je medestudenten en de studentenverenigingen
  • Wegwijs in de gebouwen van UGent en in Gent

Meer info en inschrijven.

Laptop

Een laptop is verplicht en noodzakelijk vanaf het eerste bachelor jaar. De minimumvereisten kan je hier terugvinden. Studenten die het financieel moeilijker hebben, kunnen terecht bij de Sociale dienst van de UGent. Zie vraag 14.

7. Ik heb zeer weinig fysica en scheikunde gekregen in het middelbaar; is dat een probleem?

  • Opmerking: in het secundair onderwijs gebruikt men de term fysica ipv natuurkunde!

Niet noodzakelijk. De lessen natuurkunde en scheikunde starten met een herhaling van al de nodige stof ("start vanaf nul"), zodat iedereen na 2-3 weken op hetzelfde niveau zit. Voor wie het wenst, is er ook een zomercursus scheikunde.

Naast motivatie en de nodige inzet, is bereidheid tot diepgang, nauwkeurigheid en volledigheid ook belangrijk, het gaat zeker niet enkel over voorkennis, maar ook over intrinsieke attitudes die best aanwezig zijn.

8. Wat is de verhouding theorie/oefeningen? Hoeveel praktijk zit er in de opleiding?

Lichtblauw: oefeningen – donderblauw: theorie.

Semester 1 week 1-3 burgerlijk ingenieur

Semester 1 week 4-12 burgerlijk ingenieur

Semester 2 burgerlijk ingenieur

Dit schema geldt als model; wijzigingen kunnen ieder jaar voorkomen. De UGent zet in op activerend onderwijs; daarom worden oefeningenlessen vaak in (kleinere) groepen gegeven. Uren en dagen kunnen variëren naargelang de groepsindeling.

Belangrijke principes uit de theorielessen worden steeds ingeoefend. Er worden soms ook opdrachten meegegeven om thuis op te lossen. Voor wiskunde en basiswetenschappelijke vakken zijn er ongeveer evenveel oefeningen als theorie.

Doorheen de bachelor loopt er ook een projectlijn, waar je kennis maakt met de praktijk van een burgerlijk ingenieur. Dit begint al in het 1ste semester van 1ste bachelor met het vak "Modelleren, maken en meten". Daarin zal je een project uitwerken met een groepje medestudenten, onder begeleiding van een onderzoeker. Samen staat de groep in voor een ontwerp, de taakverdeling en de schriftelijke en mondelinge rapportering. Een kleine greep uit het aanbod aan mogelijke projecten: ontwerp een intelligente robot die zelfstandig een bepaald punt in een vlak kan bereiken; probeer een wagentje voort te bewegen met een plasma-aandrijving; ontwerp uit karton een bruikbare noodshelter die zo sterk en stijf mogelijk is; realiseer een LED-lamp met instelbare kleur en een lowcost spectrometer om het uitgezonden spectrum te visualiseren; maak je eigen biobrandstof uit afval van koffiefilters; ontwerp, bouw en test een kunstmatige hartklep.

In het tweede semester van 1ste bachelor krijg je ook het vak “Duurzaamheid, ondernemerschap en ethiek” Je maakt in de eerste zes weken kennis met de basisprincipes van deze disciplines en daarna pas je deze kennis concreet toe op het projectonderwerp van het vak “Modelleren, maken en meten” in de DOE-week. Deze week is volledig gewijd aan dit vak; m.a.w. Je hebt in die week geen activiteiten of verplichtingen voor andere vakken.

Ook in de daaropvolgende jaren zal je in groep projecten kunnen uitvoeren. In het vak “Ingenieursproject”, in 2de bachelor, werk je aan een project dat past binnen de afstudeerrichting die je gekozen hebt. Je brengt er de belangrijkste ontwerp- en meetmethodes van jouw discipline in de praktijk. In het 3de bachelorjaar draai je voor het “Vakoverschrijdend project” een semester lang mee in een onderzoeksgroep van de faculteit. Je krijgt een reëel probleem voorgeschoteld waar je zelfstandig een werkbare oplossing voor moet vinden. In veel gevallen leidt dit tot je eerste artikel in een wetenschappelijk tijdschrift!

9. Hoe kan ik mezelf tijdens het jaar testen?

We starten het academiejaar met o.a. het vak Basiswiskunde. In dit vak frissen we je kennis uit het secundair onderwijs grondig op en verdiepen we ze en vullen we ze aan waar nodig. Zo zorgen we ervoor dat je optimaal voorbereid bent op de rest van de opleiding. Dit vak loopt drie weken, en op het einde van deze drie weken is er een test. Kort na de test wordt er feedback voorzien. De andere wiskundige vakken starten pas vanaf week vier, nadat het vak Basiswiskunde is afgerond. Wie geslaagd is voor de test, is geslaagd voor het vak en hoeft geen examen meer af te leggen in januari. Wie niet geslaagd is, kan het tekort ophalen in januari en daarna is er nog een examenkans in de tweede zittijd.

Daarnaast voorzien we voor heel wat vakken aanvullend oefenmateriaal (extra oefeningen, voorbeeldexamens, …); hiermee kan je jezelf tijdens het academiejaar testen of bijwerken.

Er zijn in het eerste jaar, naast de test van Basiswiskunde, nog twee testmomenten per semester (‘NPGE’s’). Per testmoment wordt er ongeveer een halve dag voorzien, waarop er meerdere vakken uit dat semester geëvalueerd worden. Hiermee stimuleren we de juiste studie-aanpak en studiehouding. Deze tussentijdse testen tellen mee voor 10% tot 25% van de totale punten van deze vakken. Ideaal om te testen of de basisprincipes voldoende begrepen zijn.

10. Welke begeleiding is er voorzien voor studenten?

Vakinhoudelijke ondersteuning voor de vakgebieden wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica. Je krijgt extra uitleg bij de leerstof (zowel theorie als oefeningen), richtlijnen over de examens, feedback bij de testen, ... Dit kan individueel of in groep (bv. studiegroep) of in grotere groep (bv. rond specifieke thema’s). Dit kan zowel online als on campus.

- Algemene studiebegeleiding: studieplanning, studiemethode, zoeken naar oplossingen bij studieproblemen.

- Trajectbegeleiding: advies en info over geïndividualiseerd traject, bijzonder statuut, heroriëntering, begeleiding studietraject en -voortgang.

11. Studievoortgang (leerkrediet en studievoortgangsmaatregelen) en deliberatieregels

De studievoortgang (= de mate waarin een student vordert in zijn of haar studieprogramma)  wordt bewaakt door twee systemen:
- Leerkrediet (van toepassing op alle hoger onderwijsinstellingen)
- Studievoortgangsmaatregelen (decretale regels en UGent regels)
Deze maatregelen dienen om de studenten te stimuleren om:
- een bewuste en realistische studiekeuze te maken
- tijdig hulp en begeleiding te zoeken
- sneller te heroriënteren (indien nodig).

Leerkrediet

- Alle studiekiezers starten met 140 studiepunten aan leerkrediet
- Aantal studiepunten waarvoor de student zich heeft ingeschreven, wordt afgetrokken van het leerkrediet
- Verworven studiepunten (= credits behaald) worden terug aan het leerkrediet toegevoegd
- Eerste 60 verworven studiepunten krijgt de student dubbel terug
- Een student kan slechts inschrijven à rato van leerkrediet dat hij of zij heeft.

Studievoortgangsmaatregelen

BA1 (decretale regel*)
- BA1: verplicht om alle vakken van modeltraject op te nemen (60 STP) (eerste inschrijving)
- indien na 1ste jaar van inschrijving niet geslaagd voor alle vakken van BA1

  • bindende voorwaarde: bij 2de  inschrijving slagen voor alle resterende vakken van BA1

- Indien niet geslaagd voor BA1 na twee jaar:

  • weigering om deze opleiding verder te zetten (aan alle Vlaamse universiteiten)

* decretale regels zijn van toepassing bij alle Vlaamse universiteiten.

BA1 (UGent-regel)
- Na 1ste jaar van inschrijving geslaagd voor minder dan 20% van de studiepunten van BA1:

  • weigering om opnieuw in te schrijven voor die opleiding
    Noot: Aan de KU Leuven moet je minstens geslaagd zijn voor 30% van de studiepunten in BA1

- PAS OP:  niet geslaagd voor starttoets en remediering niet gevolgd?

  • grens wordt opgetrokken naar 30% (dus je moet slagen voor minstens 30% van de studiepunten om nog opnieuw te kunnen inschrijven voor deze opleiding aan de UGent)

Algemeen
- Geen 50% van de credits behaald

  • bindende voorwaarde: bij volgende inschrijving geen 50% behaald: inschrijving geweigerd in die opleiding

- Na drie inschrijvingsjaren niet geslaagd voor 1/3 van alle opgenomen studiepunten

  • weigering tot elke opleiding aan UGent

Deliberatieregels
Studenten kunnen op 3 momenten gedelibereerd worden: na modeltraject 1, na volledige bachelor, na volledige master
Voorwaarde:
-
Maximaal 2 tekorten
-
Niet dieper dan 8/20
-
Na MT1: maximaal 12 gewogen tekortpunten
-
Na bachelor/master: maximaal 6 gewogen tekortpunten
-
Alle examenkansen benut
-
Elk vak opgenomen
Voorbeeld: 9/20 voor vak van 3 STP = 3 tekortpunten
                   8/20 voor vak van 6 STP = 12 tekortpunten

12. Wat als blijkt dat het mij toch niet ligt: kan ik veranderen zonder een volledig jaar te moeten overdoen?

Als je van opleiding verandert vóór 1 december, dan krijg je zowel je leerkrediet als je flexibel inschrijvingsgeld terug. Vanuit UGent adviseren we om te heroriënteren vóór 15 november. Je nieuwe faculteit zal beslissen of je al dan niet nog eerstesemestervakken van je nieuwe opleiding zult kunnen opnemen. Meer info over heroriënteren

Bij de start van het tweede semester is het ook mogelijk om te heroriënteren vóór 1 maart. Hiervoor moet je contact opnemen met de trajectbegeleider van de nieuwe opleiding om na te gaan voor welke vakken kan worden ingeschreven. Het flexibel inschrijvingsgeld van het tweede semester krijg je terug alsook het leerkrediet voor vakken van het tweede semester en voor jaarvakken.

Studenten die vroeg heroriënteren (bijvoorbeeld na de drie weken Basiswiskunde) kunnen in de nieuwe opleiding vaak nog alle vakken opnemen, en zijn dus niets ‘verloren’. Studenten die pas later (bijvoorbeeld rond 15 november of bij de start van het tweede semester) heroriënteren, kunnen in de nieuwe opleiding meestal niet meer alle vakken van het eerste jaar opnemen en starten in de nieuwe opleiding dus reeds met een geïndividualiseerd traject (GIT).

13. Wat is de studiekost van de opleiding?

Vanaf dit jaar vind je de studiekosten terug op de Studiekiezerwebsite, onder de rubriek “Vlot van start” bij elke opleiding. Dat zijn richtprijzen en deze worden jaarlijks aangepast op 1 juni.

Inschrijvingsgeld

AJ 2025-2026:

- niet-beursstudent: € 1157 voor 60 studiepunten

- bijna-beursstudent: € 611 voor 60 studiepunten

- beurstariefstudent: € 136,50 (ongeacht het aantal opgenomen studiepunten)
Laptop is verplicht vanaf 1ste bachelor. Prijs is afhankelijk van de minimumvereisten.  Richtprijs: € 800,-
Rekenmachine (TI- 30XB Multiview of TI-30XS Multiview) is verplicht. Richtprijs: € 30,-

1ste bachelor: cursusmateriaal, handboeken

Daarnaast moeten er ook nog slides afgeprint worden.
Richtprijs: € 205,-

2de bachelor: cursussen en handboeken

Daarnaast moeten er ook nog slides afgeprint worden. 

Richtprijs: tussen de  € 67,- en € 362,-  

3de bachelor: cursussen en handboeken

Daarnaast moeten er ook nog slides afgeprint worden. 

Richtprijs: tussen de € 55,- en € 241,-

Noot:
- Voor sommige vakken is de richtprijs niet gekend. Het overzicht is dus niet volledig.
- Via de studentenkring VTK kan je heel wat cursussen en handboeken aankopen aan iets gunstigere prijzen. 
- De prijzen in 2de en 3de bachelor variëren naargelang de gekozen afstudeerrichting.
- Via het deelplatform van UGent (UGent Deelt) kan je eventueel studieboeken, studiemateriaal en andere tweedehandsspullen kopen.

Studenten die het financieel moeilijk hebben, kunnen aankloppen bij de Sociale Dienst van de UGent.
- Ze kunnen onder bepaalde voorwaarden een laptop huren voor een korte periode. De totale maximale uitleenperiode is per student 12 maanden en dit gedurende de volledige studieloopbaan. 
- Ze kunnen onder bepaalde voorwaarden een studiefinanciering krijgen.

14. Is een laptop verplicht en welke vereisten zijn er voor een laptop?

Een laptop is verplicht en noodzakelijk vanaf het eerste bachelor jaar.

15. Kan ik naar het buitenland tijdens mijn studies?

Veel (toekomstige) studenten denken bij internationalisering standaard aan het Erasmus programma. Als faculteit zetten wij echter in op verschillende formats, en Erasmus is dus niet de enige (of belangrijkste) mogelijkheid om een buitenlandse ervaring op te doen. Er is "voor elk wat wils", zowel lange alsook kortere verblijven zijn mogelijk.

Mogelijkheden vanuit de faculteit:

  • Erasmus Belgica: uitwisseling voor studie in Franstalig België (1 of 2 semesters, tijdens de masteropleiding)
  • Erasmus+: uitwisseling voor studie in de EU & Zwitserland (1 of 2 semesters, tijdens de masteropleiding)
  • Uitwisseling voor studie buiten Europa (1 of 2 semesters, tijdens de masteropleiding)
  • Stage, zowel binnen als buiten Europa, eventueel ondersteund via IAESTE (meer dan 80 landen wereldwijd), FEA is de pionier/trekker van IAESTE in België, van 6 weken tot 1 jaar
  • Korte cursussen en workshops in Europa via BEST (typisch 1 week)
  • Ontwikkelingssamenwerking: veldwerk in “het zuiden” met een reisbeurs, van 1 maand tot 1 jaar
  • Europese/internationale masteropleiding: student verblijft telkens 1 semester in een partnerinstelling
  • Internationale studiereizen
  • Summer schools
  • Een deel van de masterproef in het buitenland afleggen (bijvoorbeeld (een deel van) het onderzoek in het buitenland uitvoeren)
  • Blended Intensive Programmes: een opleidingsonderdeel waarbij je in een online gedeelte samenwerkt en ook fysiek samenkomt ergens in een Europese universiteit.

Als ingenieur werk je later meestal (of altijd) in een internationaal werkveld en zelfs al blijf je in België na het afstuderen, dan nog is het belangrijk en een voordeel om tijdens de studies een internationale ervaring op te doen.

16. Gebruik van generatieve AI in de opleiding

Vanaf academiejaar 2024-2025 is het verantwoord gebruik van generatieve AI-tools door studenten toegelaten voor taken (incl. masterproef) die ze thuis maken.

Let op: een individuele lesgever in een specifiek vak kan nog steeds het gebruik verbieden, om zo te kunnen nagaan of de student bepaalde basiscompetenties wel echt onder de knie heeft. Dit staat dan vermeld op de studiefiche.

In 1ste bachelor voorzien we een workshop voor de studenten en is er een elektronisch leerpad op Ufora.

    17. Wat kan ik later doen met een diploma van burgerlijk ingenieur? Vind ik gemakkelijk werk?

    Met een diploma van burgerlijk ingenieur vind je doorgaans gemakkelijk werk. De combinatie van technische expertise, probleemoplossend vermogen, en een sterke achtergrond in wiskunde en wetenschappen maakt burgerlijk ingenieurs zeer gewild op de arbeidsmarkt. Bovendien biedt een diploma van burgerlijk ingenieur een breed scala aan carrièremogelijkheden, zowel in België als internationaal.

    Tijdens de opleidingen kom je al in contact met bedrijven via bedrijfsbezoeken, al of niet verplichte stages, masterproeven in samenwerking met bedrijven. Daarnaast organiseert onze studentenvereniging VTK jaarlijks een job- en stagebeurs.

    Waar kom ik terecht?

    • Bedrijfswereld
    • Publieke sector
    • Onderwijs
    • Studiebureaus
    • Dienstensector (banken, verzekeringen, …)
    • Gezondheidszorg
    • Onderzoeksinstellingen

    Functies

    • Management
    • Onderzoek
    • Ontwerp en ontwikkeling
    • Productie
    • Advies en controle
    • Opleiding

    Vind ik gemakkelijk werk?

    Aantal schoolverlaters

    % werkzoekenden na 1 jaar

    Burgerlijk ingenieur (m.u.v. architectuur)

    707

    0,8 %

    Burgerlijk ingenieur-architect

    125

    0,8 %

    Industrieel ingenieur

    1.3888

    0,6 %

    Bio-ingenieur

    400

    2 %

    Master wetenschappen (alle)

    724

    3,7 %

    Alle masteropleidingen

    15881

    2,3 %

    Alle opleidingen hoger onderwijs
    (HBO5, PBA, ABA en MA)

    38965

    2,3 %

    VDAB schoolverlatersrapport editie 2024 – opvolgingsjaar 2023

    18. Ik ben geïnteresseerd in wetenschappen en technologie. In welke opleiding start ik het best?

    Als je interesse hebt in wiskunde, wetenschappen (en technologie) dan heb je verschillende mogelijkheden.

    Wil je vooral de wetenschap zelf bestuderen, dan is een master in de wetenschappen de aangewezen keuze. Een wetenschapper concentreert zich vooral op de fundamentele principes van één specifieke wetenschappelijke discipline, bv. wiskunde, fysica of informatica. Hij of zij kijkt minder naar hoe deze wetenschap kan vertaald worden naar producten en diensten voor mens en maatschappij. M.a.w. de focus ligt er minder op de toepassingen.

    In een ingenieursopleiding  bestudeer je deze principes ook, maar binnen een ruimer kader. De focus ligt op hoe je op basis van wetenschappelijke principes producten kan maken die nuttig zijn voor de maatschappij en hoe je op basis van deze principes innovaties kan brengen in de industrie. M.a.w. ingenieurs zetten wetenschappelijke principes om in innovatieve producten, processen en diensten.

    19. Welke ingenieursopleiding past het beste bij mij?

      Studeren voor ingenieur aan de UGent

      20. Wat is het verschil tussen burgerlijk ingenieur en industrieel ingenieur? Wat is het verschil tussen een ingenieursopleiding en een masteropleiding in de wetenschappen?

      Wat is het verschil tussen industrieel ingenieur en burgerlijk ingenieur. En tussen een ingenieur en een master wetenschappen?

      De opleiding burgerlijk ingenieur legt de klemtoon op theoretische kennis en wetenschappelijk aspect van de dingen --> vraag zich af waarom iets werkt, en hoe systemen kunnen worden ontworpen die problemen oplossen. De focus ligt op complexe wetenschappelijke en technologische vraagstukken, meestal gericht op lange termijn en innovaties die nog niet in de praktijk bestaan.

      Profiel:

      • Interesse in wiskunde en wetenschappen
      • Geboeid door technologie en innovatie
      • Op basis van wiskundige modellen nieuwe processen, producten en systemen ontwikkelen om een antwoord te bieden aan maatschappelijke behoeften.
      • Graag op een abstract niveau redeneren
      • Sterk in analytisch en probleemoplossend denken
      • Bereidheid tot diepgang, nauwkeurigheid en volledigheid
      • Goede wiskundige basis, 6u wiskunde of meer in 3de graad van het secundair onderwijs (ASO en/of TSO)

      De opleiding industrieel ingenieur legt de klemtoon op toepassingen --> vraagt zich af hoe iets werkt en kijkt naar de praktische uitvoering van de ideeën. Het is een praktijkgerichte ingenieursopleiding met nadruk op het toepassen van bestaande technologieën (minder abstract en theoretisch dan de opleiding tot burgerlijk ingenieur). De focus ligt op het vertalen van theorie naar uitvoerbare oplossingen.

      Profiel:

      • Interesse voor wiskunde, wetenschappen, techniek en technologie
      • Vooral geïnteresseerd in toepassingsgerichte kennis
      • Graag op een creatieve manier, gebaseerd op wetenschappelijke kennis en analyse, praktische problemen oplossen
      • Bereidheid tot nauwkeurigheid en volledigheid
      • Goede wiskundige basis, bij voorkeur 6u wiskunde in 3de graad van het secundair onderwijs (ASO en/of TSO)

      De master in de wetenschappen legt de klemtoon op de wetenschap zelf, meestal in een specifiek vakgebied (bv. informatica, chemie, fysica) en kijkt minder naar hoe deze wetenschap kan gebruikt worden in een praktische context (dus minder toepassingen). Een master in de wetenschappen richt zich meer op het begrijpen van fundamentele principes en wetenschappelijke theorieën. De nadruk ligt op wetenschappelijk onderzoek, experimenten en het ontwikkelen van nieuwe kennis, eerder dan op praktische toepassingen.

      21. Wat is het verschil tussen burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur?

      Burgerlijk ingenieurs en bio-ingenieurs zijn beiden ingenieurs die kennis creëren, nieuwe concepten bedenken of nieuwe toepassingen ontwikkelen, op basis van wetenschappelijke inzichten. Beiden worden getraind om op een meer generiek en abstract niveau te redeneren.

      In de opleiding tot burgerlijk ingenieur ligt de focus op technologie voor mens en maatschappij.

      Profiel:

      • Interesse in wiskunde en wetenschappen (fysica, chemie, informatica)
      • Geboeid door technologie en innovatie
      • Op basis van wiskundige modellen nieuwe processen, producten en systemen ontwikkelen om een antwoord te bieden aan maatschappelijke behoeften.
      • Graag op een abstract niveau redeneren
      • Sterk in analytisch en probleemoplossend denken
      • Bereidheid tot diepgang, nauwkeurigheid en volledigheid
      • Goede wiskundige basis, 6u wiskunde of meer in het secundair onderwijs (ASO en/of TSO)

      In de opleiding tot bio-ingenieur ligt de focus op technologie voor de levende materie (zoals planten en dieren) en haar omgeving.

      Profiel:

      • Interesse voor wiskunde, biologie, chemie en fysica
      • Aanleg voor analytisch, abstract en probleemoplossend denken
      • Een goede bagage aan wiskunde met minimum 6 uren wiskunde per week in de derde graad

      22. Kan ik industrieel ingenieur studeren en nadien burgerlijk ingenieur? Hoeveel jaar in totaal is dit dan?

      Als je het diploma van industrieel ingenieur behaald hebt kan je ook nog verder studeren voor burgerlijk ingenieur. Er zijn twee mogelijkheden, afhankelijk van je behaalde diploma:

      • Als je het diploma van master industrieel ingenieur hebt behaald kan je via een brugprogramma rechtstreeks starten in de masteropleiding ingenieurswetenschappen. Deze rechtstreekse doorstroom is meestal enkel mogelijk binnen het zelfde kennisdomein. Dit betekent concreet dat je eerst 4 jaar industrieel ingenieur studeert en dan aansluitend 2 jaar master burgerlijk ingenieur. De studenten die dit programma volgen, krijgen een aangepaste versie van de reguliere master (een “brugprogramma”). Zij zullen minder ruimte hebben voor keuzevakken en in de plaats daarvan krijgen ze nog enkele vakken uit de bachelor van de opleiding burgerlijk ingenieur (“brugvakken”) en een speciaal ingericht wiskundig brugvak (wiskundige modellering in de ingenieurswetenschappen).
      • Via een voorbereidingsprogramma kan je op basis van je bachelordiploma al instromen in een aantal inhoudelijk verwante masteropleidingen burgerlijk ingenieur. Je moet dan wel eerst het voorbereidingsprogramma afwerken (min. 30 SP en max 90 SP) alvorens te starten met de masteropleiding zelf. Dit betekent in concreto meer dan 2 jaar studeren extra. Qua studieduur zal deze optie meestal niet korter zijn dan de bovenstaande optie, en je behaalt bovendien maar één masterdiploma in tegenstelling tot twee masterdiploma’s als je het brugprogramma volgt. Het voorbereidingsprogramma wordt daarom niet vaak gevolgd.

      23. Wat is het verschil tussen de opleiding burgerlijk ingenieur aan UGent en KU Leuven?

      Er is geen verschil in niveau tussen de opleidingen aangeboden aan UGent en KU Leuven.

      • UGent en KU Leuven zijn 2 verschillende instellingen met elk een eigen visie en beleid.
      • Aan de UGent behoren de opleidingen burgerlijk ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect en industrieel ingenieur samen tot één faculteit. Dit biedt heel wat voordelen: nauwe samenwerking tussen de drie opleidingen, vlotte en onderlinge uitwisseling van kennis en een uitgebreide infrastructuur die door de drie opleidingen kan gebruikt worden voor zowel onderzoek als onderwijs.

      Bij de KU Leuven zijn er twee afzonderlijke faculteiten: één voor de burgerlijk ingenieurs en één voor de industrieel ingenieurs (verspreid over verschillende campussen over Vlaanderen).

      • De opbouw van de opleidingen verschilt lichtjes. Aan de UGent is het eerste jaar volledig gemeenschappelijk en kiezen de studenten vanaf het tweede jaar een afstudeerrichting.

      Aan de KU Leuven bestaat de bacheloropleiding burgerlijk ingenieur uit twee delen. Het eerste deel (semester 1 tem 3 en bijna het volledige 4de semester) is gemeenschappelijk en geeft je een uitgebreide wetenschappelijke basis mee. In semester 4 kies je je afstudeerrichting en neem je de eerste opleidingsonderdelen hiervan op. Vervolgens ligt in semester 5 en 6 de focus op je afstudeerrichting. Die combineer je met een keuzepakket.

      • Het aanbod van de masteropleidingen verschilt lichtjes:

      UGent, burgerlijk ingenieur

      KU Leuven burgerlijk ingenieur

      Bioinformatics, afstudeerrichting Engineering 

       

      Biomedical Engineering

      Biomedical Engineering

      Chemical Engineering

      Chemical Engineering

      Civil Engineering

      Bouwkunde

      Computer Science Engineering

      Computerwetenschappen

      Electrical Engineering met 2 afstudeerrichtingen:

      - Communication and Information Technology

      - Electronic Circuits and Systems

      Elektrotechniek

      Engineering Physics 

       

      Fire Safety Engineering 

       

      Industrial Engineering and Operations Research met 3 afstudeerrichtingen:

      - Manufacturing and Supply Chain Engineering

      - Transport and Mobility Engineering

      - Sustainable Mobility Analytics (international)

      Mobility and Supply Chain Engineering

      Mechanical and Electrical Systems Engineering (vanaf AJ 2025-2026)

      Werktuigkunde

      Energie

      Photonics Engineering

       

      Ships and Marine Technology (vanaf AJ 2025-2026)

       

      Sustainable Materials Engineering

      Materiaalkunde

      International Master Advanced Design of Sustainable Ships and Offshore Structures 

       

      International Fire Safety Engineering 

       

      International Textile Engineering 

       

       

      Wiskundige ingenieurstechnieken

       

      Nanowetenschappen, nanotechnologie en nano-engineering

      • Eigen aan de opleiding aan de UGent is Basiswiskunde en het systeem van de tussentijdse testen (zie vraag 9 'Hoe kan ik mezelf tijdens het jaar testen?').
      • UGent stimuleert ondernemerszin bij haar studenten:

      - Ondernemersvakken als keuzevak, zowel in bachelor als in master.

      - In 1ste bachelor krijg je het vak “Duurzaamheid, ondernemen en ethiek”.

      - Het expertisecentrum voor student-ondernemerschap: Gentrepreneur. Doel: zoveel mogelijk studenten (en onderzoekers) ondernemende competenties te laten verwerven, en om de officiële student-ondernemers optimaal te begeleiden en te ondersteunen bij de uitbouw van hun onderneming.

      • Duurzaamheidsdenken wordt doorheen de ganse opleiding gestimuleerd, te beginnen met het vak “Duurzaamheid, ondernemen en ethiek” in 1ste bachelor.
      • De faculteit zet heel sterk in op internationalisering. Er zijn veel opties: een Europese of internationale master, Erasmus-Belgica, Erasmus, samenwerking met internationale partners van de faculteit, stage in het buitenland (o.m. via IAESTE), veldwerk in het buitenland in het kader van een masterproef, summer schools en workshops (o.m. georganiseerd door BEST), …
      • De faculteit hecht veel belang aan het welbevinden van haar studenten --> veel ondersteuning.

      - Studiebegeleiders: vakinhoudelijke begeleiding zoals uitleg bij theorie en oefeningen, zowel individueel als in kleine groepjes + meer algemene studieondersteuning, zoals planning, organisatie en studiemethode.

      - Trajectbegeleiders: voor vragen omtrent je studieloopbaan

      - Taalbegeleiding en –advies van UGent: ondersteuning voor spreek- en schrijfopdrachten, zowel in NL als ENG.

      • De faculteit is nauw betrokken bij wat er gebeurt in de wereld om ons heen. Samen met de UGent zijn we partner in het innovatiebeleid van de stad Gent. Onze onderzoekscentra bevinden zich grotendeels op het wetenschapspark Tech Lane Ghent Science Park, samen met heel wat onderzoeksgerichte bedrijven. Je zal tijdens je studies dus vertoeven in een zeer innovatieve omgeving. Via onze alumnivereniging AIG kan je na je studies een uitgebreid netwerk met collega's uit de industrie en de academische wereld uitbouwen.
      • De stad Gent is een fantastische stad om te studeren. Gent is een multiculturele en vooral multifunctionele stad. Alle belangrijke functies zijn aanwezig in onze stad: economie en industrie, haven, handel, politiek en administratie, toerisme, cultuur, sport en natuurlijk onderwijs. Je krijg dus volop kansen om een netwerk uit te bouwen tijdens je studies.

      24. Wat is het verschil tussen een master natuurkunde en burgerlijk ingenieur: toegepaste natuurkunde?

      De masteropleiding natuurkunde concentreert zich vooral op de fundamentele principes van natuurkunde (‘de natuurkundige fenomenen’). In de opleiding ingenieurswetenschappen: toegepaste natuurkunde (burgerlijk ingenieur) zie je deze principes ook, maar de opleiding is ruimer (interdisciplinair) en focust vooral op vragen zoals "Hoe kunnen we op basis van deze principes producten maken, die voor de maatschappij zeer nuttig zijn" en "Hoe worden deze principes in de industrie toegepast om innovaties te brengen".

      De opleiding toegepaste natuurkunde is vooral gericht op het onderzoek naar toepassingen van de natuurkunde, zoals het ontwerp van nieuwe materialen, nieuwe types elektronische en optische componenten, complexe systemen, innovatieve medische technieken en nieuwe vormen van energieopwekking.

      Het programma omvat enerzijds een flinke dosis natuurkundige opleidingsonderdelen (zoals kwantummechanica, vastestoffysica, elektromagnetisme, plasmafysica en subatomaire fysica) en anderzijds ingenieurscompetenties (zoals systeemontwerp en toepassingsgericht denken). De toepassingsgerichte component maakt het onderscheid tussen de master toegepaste natuurkunde en een master in de zuivere natuurkunde.

      25. Wat is het verschil tussen master informatica, industrieel ingenieur informatica en burgerlijk ingenieur computerwetenschappen?

      De masteropleiding informatica richt zicht op de grondslagen van de informatica,  zoals algoritmen, datastructuren, kunstmatige intelligentie, softwareontwikkeling, en theorie van computationele systemen en leert de studenten deze principes aan. De opleiding bereidt studenten voor op fundamenteel onderzoek of complexe softwareprojecten.

      De masteropleiding industriële wetenschappen: informatica legt nadruk op het praktisch ontwikkelen, beheren en implementeren van software en IT-systemen. De opleiding combineert informatica met ingenieurstechnieken en industriële toepassingen, zoals automatisering en netwerkbeheer en is gericht op het toepassen van bestaande technologieën in bedrijfsomgevingen en technische systemen. De academische bachelor van drie jaar wordt gevolgd door één masterjaar. Er zijn veel praktische labosessies met begeleiding gedurende de ganse opleiding. De opleiding start met algemene ingenieursvakken (1ste jaar en deel van 2de jaar) om daarna te gaan specialiseren.

      Studenten burgerlijk ingenieur computerwetenschappen krijgen eerst algemene ingenieursvakken met een ruim aandeel wiskunde in de eerste twee jaar, om een grondige basis te vormen. Vanaf het tweede jaar komen meer vakken computerwetenschappen aan bod, waarin eerst de basis gelegd wordt en vervolgens ook praktische oefeningen gemaakt worden onder begeleiding. De bacheloropleiding duurt 3 jaar en de masteropleiding 2 jaar. Nadruk in de master ligt op het aanleren van principes, die jou in staat stellen op een innovatieve manier oplossingen aan te reiken voor problemen die zich kunnen stellen.

      26. Wat is het verschil tussen een burgerlijk ingenieur civil engineering, een industrieel ingenieur bouwkunde en een burgerlijk ingenieur-architect??

      De opleiding tot burgerlijk ingenieur civil engineering richt zich op de technische en wetenschappelijke aspecten van grote bouwprojecten en infrastructuurwerken. De nadruk ligt op wiskunde, fysica en het ontwikkelen van nieuwe technieken voor constructies. Als burgerlijk ingenieur ben je dikwijls meer betrokken bij de studie van de stabiliteit, funderingen en technieken, en onderzoek naar nieuwe technieken voor bruggenbouw, glasconstructies, wegenbouw, dammen, etc.

      In de opleiding tot industrieel ingenieur bouwkunde ligt de focus op het technisch ontwerp, beheer en uitvoering van bouwprojecten. Er is minder nadruk op theorie, maar meer op de praktische toepassing van bestaande technieken. Eens afgestudeerd kom je vooral terecht in de uitvoering van bouwwerken, bij de realisatie van diverse bouwconstructies en stabiliteitsberekeningen. Je bent vaak verantwoordelijk voor de project- en werfleiding.

      De opleiding tot burgerlijk ingenieur-architect combineert technische kennis met (esthetisch) ontwerp. De opleiding richt zich zowel op de constructieve als op de ruimtelijke en visuele aspecten van gebouwen, met aandacht voor de integratie in de omgeving. Als burgerlijk ingenieur-architect heb je meer te maken met de opmaak van het ontwerp en het concept van de constructie. Constructie is onderdeel van een globale aanpak van alle aspecten van het ontwerpprobleem. Een burgerlijk ingenieur-architect werkt dan ook nauw samen met ingenieurs en bouwprofessionals om ontwerpen te realiseren.

      27. Wat houdt het Excellentieprogramma Innovation for Society in? Wie kan dit volgen?

      Wat?

      De faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur biedt aan haar studenten een excellentieprogramma aan. Dit éénjarig, extracurriculair  programma, ‘Innovation for Society’, biedt gemotiveerde studenten een stevige intellectuele uitdaging, die zowel verbredend als verdiepend is. Het doel is om innovatieve en veelzijdige oplossingen voor belangrijke hedendaagse maatschappelijke problemen te bedenken en te implementeren.

      In het programma werken we rond jaarlijks wisselende thema’s, gelinkt aan een of meerdere van de United Nations Sustainable Development Goals. We identificeren binnen het gekozen jaarthema een aantal belangrijke maatschappelijke problemen, waarvoor de deelnemende studenten innovatieve en creatieve oplossingen zullen bedenken en/of implementeren, onder meer gebruikmakend van de binnen hun studie opgedane kennis en vaardigheden. Dit thema bekijken we vanuit een Gentse of Belgische context en vanuit de rol die de ingenieur (m/v/x) kan spelen bij het behalen van die doelstelling(en).

      Thema’s van de voorbije jaren:

      • Building a Better World Through Sport
      • Good Health and Well-Being
      • Eiland voor de kust
      • Engineers for Fair Institutions

      Voor wie?

      De doelgroep zijn goede, gemotiveerde en veelzijdige studenten die naast hun reguliere bachelor- of masteropleiding graag een jaar lang een stevige extra uitdaging willen aangaan. We mikken niet louter op topstudenten (op basis van studieresultaten), maar op een brede mix van profielen. Motivatie, enthousiasme en creativiteit spelen een doorslaggevende rol.

      Het programma kan enkel gevolgd worden door studenten met een inschrijving in een van de studieprogramma’s van de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur die minstens het eerste bachelorjaar (industrieel ingenieur, burgerlijk ingenieur of burgerlijk ingenieur-architect) volledig heeft afgewerkt.

      Het programma kan niet gecombineerd worden met een ander honours- of excellentieprogramma, of met een buitenlandse uitwisseling in hetzelfde academiejaar.

      28. Kan ik de educatieve master (Master of Science in de wetenschappen en technologie, afstudeerrichting engineering en technologie) combineren met mijn opleiding?

      De educatieve masteropleiding (EduMa) wordt in de meeste faculteiten aangeboden naast de reguliere domeinspecifieke masteropleidingen. Je kunt na je bacheloropleiding kiezen voor de domeinspecifieke masteropleidingen of de educatieve masteropleiding. Wie voor de educatieve masteropleiding kiest, wordt leraar zonder extra studietijd. Voor de ingenieurswetenschappen (‐architectuur) is een keuze voor de EduMa meteen na de bachelor niet evident. Als je dit traject volgt, behaal je immers de beroepstitel niet. De faculteit zet daarom in op het verkorte traject van 60 studiepunten, waarop je kan inschrijven na de reguliere masteropleiding (=zij‐instroom).  Meer info over educatieve master.

      Programma

      • Geïntegreerde educatieve masteropleiding (samen aangeboden door de FEA en de FPPW) De geïntegreerde masteropleiding is bedoeld voor studenten die de EduMa meteen na de bacheloropleiding volgen. Je volgt 120 studiepunten, bestaande uit 45 studiepunten leraarsvakken en 75 studiepunten domeinspecifieke vakken (waarvan 60 studiepunten vakken en 15 studiepunten masterproef). Doordat er in de bacheloropleidingen ingenieurswetenschappen geen ruimte is om al leraarsvakken op te nemen, volg je verplicht een voorbereidingsprogramma met 15 studiepunten leraarsvakken als je kiest voor de geïntegreerde masteropleiding.
      • Verkort traject educatieve masteropleiding (aangeboden door FPPW, gezamenlijk diploma door FEA en FPPW) Het verkorte traject is bedoeld voor studenten die de EduMa volgen na hun masteropleiding (= zij‐instromers). Je volgt enkel 60 studiepunten leraarsvakken.

      29. Waarom kiezen voor de faculteit Ingenieurswetenschappen en architectuur?

      Video: Waarom kiezen voor de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de UGent? 

      • Onderwijs en onderzoek op hoog internationaal niveau
      • Faculteit prominent aanwezig in internationaal onderzoek
      • Faculteit zet sterk in op internationalisering in het onderwijs
      • Veelzijdige vorming, met heel veel keuzemogelijkheden.
      • De faculteit besteedt veel aandacht aan het duurzaamheidsaspect. Als ingenieur ben je in dit maatschappelijk verhaal een heel belangrijke speler. Je geeft de toekomst mee vorm!
      • Faculteit stimuleert ondernemerschap bij haar studenten
      • Zeer intense en goed georganiseerde begeleiding
      • Zeer nauwe samenwerking tussen de opleidingen burgerlijk ingenieur, burgerlijk ingenieur-architect en industrieel ingenieur
      • Studentenvereniging VTK zorgt voor een warm onthaal en ook voor begeleiding van de studenten.
      • Gent is een fantastische stad om te studeren. Gent is een bruisende studentenstad met veel cultuur, kunst, sport en ontspanningsmogelijkheden voor studenten.
      • Gent is ook het epicentrum voor onderzoek, innovatie en ondernemerschap. Het merendeel van onze onderzoekscentra bevindt zich op Campus Ardoyen, onderdeel van Tech Lane Ghent Science Park. Het wetenschapspark huisvest momenteel 11 universitaire laboratoria, 12 publieke onderzoekscentra, 8 industriële pilots en testfaciliteiten en meer dan 90 kennisintensieve start-ups, academische & bedrijfsmatige R&D-centra die in totaal meer dan 4.400 hightech professionals tewerk stellen.
      • Heel veel jobmogelijkheden na afstuderen!