UGent-onderzoekers vinden grote verschillen tussen bosranden en boskernen op vlak van biodiversiteit en ecosysteemdiensten

(01-03-2024) Bossen bevatten heel wat biodiversiteit en leveren heel wat ecosysteemdiensten zoals koolstofopslag, houtproductie en verkoeling. Maar er is een belangrijk verschil tussen de biodiversiteit en diensten die boskernen en bosranden leveren.

Dat blijkt uit een internationale studie geleid door ForNalab (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, UGent), die gepubliceerd is in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Ecology and Evolution.

“Ons onderzoek maakt heel duidelijk dat we naast boskernen, ook expliciet bosranden moeten betrekken bij het begrijpen én behouden van de functionaliteit van bossen”, stelt onderzoeker Thomas Vanneste (UGent).

Ecosysteemdiensten variëren afhankelijk van plaats en samenstelling

Bossen bevatten bepaalde plantensoorten en leveren bepaalde ecosysteemdiensten vooral in hun kern, terwijl andere soorten en diensten veeleer in de randen terug te vinden zijn. Zo bevatten boskernen meer planten die typisch zijn voor bossen, leven er meer sterk uiteenlopende soorten (‘fylogenetische diversiteit’), en bieden ze meer verkoeling in de zomer. Bosranden aan de andere kant bevatten meer plantensoorten, hebben een grotere houtproductie (waarschijnlijk door de aanwezigheid van meer licht en nutriënten), bieden meer nectar aan bestuivers, en scoren beter op het vlak van verjonging van het bos (meer kansen voor zaailingen, waarschijnlijk opnieuw door meer licht en nutriënten).

Ook de structuur van het bos blijkt een invloed te hebben op de verschillende ecosysteemdiensten. Factoren als gelaagdheid, dichtheid van de kroonlaag en soortensamenstelling bepalen op welke ecosysteemdiensten het bos hoger of lager scoort. Bosbouwers kunnen dus zelf vooropstellen welke ecosysteemdiensten ze in hun bos willen maximaliseren. Dat kan door interventies als dunnen, snoeien, soortenkeuze, etc.

Bosranden worden almaar belangrijker

Tot voor kort werden ecosysteemdiensten vooral gemeten in boskernen omdat bosranden vaak onderhevig zijn aan invloeden en verstoringen van buitenaf. Ook de meeste beheer- en beleidsadviezen zijn ontwikkeld voor boskernen. Door de stijgende bosfragmentatie bevindt echter maar liefst 70% van de Europese bossen zich binnen 1 km van een bosrand, 20% zelfs binnen de 100 meter. Het enorme relatieve aandeel van bosranden inspireerde de onderzoekers om de bijdrage van bosranden aan ecosysteemdiensten te kwantificeren en te vergelijken met de boskernen.

In het onderzoek werden de boskernen en bosranden van 45 verschillende bossen in Europa onderzocht. Vier biodiversiteitsindices (verschillende manieren om biodiversiteit te kwantificeren) en zeven ecosysteemdiensten werden vergeleken.

“De bevindingen tonen de noodzaak van een geïntegreerde aanpak van bosbeheer, waarbij zowel bosranden als -kernen worden meegenomen in strategieën voor het behoud van biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Tegelijk volgt uit ons onderzoek dat er niet één optimale manier is om een bos te beheren. Als we zoveel mogelijk biodiversiteit en andere ecosysteemdiensten willen behouden, is een gevarieerd bosbeheer van essentieel belang,” besluit onderzoeker Thomas Vanneste.

 

Klik hier om het Nature artikel te bekijken.

 

Contact

Thomas Vanneste

Postdoctoraal onderzoeker ForNaLab (UGent)

Thomas.vanneste@ugent.be

+32497851956

 

Pieter De Frenne

Professor ForNaLab (UGent)

Pieter.DeFrenne@UGent.be

+32 497 82 15 02

 

Maarten De Coninck

Communicatieverantwoordelijke faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen (UGent)

Maarten.deconinck@ugent.be

+32478035446