Impactsuccesverhaal: Dopingopsporing

De maatschappelijke outreach zit bij DoCoLab - het Gentse expertisecentrum voor doping - vooral in de dienstverlening: dopingcontrolestalen analyseren op de aanwezigheid van verboden middelen. “Waar zit dan het maatschappelijke aspect, want op zich is dat gewoon een analyse?”, vraagt Peter Van Eenoo zich luidop af. Zijn antwoord is eenvoudig: de maatschappij vraagt ernaar.

Close-up injectie“Doping is verboden in de sport omwille van twee redenen,” legt professor Peter Van Eenoo uit, “ten eerste fair play en ten tweede om het feit dat het gebruik van die middelen een risico inhoudt. En dat risico, wie draait daar finaal voor op? Wel, de maatschappij die via de ziektekostenverzekering voor aandoeningen zal betalen of nog erger, de naasten van degene die de middelen gebruikt. En de gebruiker zelf natuurlijk. Dus wordt er een soort preventiebeleid gevoerd door repressie. Als je de dagbladen mag geloven, blijkt ook dat de maatschappij ons werk heel belangrijk vindt. Er wordt heel wat over geschreven, over gesproken en over gedaan, wat aangeeft dat het binnen de maatschappij een hot item is terwijl er objectief gesproken misschien wel belangrijkere zaken zijn.”

Wetenschappelijke dienstverlening en advies

DoCoLab ontvangt urinestalen, analyseert deze op de aanwezigheid van verboden middelen en rapporteert de resultaten naar organisaties die zich met de afhandeling bezighouden. Dus op zich komt DoCoLab met sporters en sportorganisaties niet in contact. De organisatie staat wel de pers te woord als deze vragen heeft. Peter Van Eenoo geeft ook lezingen aan zijn doelgroepen rond de effecten en neveneffecten van doping en de detectiemethodes.
“En uiteraard doen wij zoals de andere professoren en onderzoekers aan de universiteit aan puur onderzoek - toegepast en fundamenteel onderzoek."

"We geven les aan de universiteit in die richtingen waar het relevant is, bijvoorbeeld bij de lichamelijke opvoeding. Op die manier leren jongeren al vroeg waarom er dopingcontrole is, wat doping eigenlijk is, wat er juist verboden is, want er bestaan daarover heel wat misvattingen en onbegrip.”

Sporters met vragen kunnen in principe niet terecht bij DoCoLab. Het labo geeft op dat vlak geen individuele voorlichting. Daarvoor is er de Vlaamse dopinglijn waarmee het DoCoLab samenwerkt. “Het enige wat we wel doen is zorgen dat sporters die betrapt zijn op doping en met vragen zitten hier een objectief antwoord kunnen krijgen. Soms zijn er mensen die een product genomen hebben waarvan ze niet wisten dat het op de dopinglijst staat en een brief in de bus krijgen met een moeilijke wetenschappelijke uitleg. Dan proberen wij hun vragen te beantwoorden."

Het streven naar een dopingvrije sport omwille van de gezondheidsrisico’s is voor Peter de belangrijkste drijfveer. Daarna volgt fair play, maar wat betekent dat precies? “Het betekent dat je alles doet om de overwinning te behalen, om een zo goed mogelijke prestatie neer te zetten binnen het reglementair kader. Voor mijn part mag je alles daarbinnen benutten om de overwinning te behalen. Je mag zaken doen die sommigen misschien niet zo mooi vinden, maar het moet wel binnen de reglementen zijn.”

In zijn interviews met de pers meldt Peter ook altijd wanneer het labo nieuwe methodes of dienstverlening heeft. Het is hem immers niet te doen is om mensen te betrappen, maar om mensen ervan te weerhouden te gebruiken. “Je kunt mensen daar voor een stuk van weerhouden door hun te waarschuwen: ‘als je gebruikt, gaan wij je betrappen.’ Net zoals de politie soms aankondigt dat er alcoholcontrole gaat zijn of er een flitsmarathon gehouden wordt. Men flitst niet om je te betrappen, maar om je ervan te weerhouden te snel te rijden.”