QR - Paaltje 5

In dit bredere deel van deze biodiverse strook zien we een soortenrijk stukje hooiland waar bloemplanten als Margriet (Leucanthemum vulgare), Gewone hoornbloem (Cerastium fontanum), Klein streepzaad (Crepis capillaris), Scherpe boterbloem (Ranunculus acris), Hondsdraf (Glechoma hederacea) en Vlasleeuwenbekje (Linaria vulgaris) voor kleur zorgen. Ook Bijenorchis (Ophrys apifera) duikt hier af en toe op. De vele grassoorten die hier staan missen de opvallende bloemen omdat zij door de wind worden bestoven, maar zijn daarom niet minder mooi en divers. Naast Zachte dravik (Bromus hordeaceus), Timoteegras (Phleum pratense) en Rietzwenkgras (Festuca arundinacea) groeit hier ook het zeldzame Eekhoorngras (Vulpia bromoides) aan de voet van een esdoorn. Op de schors van deze boom groeit ook een zeer zeldzaam korstmos: Hamsteroortje (Normandina pulchella), een zoekplaatje voor wie een loep bij zich heeft.

Gewone margriet

Gewone margriet
Leucanthemum vulgare: bloeit vanaf mei en zorgt voor kleur in droge tot vochtige, matig voedselrijke weilanden. (Foto: Wouter Van Landuyt)

Bijenorchis

Bijenorchis
Ophrys apifera is één van de orchideeënsoorten die je op deze campus kan vinden. De onderlip lijkt op een bij en trekt daardoor deze bestuivers aan. (Foto: Wouter Van Landuyt)

Ook deze bomen groeien niet zonder hun begeleidende mycorrhizazwammen: in dit stukje vind je Zwartgroene melkzwam (Lactarius necator), Donzige melkzwam (Lactarius pubescens) en tal van Russula-soorten. Boleten herken je dan weer door hun buisjeslaag onderaan de hoed, de plaats waar zij hun talrijke sporen vormen. Gewone berkenboleet (Leccinum scabrum) is gekenmerkt door zijn slanke vorm met een lange steel die volledig bedekt is met zwartgrijze tot bruine schubben. Netstelige heksenboleet (Suillellus luridus) is een wat zeldzamere soort die het in deze hele grasstrook wel goed doet en o.a. met eik ectomycorrhiza vormt. In tegenstelling tot Berkenboleet heeft deze soort eerder dikke, knotsvormige stelen met een opvallen netwerk versierd. De soort is erg variabel van kleur, maar in de hoed zijn vaak olijfgroene tinten aanwezig die contrasteren met de rode buisjes en de rode tinten in de steel. De verwijzing naar heksen in de naam heeft te maken met de spectaculaire kleurveranderingen die optreden wanneer je de paddenstoel aanraakt: de rode poriën onderaan de buisjeslaag en het gele vlees worden direct knalblauw: als betoverd!

Timoteegras

Timoteegras
Phleum pratense: een gras dat bloeit in de zomer en dat door zijn dichte, stijve aren goed herkenbaar is. (Foto: Wouter Van Landuyt)

Hamsteroortje

Hamsteroortje
Normandina pulchella: dit zeldzame en mooie korstmos kan je vinden op de dikke esdoorn die aan de rand van dit perceel staat. (Foto: Mieke Verbeken)

Wie goed speurt vanaf de herfst kan tussen het gras groepjes groene paddenstoelen aantreffen. Papegaaizwammetjes (Hygrocybe psittacina) zijn door hun knalgroene kleur (vooral in jonge toestand) de gemakkelijkst herkenbare wasplaten. Samen met andere wasplaatsoorten zijn ze kenmerkend voor schrale graslanden waar de bodem lang met rust werd gelaten. Op deze campus doen ze het dus prima. Bemerk hun zeer slijmige tot glibberige hoed en hun dikke, wasachtige plaatjes. Als ze wat ouder worden kleuren ze geel of bruinig, maar vooral aan de top van de steel blijft de groene kleur zeer kenmerkend.

Netstelige heksenboleet

Netstelige heksenboleet
Suillellus luridus is vanaf de zomer (indien het voldoende regent!) in groepjes te vinden in deze grasstrook. (Foto: Peter Verstraeten)

Papegaaizwammetje

Papegaaizwammetje
Hygrocybe psittacina is een soort wasplaat die door zijn aanwezigheid hier wijst op de verschraling van het grasland. Een frappant en makkelijk herkenbaar paddenstoeltje door de grasgroene tinten. Voel ook hoe slijmerig en glibberig de hoed is! (Foto: Mieke Verbeken)